Muziektheatervoorstelling Operasi Batavia gaat over gedwongen keuzes in de chaos tijdens de dekolonisatieoorlog 1945-1949 in voormalig Nederlands–Indië. Na een speelreeks in Nederland in 2021, opende de voorstelling in december het Theaterfestival van Jakarta (FTJ). Hoe werkt dit verhaal op de plek waar het zich allemaal afspeelde?

Terwijl het – deels Nederlandse – theatergezelschap met Operasi Batavia in Indonesië verblijft, is net het WK voetbal in Qatar losgebarsten. Het leeft daar meer dan in Nederland. Op de een of andere manier lopen veel Indonesiërs warm voor het Nederlands elftal en hullen zich in het oranje. Maar de theatergroep focust zich intussen op een heel ander avontuur.

Operasi Batavia, een samenwerkingsproject tussen muziektheatergroep DeltaDua uit Zaandam en theater Kubur uit Jakarta, is als een reis door de geschiedenis; ze zet de impact van de loop ervan uiteen. Van het uitroepen van de onafhankelijke Indonesische republiek (1945), de Politionele Acties (in Indonesië bekend onder ‘Agresi Militair Belanda’), de Speciale Troepen die onder leiding van de beruchte commandant Raymond Westerling executies uitvoerden, de soevereiniteitsoverdracht na de Ronde Tafel Conferentie (1949), het overbrengen van Molukse KNIL-militairen naar Nederland (1951) tot het verlies van de hoop op terugkeer naar het vaderland en de excuses van koning Willem Alexander aan Indonesië (2020) voor het exceptioneel geweld tussen 1945-1949.

Het verhaal draait om hoofdpersoon Mozes, de veteraan die diende bij het Korps Speciale Troepen van kapitein Westerling. Het personage is niet gebaseerd op één karakter maar is ontstaan uit het collectieve geheugen van voormalige KNIL-soldaten die nooit een stem hebben gehad. Mozes leeft geïsoleerd van de buitenwereld, teruggetrokken in een oude wapenfabriek. De grens tussen verbeelding en werkelijkheid vervaagt wanneer spoken uit het verleden, die al sinds zijn komst in Nederland (72 jaar geleden) in zijn hoofd genesteld zijn, een appel doen op zijn mentale weerbaarheid; Westerling, zijn bloedbroeder de Indonesische nationalist Aaron, en de rebellen Uzuri, Amalia en Sofia – het zijn demonen die hem voortdurend storen. De spanning loopt voelbaar op. Daarbij staat het conflict – dat ook families splijt – dat Mozes heeft met zijn broer Aaron, die voor de Indonesische zijde heeft gekozen, centraal. De messen worden geslepen tussen fictie en historische werkelijkheid.

In de Nederlands-Indische gemeenschap is de koloniale geschiedenis een gevoelig onderwerp. Voorstellingen over Indië zoals Het Indisch Interieur, Gelukzoekers op Sumatra, De Eeuw van mijn moeder, Rumah saya, Hallo Bandoeng, Op klompen door de dessa kleuren de recente theaterseizoenen. Als het gaat om de theatrale verbeelding van traditionele en actuele Molukse verhalen en het overbrengen van de universele elementen die in de verhalen besloten liggen, brengt DeltaDua al jaren taboedoorbrekende, pijnlijke, actuele onderwerpen uit de koloniale en postkoloniale geschiedenis van Nederland op de planken. Dat kenmerkt de legacy van de oprichters van DeltaDua, acteur/regisseur Anis de Jong en actrice Nel Lekatompessy. Afgelopen februari vierde de groep haar veertigjarig bestaan.

Operasi Batavia is een spin-off van de voorstelling Westerling, een broederstrijd die sinds 2018 al diverse versies heeft gehad. Het primaire perspectief is dat van de getraumatiseerde Molukse KNIL-militair. Het was al in een vroeg stadium de bedoeling dat voor het Indonesisch uitgangspunt samenwerking werd gezocht met theatergroep Kubur waar eerder mee is samengewerkt. De coronapandemie gooide roet in het eten, maar in september 2021 kon de groep uit Indonesië wel naar Nederland komen. Operasi Batavia maakte een korte tournee door Nederland. Maar het was nog niet af. DeltaDua wilde graag voor Indonesisch publiek spelen en omdat Kubur met positieve verhalen naar huis kwam, nodigde de Kunstraad van Jakarta (DKJ) beide groepen uit om de voorstelling Operasi Batavia te spelen op het 49ste Theaterfestival van Jakarta.

