Volgens de jaarlijkse The State of the World’s Children van UNICEF verslechtert de situatie van de meest kwetsbare kinderen op de wereld. Vanuit deze alarmerende boodschap startten internationaal gewaardeerd regisseur Liesbeth Coltof en dramaturg Dennis Meyer het project 10CHILDREN – art for change. Hiermee maken zij in tien steden over de hele wereld de pijn van kinderen die in schrijnende armoede opgroeien zichtbaar, hoorbaar en vooral voelbaar. De eerste editie was in juni 2023 in Cleveland, na Detroit de op één na armste stad in de Verenigde Staten.
‘We’re screwed. We were screwed before we ever got here. We were screwed the minute we were born, and you know who cares? Nobody.’ Vijf kinderen dwalen door een lege, afgesloten ruimte. Een roodharig meisje weerspreekt de bittere aanklacht van de opstandigste van het stel, haar tweelingbroertje hoopt dat iemand een oplossing weet. De uitdrukkingen op de gezichten van de twee wat oudere jongens doen vermoeden dat zij er aan de ene kant net zo over denken en aan de andere kant die waarheid niet hardop uitgesproken willen horen. Het is een veelzeggend moment in de theatervoorstelling Watching Butterflies, geregisseerd door Liesbeth Coltof, waarin zowel de uitzichtloze realiteit wordt getoond als de enorme veerkracht en weerbaarheid van kinderen die opgroeien in armoede en om wie weinigen zich écht bekommeren.
‘Luisteren is voor mij een radicale keuze. Luisteren betekent dat je een gevarenzone binnengaat; het risico loopt dat je leven op z’n kop wordt gezet, dat alles waarin je altijd geloofde ineens niet meer waar is.’ Met deze woorden opende Coltof de eerste editie van 10CHILDREN in een van de vele theaterzalen van Playhouse Square, downtown Cleveland. Naast de theatervoorstelling ging de documentaire Lead in the Land van Cigdem Slankard in première en werd de fototentoonstelling van Amber N. Ford geopend. Het thema van 10CHILDREN Cleveland is ‘armoede en gezondheid’. Liesbeth Coltof en Dennis Meyer hebben hierover in de voorbereiding intensief gesproken met kinderen en gezinnen in de armste Spaanstalige, zwarte en witte wijken van Cleveland. Met schooldirecteuren, maatschappelijk werkers, medewerkers van buurthuizen en non-profitorganisaties, met psychologen en artsen. Ze deden dit onderzoek niet alleen vanuit een artistiek-inhoudelijk belang, maar ook om een netwerk en draagvlak te creëren. Want het is nadrukkelijk de bedoeling om met 10CHILDREN te proberen een sociaal verschil te maken. Meyer: ‘Door samen met lokale partners, kunstenaars, kinderen en hun families een community te bouwen en de verhalen uit deze community persoonlijk en indringend te verbeelden in verschillende kunstvormen, hopen we bewustzijn te creëren en actieve betrokkenheid te genereren van degenen die de macht en de middelen hebben om de levens en gezondheid van deze kinderen te verbeteren.’
Het snijvlak van kunst en maatschappelijke actie
Wie in Cleveland in een arme wijk opgroeit, leeft gemiddeld 23 jaar korter dan wie in een rijke wijk opgroeit. Op de website van het ziekenhuis MetroHealth System is te lezen dat onderzoek heeft aangetoond dat 80 procent van iemands gezondheid te maken heeft met factoren buiten de gezondheidszorg: bijvoorbeeld of je veilig woont, voldoende gezond eten kunt kopen, gebruik kunt maken van betrouwbaar vervoer, je opleidingsniveau en of je mogelijkheden hebt op de arbeidsmarkt. In de Verenigde Staten, waar de overheid weinig tot niets bijdraagt aan sociale vangnetten voor burgers en het belastingstelsel de verschillen tussen arm en rijk in stand houdt, treffen deze factoren een grote groep kwetsbaren.
