Het Miljoenenkasteel is gekraakt. Een klokkenluider heeft een enorme hoeveelheid documenten openbaar gemaakt die een inkijkje geven in het functioneren van het grootste toneelinstituut van ons land. Alle namen en overige privé informatie zijn vanzelfsprekend onherkenbaar gemaakt.

Lief dagboek. Waarom plant de argwaan zich voort als konijnen? Bijt het zich vast? Kauwt het internationale carrières tot moes? Maalt het de trouwe hardwerkende burger tot ragout? 

Waarom voer ik de argwaan, de achterdocht, de haat, de miskenning, mijn dromen? Mijn parels? 

Lief dagboek, soms voel ik mij een kooi in een vogel. Ik bedoel een vogel in een kooi.

Lief dagboek, vandaag was mijn penis in erecte toestand precies 1,5 centimeter langer.

Lief dagboek. Vandaag was mijn ontlasting deels lichtgroen en even dacht ik dat ik. 

Lief dagboek. Soms komen de stadsmuren op me af. Soms halen de stadspoorten me in en haken me poot. 

Het is niet Amsterdams genoeg. Ik slaap al jaren in een Johnny Jordaan pyjama. Koester al jaren mijn seizoenkaart voor Ajax. Pindakaas van Bakkerij Hartog. Thee van het Hofje van Wijs. Brandt en Levie Worst. Biltong van Frank’s Smokehouse. Koggetjes van banketbakkerij van Strien. Stampen in de Gorillabar? Wildbraken op de Dam?
Jan Gotjé noten. Afzakken op de Wallen. De urinelucht. De hondendrollen. De liquidaties. De agressie. De toeristen. De drukte. De botheid. Het totale gebrek aan ruimte. Rust. Being. Oxygen. 

Wat is er mis met internationale ambities? Ik heb ze geeneens. Het liefst zou ik net als vroeger verdwalen in de eerste de beste navelstaarderige duinpan installatie op Terschelling even geen context gewoon lekker naar binnen gekeerd omdat dat misschien wel is waar ik ECHT behoefte aan heb introspectie weg van dat meta weg van dat geo dat internationale weg van die hele fucking poppenkast. Landelijk. Klein. Kortzichtig. Bekrompen. Venijnig. Agrarisch. Oerol. Hoerol. Oogbol. Muizenhol. Teringtrol. Onzichtbaar zijn. Zuipen, neuken en coke op Formerum. Wild kakken op Mitsland.

In een afgelegen vakantiehuisje onder het genot van een goede rode wijn en een karige thuismaaltijd van de Coop een lofzang schrijven op de onschuldige masturbatiecompetenties van mijn goudvis Tjalp en mijn voorliefde voor zeewier, muziek ademende mosselen, rellende boeren en in de zon fonkelende scheermes-schelpen. 

Waarom dragen de muizen mij in New York nog steeds op handen? Waarom kussen de kippen in Berlijn nog steeds mijn voeten? Een wassen beeld in Sarajevo. Een plein in Paramaribo. Ik heb werkelijk geen idee. Ik heb niets met die plekken. Nooit gehad.

Hoe verklaar ik de uitmuntende recensies, de handgeschreven met eau de cologne besprenkelde dankbrieven? De Musical Awards, De Tony’s, de Drama Desk Awards? De eredoctoraten? De Oeuvreprijzen? De lintjes? De Titels? Hoe verklaar ik de dickpicks, de bloemenkransen, de bonbons, het zilver, het goud, de ringen, de gordijnen, de kettingen, de amuletten, de diamanten, de odes, de cadeaus, de baby’s, de placenta’s? De vaders die me hun dochters aanbieden, de moeders die me hun zonen schenken, de vissen die me de oceaan, de bomen die me het bos, de maagden die me hun vlies, de besnedenen die me hun voorhuid.

I couldn’t care less. 

Lief dagboek, met jouw welbevinden, sluit ik na deze laatste woorden definitief de geruite gordijnen van mijn genialiteit en zoek mijn weergaloze heil elders.

Ik word boerin op Terschelling. 

Dossiers

Theaterkrant Magazine september 2022