Inclusie

Theater Kubur onder leiding van Dindon W.S.(Wahyudin Sukarja), die ook internationaal (Australië, Brunei, Filippijnen, India, Japan, Taiwan) aanzien geniet, ontwikkelt gedurfde voorstellingen met sociaal-maatschappelijke thema’s. Het festival haakte aan op het verhaal met de diverse perspectieven, maar ook op de historische discrepanties. Het theaterfestival probeert onder het motto Lebaran de maatschappelijke en traditionele verschillen (ook op het gebied van theater) te omarmen en daarbij niemand uit te sluiten.

Bambang Prihadi, voorzitter van het theatercomité van de Kunstraad Jakarta: ‘De organisatie wil ook kritische cultuur bevorderen die artistieke kwaliteit voortbrengt.’ Het is een eer om het festival te mogen openen, benadrukte de organisatie telkens. Beide regisseurs, Anis de Jong en Dindon W.S., werden  geïnterviewd door de Indonesische Staatsomroep, Voices of Indonesia.

Adaptatie

Eenvoudig is het werken in Jakarta niet. De groep wordt voor de repetities weliswaar rondgereden in een opgeknapte stadsbus met VIP-status, maar Jakarta is een miljoenenstad die bekend staat om haar lange files en opstoppingen. De groep moet elke dag door het drukke verkeer naar de volksbuurt waar gerepeteerd wordt in een donkere en hete repetitieruimte van Kubur. De kampong ligt vlak bij een begraafplaats, waaraan de theatergroep zijn naam ontleent. De wind doet de dakdelen klapperen, het regenwater lekt de studio in. De oproep tot het gebed vanuit de moskee overstemt meermaals het spel. De weg ernaartoe bestaat uit kleine steegjes waar hier en daar ratten wegschieten; het hoort allemaal tot het dagelijks leven. De andere repetitieruimte op het immense theatercomplex is vlak bij het hotel. Maar deze danszaal is niet altijd beschikbaar want er zijn tijdens het festival uiteraard meerdere groepen die moeten repeteren. Op het theaterfestival staan veel verschillende voorstellingen, bijvoorbeeld ook uit Japan en Oostenrijk, te zien.

De onderlinge communicatie gaat vaak met handen en voeten. Behalve de taalverschillen is er ook sprake van een uiteenlopende theaterbenadering. Kubur is gericht op beweging, DeltaDua zit meer op de dialogen en personages. Het is voor de acteurs uit Nederland duidelijk: ‘Wij westerlingen zitten meer in ons hoofd en onze Indonesische collega’s zijn lichamelijker ingesteld.’ Nel Lekatompessy die tijdens de trip voortdurend tussen het Nederlands en Indonesisch door laveert, is ook op het toneel een belangrijke verbindende schakel. Ze speelt diverse rollen, is soms verteller of tolk. Doordat ze de essentie vertaalt van de andere spelers die Nederlands spreken, is een boventiteling niet nodig.

Nieuwe setting

Het theatergezelschap wordt gedurende het hele proces, van repetitie tot aan de voorstelling, begeleid door twee Engelssprekende assistenten, Aryo Bimo en April Yusri. Het productieteam in Nederland en Kubur hebben steeds over en weer gecommuniceerd over de materialen, het decor en de kostuums. Decorontwerpster Silvana Nicoletta, die al jaren betrokken is bij DeltaDua producties: ‘De repetitieruimte van Kubur met haar doorleefde spullen bood extra inspiratie, ook om het toneelbeeld verder aan te laten sluiten bij de dagelijkse realiteit; zo kreeg ik de mogelijkheid Kuburs rekwisieten te integreren in mijn ontwerp.’ Ook het in korte tijd eigen maken van de tekst – vanwege een andere cast en rolverdeling, een nieuw script – is een moeizaam proces. Een nieuwe cast doet een ander appel op de dynamiek tussen de personages op toneel. Bovendien speel je in Indonesië, waar het publiek een andere verbeelding heeft en een lokale setting nodig is: een café in Oud-Batavia.

Het schrappen van tekst gebeurt tot op het laatste ogenblik. François Pical (Aaron): ‘Dat heb ik als uitdaging gezien. Je wordt op scherp gezet en dan ga je meer ontdekken over de personages maar ook over jezelf. Het spelen met een andere cast, dat is aanpassen, elkaar leren kennen, samen spelen maar vooral plezier hebben met elkaar op de vloer. Uiteindelijk kwam alles samen in Jakarta want toen waren we pas compleet.’