Het MetroHealth probeert op allerlei manieren mee te bouwen aan een gezonde bevolking en deze ongelijkheid te verkleinen. En een van die manieren is via kunst. Het Center for Arts in Health van het ziekenhuis is geheel gericht op de impact die kunst kan hebben op welzijn en gezondheid binnen en buiten de ziekenhuismuren. De afdeling verzorgt onder andere muziektherapie voor patiënten en creëert een gezonde omgeving in het ziekenhuisgebouw door dans en muziek te programmeren en met aandacht gekozen beeldende kunst tentoon te stellen. Wie het MetroHealth binnenloopt voor een doktersafspraak komt in een ruime, lichte hal, waar muurschilderingen en videokunstwerken van lokale kunstenaars uit Cleveland als eerste opvallen. Maar het Center for Arts in Health is ook gericht op wat zich buiten het ziekenhuis afspeelt, in de wijken. In samenwerking met verschillende professionele kunstinstellingen organiseert de afdeling onder andere kunstprogramma’s op scholen rondom sociale thema’s zoals de fysieke en mentale gezondheid van kinderen. Hoofd van deze afdeling is Linda Jackson, een ex-danseres. Zij is het die Coltof en Meyer in contact heeft gebracht met verschillende artistieke partners in Cleveland. Jackson: ‘Toen Liesbeth en Dennis mij over hun plan met 10CHILDREN vertelden om te werken op het snijvlak van kunst en maatschappelijke actie, wist ik dat dat precies was wat Cleveland nodig heeft.’
En zo kwamen Coltof en Meyer in contact met Cleveland Play House (CPH), het grote professionele theatergezelschap van Cleveland. Dit gezelschap maakt theater voor volwassenen en heeft daarnaast een educatieafdeling die gericht is op theater voor en door kinderen, vooral in de arme wijken van Cleveland. Uniek voor de Verenigde Staten is dat deze educatieafdeling zich niet alleen richt op theaterprogramma’s maar ook op sociale hulp. Directeur Pamela DiPasquale was meteen gegrepen door het plan van 10CHILDREN: ‘Hier in Cleveland hebben kinderen 56 procent vaker dan gemiddeld traumatische jeugdervaringen. Deze zogenaamde ACE’s (Adverse Childhood Experiences) zijn bijvoorbeeld het zien van geweld en gunshootings, niet naar school durven lopen omdat het gevaarlijk is, geen eten hebben, of het opgroeien bij drugsverslaafde ouders. Medisch onderzoek heeft aangetoond dat kinderen met veel ACE’s later in hun leven een grotere kans hebben om ernstig ziek te worden. Het mooie is dat één positieve, betekenisvolle relatie met een volwassene de effecten van ACE’s al substantieel kan verminderen. Het probleem is alleen dat mensen zich schamen om over hun situatie te praten. En als je niet praat, kunnen anderen je ook niet de weg wijzen naar hulp. Wij zijn begonnen om erover te praten door in wijken en op scholen voorstellingen en programma’s te maken waarin kinderen en gezinnen zichzelf kunnen herkennen en kunnen voelen dat ze niet de enige zijn. Maar je hebt weinig aan theater als je niet te eten hebt. De behoefte aan eten, spullen, kleding, rechtshulp, toegang tot internet, vervoer naar doktersafspraken, et cetera, staat op de eerste plaats. Met allerlei partners slaan we onze armen om kinderen heen en openen we deuren naar hulp om in hun behoeften te kunnen voorzien. Mede daardoor bouwen onze theaterdocenten op de scholen en in de wijken vertrouwen op met de kinderen en kunnen zij die rol van die ene betekenisvolle volwassene vervullen.’
Inmiddels werken er zo’n 500 mensen van de educatieafdeling van CPH verspreid over meerdere wijken. Zij verzorgen theaterlessen in naschoolse programma’s, summer schools, Engelse les voor niet-Engelstalig kinderen en ouders, en ook community dinners in samenwerking met de voedselbank, filmavonden waar wasmachines en drogers beschikbaar zijn en markten waar gezinnen spullen en eten kunnen halen – ‘no questions asked’. Marcela Rodrigues-Gonzales, verantwoordelijk voor het contact met families en hulporganisaties in de verschillende wijken, vertelt: ‘Door het systeem in de Verenigde Staten gaat de situatie in deze wijken niet veranderen. Belastingen komen alleen ten goede aan de wijk waarin ze worden betaald, dus in arme wijken is altijd minder gemeenschapsgeld dan in rijke wijken, waardoor bijvoorbeeld het onderwijs minder goed is en er minder voorzieningen zijn. Theater is een middel tot empowerment. Wij werken niet uit medelijden, we vertellen mensen ook niet wat ze moeten doen. We laten ze zien waar ze hulp kunnen krijgen en hoe ze hun verhalen en stemmen kunnen uiten en vormgeven; zo helpen we mensen om zeggenschap over hun eigen leven te nemen. Want kinderen die aan hun lot worden overgelaten, groeien op met wrok tegen de samenleving.’
Via Rodrigues-Gonzales kwamen Coltof en Meyer in contact met acht gezinnen die hun levensverhalen, zorgen en uitdagingen wilden delen voor 10CHILDREN. Deze gezinnen kregen de functie van ‘community dramaturgen’ met een contract en serieuze betaling voor hun werk. Coltof: ‘Vaak is het enige dat deze gezinnen hebben hun verhaal, dus daar moet je met respect mee omgaan. Ik heb met deze kinderen en hun gezinnen een relatie opgebouwd door te luisteren, bij hen thuis te komen, samen te eten. Deze gezinnen moeten elke dag nadenken hoe ze aan eten komen, de huur kunnen betalen en hun kinderen veiligheid bieden. Moeders die er alleen voorstaan met kinderen van verschillende vaders en jonge dochters met zelf ook al kinderen. Gezinnen waar nichtjes of neefjes zijn opgenomen omdat hun eigen ouders verslavingsproblemen hebben of – meestal de vaders – doodgeschoten zijn of in de gevangenis zitten. Wat mij opviel is dat deze kinderen en gezinnen geen taal hebben om zich te uiten, ze weten niet hoe ze over hun situatie en gevoelens kunnen praten. Ik moest een taal vinden die open en zorgvuldig is. Vertrouwen opbouwen. Zo zijn langzaamaan heel openhartige verhalen naar buiten gekomen.’
In Watching Butterflies spelen kinderen tussen de zeven en veertien jaar (uit de betreffende wijken), die auditie hebben gedaan bij Coltof en Meyer, én professionele acteurs van de volwassenen afdeling van CPH. Deze samenwerking tussen beide afdelingen is nieuw en tot stand gekomen op initiatief van Coltof en Meyer. Normaal maakt de educatieafdelingen voorstellingen op locaties in de wijken waar ze actief zijn, met weinig technische middelen. Deze voorstelling is niet alleen voor, door en met Cleveland gemaakt, maar ook met de professionele artistieke en productionele inzet van het grootste theatergezelschap van de stad. En gespeeld in het kloppende, culturele hart, zodat de ongehoorde stemmen van kinderen in armoede niet beperkt blijven tot de eigen wijk, maar ook de welvarende elite ten diepste kunnen raken.
Toxic stress
De voorstelling speelt tijdens de openingsweek elke avond voor vrij publiek en elke middag voor kinderen uit de wijken waar Coltof en Meyer hebben gewerkt. In de typische gele schoolbussen komen 160 kinderen van allerlei nationaliteiten voor het eerst in hun leven naar Playhouse Square. Een beetje geïntimideerd wachten ze op de tribune tot de voorstelling gaat beginnen.