Enkele acteurs van de eerste opvoering van Operasi Batavia in Nederland konden niet mee naar Jakarta en worden vervangendoor Folmer Overdiep en Margriet Dantuma. De laatste heeft eerder meegespeeld in de voorstelling Gevangenen van de Vrijheid en heeft bijna alles van deze buitenlandse tournee op video vastgelegd voor de documentaire A story of struggle die DeltaDua aan het maken is over veertig jaar theatermaken. Overdiep, die Westerling speelt, had net Op klompen door de dessa afgerond, een immersieve theatervoorstelling over een Nederlandse veteraan met veel wroeging en frustratie over het koloniale geweld in de onafhankelijkheidsoorlog van ‘45-‘49. ‘Dat is dezelfde periode waarin Operasi Batavia zich afspeelt’, vertelt hij. ‘Daardoor begreep ik dat veel jonge militairen niet wisten waarvoor ze vochten of tegen wie. Dat ze aan het lijntje werden gehouden door de Nederlandse regering.’

Tussen herinnering en later

Het onderliggende thema van het festival is Ingatan dan Kemudian, te vertalen als Herinnering en Later. Indonesiërs die we gesproken hebben, noemen kennis van hun eigen geschiedenis ‘zwak’ en hun archieven allesbehalve compleet. Die gedeelde geschiedenis en het verhaal van de broers die recht tegenover elkaar stonden in de dekolonisatieoorlog, het feit dat zelfs scheidslijnen dwars door families liepen, vullen een hiaat in de kennis over de geschiedenis van Indonesië. Zij wisten niet van de overtocht van de eerste generatie Molukkers vanuit Indonesië, en dat Molukkers in Nederland al langer dan zeventig jaar met frustraties zitten: een bevolkingsgroep tussen wal en schip, een speelbal van de internationale politiek toentertijd. In de Indonesische geschiedenisboeken staat het niet. Alleen als je je als student verdiept in de Tweede Wereldoorlog en de periode daarna, zou je het summier kunnen tegenkomen. En ook in de Nederlandse geschiedenisboeken komt die historie maar kort aan bod. Daarom is het zo relevant en urgent. Het boek Revolusi, Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld door David Van Reybrouck werd behalve als rekwisiet ook steevast gebruikt als naslagwerk. Margriet Dantuma: ‘Ik wist globaal dingen van de geschiedenis van Indië/Indonesië. Nu weet ik ietsje meer, mede omdat ik mijn vrije tijd in Jakarta deels heb besteed aan het lezen van boeken. Maar er valt nog veel te leren.’ François Pical: ‘Ik heb gemerkt dat de geschiedenis over Nederlands-Indië nu een hot item is, zowel in Nederland als in Indonesië. Er is behoefte om de geschiedenis helder te krijgen en er is nu veel meer beschikbaar qua informatie. Ook is het geen taboe meer om hiernaar op zoek te gaan. Dat we na de voorstelling tijdens de Q&A scherpe vragen kregen over de historische gebeurtenissen in het spel, is een bevestiging dat het leeft.’ Anis de Jong valt hem bij: ‘Terwijl theater eigenlijk gebruik maakt van verbeelding om historie te begrijpen.’ Folmer Overdiep: ‘Je voelt je op toneel, tussen de Indonesische en Molukse cast, als je zo’n rol als Westerling speelt, soms wel erg ‘wit’. Je realiseert je dat wij, Nederlanders, behoorlijk in de fout zijn gegaan de afgelopen eeuwen. Het delen van verhalen leidt tot het delen van een gezamenlijke geschiedenis. Je houdt elkaar een spiegel voor. Ik bemerkte daar óók een verschil in benadering van mijn Indonesische collega’s. Zij kijken liever naar troost dan schuld. Liever hoop dan wanhoop.’

In het algemeen merk je dat Indonesiërs liever vooruit en naar de toekomst kijken. Aryo Bimo, de begeleider van de groep die Nederlands-Indië bestudeerd heeft: ‘De eerste keer dat ik Operasi Batavia zag, was ik blij. Eindelijk wordt dit onderwerp in de openbaarheid gebracht. Tegelijkertijd was er ook een gevoel van angst of het Indonesische publiek wel klaar was voor deze stroom aan informatie. Maar ik geloof dat iedereen, vooral de jongeren in ons land, deze feiten moet kennen. Bovendien gaat geschiedenis niet over wie de schuldige is, maar waarom dingen gebeuren en hoe we ermee omgaan om een volgende stap naar de toekomst te zetten, in de eerste plaats als persoon, maar ook als natie.’

Met elkaar in gesprek blijven

Het Indonesische publiek bestaat voornamelijk uit jongeren. Voor hen is de voorstelling een eyeopener. Velen blijven na afloop zitten voor de Q&A. Ze zijn heel nieuwsgierig naar hoe de Molukse gemeenschap in Nederland leeft en naar het verhaal dat daarbij hoort. Operasi Batavia wordt in drie talen opgevoerd: Indonesisch, Engels en Nederlands. De voorstelling maakt gebruik van een projector voor scène-ondersteunende beelden op de achterwand. Ook wordt er live steeds beeld opgenomen en direct geprojecteerd, waarbij op sommige scènes ingezoomd wordt. De combinatie van voornoemde talen plus de bijpassende beelden op de achterwand maakt dat het ‘verstaanbaar’ is. Hoewel de meeste tekst in het Nederlands is, heeft het publiek alles toch redelijk kunnen volgen en, – door het spel – zelf kunnen aanvoelen. Tijdens de Q&A met de regisseurs en alle acteurs op het podium gaat iedereen met open vizier de dialoog aan. Anis de Jong vraagt aan Dindon W.S.: ‘Hoe komt het dat we ondanks onze verschillen elkaar zo kunnen inspireren?’ Die antwoordt: ‘Wellicht komt het door hoe wij beiden tegen de wereldproblematiek aankijken. Dat is de spirit die ons verbindt. Oorlog verwijdert ons allen. Juist door de twee broers naast elkaar te zetten, kunnen we openlijk hierover praten en zien we verschillen en overeenkomsten.’

De reacties na afloop zijn overwegend positief, ook in de recensies die zijn verschenen. De organisatie vond de voorstelling indrukwekkend. Een festivalmedewerker vertelt dat hij verrast was door de spannende momenten en zich steeds afvroeg wat er nu weer ging komen. Het team is vooral blij met het artistieke resultaat en de vele loftuitingen. ‘Dit hebben we in korte tijd toch maar neergezet door inspanningen van het hele team’, verwoordt Anis de Jong het gevoel dat bij iedereen heerst.

Voor de twee Nederlandse acteurs is de theatertrip naar Indonesië het hoogtepunt van 2022. Margriet Dantuma noemt Operasi Batavia het meest interessante en bijzondere theaterproject waaraan ze heeft meegedaan. Niet alleen haar dubbelrol (Nona, de geliefde van Mozes, en Ineke, de Nederlandse onderzoekster) is buitengewoon uitdagend. Ook de samenwerking tussen zulke uiteenlopende culturen en met regisseurs die tegelijkertijd een geschiedenis delen, de duidelijke raakvlakken, de samenstelling van de groep en de kracht van het stuk droegen voor haar hieraan bij. ‘Verschillen doen er niet zo toe en worden ook iets waar je met humor naar kunt kijken. Ik gun iedereen zo’n ervaring, als tegenhanger van de stortvloed aan mediaberichten die ons voortdurend op schijnbaar onoverbrugbare verschillen wijzen.’ Voor Folmer Overdiep komen drie grote liefdes samen: die voor theater, geschiedenis én Indonesië. Dantuma: ‘De noodzaak om dit stuk weer in Nederland te spelen, lijkt me heel groot. De voorstelling is inhoudelijk heel actueel. Nederland is nog steeds bezig met het verleden als kolonisator. Aan alle kanten zijn slachtoffers en verliezen te betreuren. Het is nodig om hierover het gesprek aan te blijven gaan, ook omdat het een universeel voorbeeld is voor meer (oorlogs)situaties in de wereld. Maar misschien nog veel belangrijker: wij hebben als groepen uit verschillende werelden een aantal weken met elkaar mogen werken. Er is in geïnvesteerd, met tijd, energie en geld. Het zou zonde zijn om het hierbij te laten.’

Foto: Sem Usmany, repetitiestudio in Jakarta

Programmamaker Jacqueline Vorst is bij deze productie betrokken als regieassistent. Dit project is mede mogelijk gemaakt met de financiële steun van: het Fonds Podiumkunsten (FPK), CEWIN (Collectieve Erkenning Indisch Moluks Nederland | Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport) en Dutch Culture.

Dossiers

Theaterkrant Magazine maart 2023