De vijf kinderen komen tevoorschijn uit genummerde kasten. Ze worden ontvangen door de strenge dokter SYS en haar iets minder strenge hulpje. Digitale devices op hun shirt, zogenaamde ‘neeblers’ die hun identiteit vastleggen, worden geactiveerd. Vervolgens worden een aantal merkwaardige tests gedaan waarbij de kinderen op commando’s als ‘Zippy’ en ‘Zappy’ fysieke opdrachten moeten uitvoeren. Het is allemaal onderdeel van ‘the process of processing your processing,’ zoals dokter SYS scherp uitlegt. Daarmee is de absurdistische en ook wel wat naargeestige toon van Watching Butterflies gezet. De kinderen in de zaal reageren met een mengeling van gegiechel en afgrijzen op de onredelijkheid van de allegorische dokter SYS (een afkorting van een ingewikkelde naam waarin duidelijk het woord ‘systeem’ te horen is) die het volkomen vanzelfsprekend vindt om de kinderen gevangen te houden in haar regels. Als één van de vijf kinderen op het podium, Ronnie, begint te vertellen hoe hij voor zijn kleine zusje Angie zorgt, wordt het muisstil op de tribunes. Angie heeft astma en ademt moeilijk, maar er zijn geen medicijnen meer in huis. Geen geld. Een tweede allegorische figuur, Tox, confronteert Ronnie fijntjes met het feit dat hij niet zo’n goede broer is, want grote broers helpen kleine zusjes en als Ronnie Angie niet heel snel naar het ziekenhuis brengt, kan ze wel eens doodgaan. Maar ja, pest Tox, hoe wil jij naar het ziekenhuis komen, in het donker, in je eentje? Wanhopig tilt Ronnie zijn hijgende zusje op. ‘Help,’ schreeuwt hij naar de tribunes, ‘Kan iemand me helpen? Help!’ Op de tribunes schieten handen omhoog van zowel hele jonge als wat oudere kinderen. ‘Ik wil je wel helpen!’ roept een meisje dat is opgestaan uit haar stoel van opwinding.
Tox verbeeldt in de voorstelling het gegeven van toxic stress. Een vorm van stress die niet weggaat en kan ontstaan bij kinderen met veel ACE’s. Kinderpsycholoog dr. Lisa Ramirez van het MetroHealth legt uit dat er bij chronische, giftige stress continu te veel van het hormoon cortisol wordt aangemaakt: ‘Daardoor kan een hoge bloeddruk ontstaan, vergroot je hartspier, en kan roekeloos en risicovol gedrag ontstaan. Omdat deze symptomen ook andere medische oorzaken kunnen hebben, wordt toxic stress vaak over het hoofd gezien.’
Coltof realiseerde zich toen ze dit hoorde dat er in de gezinnen die ze ontmoette vaak sprake is van toxic stress. Coltof: ‘Die kinderen dragen verantwoordelijkheden die niet op hun schouders zouden moeten rusten. Een van de community dramaturgen vertelde dat ze de astmamedicijnen van haar driejarige dochter niet kan betalen. Dus wacht ze tot het meisje in acuut levensgevaar is en in het ziekenhuis wordt opgenomen. Dan maakt ze de medicijnen op die ze mee krijgt en wacht weer tot de volgende aanval. Bij een van de kinderen die meespelen, ontstond er tijdens het project een crisis waardoor vader het contact verbrak en moeder in een andere staat een baan moest gaan zoeken. De vijf jonge kinderen bleven thuis met hun vijftienjarige zusje om voor hen te zorgen. Ze hadden geen geld en geen eten en CPH sprong in om te helpen. Gelukkig kwam vader toch naar de voorstelling kijken en kon er iets hersteld worden door de trots die hij voor zijn kind voelde. Maar ik heb dit kind in de loop van het project steeds bozer zien worden. Die boosheid komt er een keer uit.’
Loodvergiftiging
Een ander aspect dat Coltof zeer aangreep in de gesprekken met artsen, kinderen en gezinnen is dat de oude huizen in de arme wijken van Cleveland beschilderd zijn met loodverf. Deze verf werd in het verleden aangeprezen als ‘veilig voor kinderen’ en hoewel inmiddels wijdverspreid bekend is dat het tegendeel het geval is, bladdert deze verf van vele muren. Kinderen ademen verfstof in of stoppen stukjes verf in hun mond. En loodverf smaakt zoet. Een loodvergiftiging kan genezen, maar bij langdurige blootstelling ontstaat blijvende schade, bijvoorbeeld in de hersenen. Kinderen krijgen leer- en ontwikkelingsstoornissen. Mister L. is dan ook een derde allegorische figuur in de voorstelling. In zwarte glitteroutfit windt hij de kinderen om zijn vinger met een swingend nummer. Vervolgens verleidt hij de opstandige Victory om de kleurrijke verfsnippers die van de muren bladderen te proeven. In een volgende scène blijkt dat Victory haar uitzonderlijke rekentalent is kwijtgeraakt en dat dit niet meer zal terugkomen.
‘There are no happy endings’
Watching butterflies eindigt met de magische verschijning van een vrouw die Tox en Mister L. identificeert: ‘Deze twee zullen altijd in ons leven zijn, kinderen. Zo zijn de trieste feiten. Maar als je ze herkent, als je ze benoemt en weet hoe ze zijn, dan kan je hun krachten verminderen.’ En onder luid gejoel, inclusief dat van alle kinderen op de tribune, worden Tox en Mister L. de zaal uitgejaagd. Gejoel dat onmiddellijk ook gesmoord wordt in realiteitszin: ‘There are no happy endings. Er zal altijd gif zijn. Ronnies zusje komt niet thuis (…) en Victory heeft nog altijd loodvergiftiging. Niets verandert, niet echt’, zegt dokter SYS.
Schrijver Eric Schmiedl bezocht samen met Coltof de community dramaturgen en schreef op basis van hun verhalen in nauwe samenwerking met Coltof en Meyer de toneeltekst. Schmiedl: ‘Een van de grootste uitdagingen vond ik om eerlijk te blijven ten aanzien van de persoonlijke verhalen. Dat zijn we hier in de Verenigde Staten niet zo gewend, om in jeugdtheater de harde realiteit een plek te geven. Dennis en Liesbeth hielden mij op dit punt scherp. Zij lieten zich leiden door wat de families vertelden, ze hadden geen eigen agenda en vonden het belangrijk om naast humor en hoop ook echt te laten zien hoe zwaar het is.’ Bij CPH is het juist dit handelsmerk van Coltof dat uiteindelijk – toen de voorstelling eenmaal speelde – zeer werd gewaardeerd. En, ook des Coltofs, de voorstelling eindigt hoopvol, met een lesje solidariteit in zekere zin. De muren van de wachtkamer maken plaats voor een wand vol vlinders en de hele cast zingt een lekker in het gehoor liggend eindnummer over de kracht om samen iets moois en nieuws op te bouwen.
10CHILDREN Cleveland
Coltof en Meyer kijken terug op een intens en geslaagd eerste project. Meyer: ‘Een van de doelen was om bewustzijn hier in Cleveland te creëren, vanuit verschillende gezichtspunten en kunstvormen een genuanceerd en indringend beeld te geven. Deze week hebben kinderen en volwassenen uit de armste wijken in Cleveland een voorstelling gezien die gebaseerd is op hun leven en stem geeft aan hun strijd. Later in het seizoen gaat CPH de voorstelling hernemen en docenten, mensen uit de zorg en nog veel meer schoolkinderen uitnodigen. Op de scholen worden lessen gegeven rondom de scènes over loodvergiftiging, astma en toxic stress. De documentaire wordt breed in Cleveland vertoond, bij de gemeente, huiseigenaren, gezondheidszorg. En een van de foto’s van Amber N. Ford komt als muurschildering in een van de wijken waar wij hebben gewerkt.’ Coltof vult aan: ‘Het enige dat niet goed gelukt is, is dat we in deze openingsweek geen decisionmakers in de zaal hebben gehad. De burgermeester was uitgenodigd, mensen van de ambassade waren uitgenodigd; maar de mensen die echt iets kunnen doen voor deze kinderen waren er niet. Daar is nog werk aan de winkel, hopelijk komen die mensen wel bij de herneming. Bovendien gaat CPH vergelijkbare projecten als dit uitvoeren in Buffalo en Las Vegas.’
foto Roger Mastroianni
Wereldwijd project
Na Cleveland komen er nog negen edities, verspreid over de hele wereld. Voor 2024 staan Curitiba – in de buurt van Sāo Paolo, Brazilië – op het programma, Mumbai in India en Düsseldorf in Europa. In 2025 volgt Kaapstad. Elke stad heeft een eigen thema dat verband houdt met armoede. Zo focust 10CHILDREN Curitiba op inheemse kinderen die in de grote stad leven en 10CHILDREN Mumbai op meisjes en hun schaarse mogelijkheden om een zelfstandig leven op te bouwen. Op die manier worden de vele gezichten van armoede wereldwijd verbeeldt. In de meeste van deze steden zal Coltof niet zelf regisseren, maar brengen zij en Meyer hun artistieke kennis in om lokale kunstenaars en organisaties zo goed mogelijk te faciliteren en ondersteunen in het overbrengen van zowel de wrange als hoopvolle kanten van hun verhalen. In de tiende editie zullen zoveel mogelijk voorstellingen, documentaires en tentoonstellingen uit de eerdere edities samenkomen. Er zal een intensief professionalsprogramma zijn, waarin ervaringen, inzichten, knelpunten en resultaten – artistiek en sociaal – worden uitgewisseld. Daarnaast besteedt het Krokusfestival in Hasselt vanaf 2024 elk jaar aandacht aan de ontwikkeling van het project.
Een belangrijk gedeelte van de financiering van de afzonderlijke projecten komt uit de betreffende landen. Of het hele project doorgang kan vinden is echter mede afhankelijk van Nederlandse en Europese subsidies, die tot nu toe uitbleven.
Bij het afscheid van een van de community-dramaturgen, de familie Fiasco, buiten op de veranda van hun huis – gelukkig ‘loodveilig’ verklaard – blijkt de persoonlijke impact van het project voor deze familie. Moeder Fiasco vertelt eerst vol trots dat de titel voor de voorstelling bij hen vandaan komt. Fiasco: ‘Wij hadden net een baby en die had een fles nodig. Ik lag boven in bed en zei tegen mijn man, ga jij eens eventjes een fles maken. Hij gaat naar beneden en blijft heel lang weg. Toen hij eindelijk terugkwam, had hij geen fles bij zich. Wat was je aan het doen, vroeg ik en hij zei: I don’t know, I was watching butterflies.’ Soms is even wegdromen al genoeg om er weer tegen te kunnen. En vervolgens wijdt ze uit over de school van haar kinderen. Het gaat niet zo goed, haar zoon wordt gepest en de directeur gaat daar niet goed mee om. Ze wil dat haar kinderen naar een andere school gaan en vertelt dat haar belangrijkste criterium voor een school is of die samenwerkt met CPH. ‘Want het is belangrijk dat mijn kinderen leren zich te uiten, en om zelfstandig te zijn. Dat kan een project als dit ze leren. Daar hebben ze voor de rest van hun leven wat aan.’
10CHILDREN Cleveland: de documentaire
In Cleveland komt loodvergiftiging onder kinderen vier keer zo vaak voor als het landelijk gemiddelde in de verenigde Staten. Toen Cigdem Slankard, directeur van de film- en media-afdeling van de Cleveland State University, werd gevraagd om een documentaire te maken als onderdeel van 10CHILDREN Cleveland, besloot ze te focussen op deze sluimerende en voor velen onbekende ziekte die duizenden kinderen in Cleveland treft. Slankard: ‘Van alle gezondheidseffecten van armoede, zoals mentale problemen en de gevolgen van toxic stress raakt loodvergiftiging mij het meest omdat dat zo specifiek is voor kinderen die in armoede opgroeien.’
In de film Lead in the Land, die ze samen met studenten maakte, is onder meer te zien dat eigenaren die huizen met loodverf verhuren weinig moeite doen om de verf te vervangen. Dat is namelijk een dure klus, alle kozijnen moeten vervangen, alle houten muren moeten volledig afgedekt en opnieuw geschilderd. Het is gemakkelijker om nieuwe huurders te vinden wanneer oude huurders vertrekken omdat hun kinderen vergiftigd zijn, dan om zo’n dure renovatie uit te voeren. De voorzitter van de gemeenteraad van Cleveland vertelt in de film dat eigenaren sinds een aantal jaar de verplichting hebben om hun huizen ‘loodveilig’ te maken. ‘Loodvrij’ is onmogelijk want dan zouden huizen helemaal vervangen moeten worden. Maar er is veel onwetendheid: een maatschappelijk werker rijdt uren door een arme wijk op zoek naar huizen waar de verf van de muren bladdert. Ze zoekt de eigenaren op en waarschuwt ze dat ze moeten laten onderzoeken of er lood in de verf zit. Slankard: ‘Mensen weten niet in wat voor huizen ze wonen. Ik ben optimistisch, ik denk dat er langzaam oplossingen gaan komen en ik hoop dat de film bijdraagt aan bewustzijn over dit probleem.’
Dit artikel kwam mede tot stand door ondersteuning van de Netherlands America Foundation en het Cleveland Playhouse.