Nieuwe collectieven als Opening Statement en De Amazones maken theater waarin de klimaatcrisis centraal staat. De jonge makers agenderen het thema niet alleen op de podia, maar gaan ook naar protesten van Extinction Rebellion. Wat zijn de parallellen tussen activistisch theater en protestacties?
Ruim 750 klimaatactivisten werden op zaterdag 28 januari gearresteerd tijdens de blokkade van de A12 bij Den Haag. De actie was geïnitieerd door de protestbeweging Extinction Rebellion (XR), met als doel de overheid aan te sporen om te stoppen met (investeringen in) het gebruik van fossiele brandstoffen. Een van die arrestanten is Joeri Heegstra, die onder andere met zijn collectief Opening Statement theater maakt over de klimaatcrisis, en regelmatig aan acties van XR deelneemt. Hij wist vooraf dat hij zou worden opgepakt, vertelt hij de maandag erop. ‘Die arrestaties zijn onderdeel van de actie en dragen bij aan de zeggingskracht van de demonstratie. In die zin heeft zo’n protestactie ook een voorspelbare dramaturgie.’
De esthetiek van het protest
In hoeverre zijn artistieke (maak)processen van meerwaarde voor activistische bewegingen? Zowel de protestactie als de theatervoorstelling draaien om een fysieke aanwezigheid, zegt Heegstra: ‘Je wilt ergens ruimte voor innemen en de aandacht van andere mensen opeisen voor een thema.’ Net als een theatervoorstelling, is een grote actie zoals de snelwegblokkade op de A12 eerst en vooral een poging om iets te communiceren. ‘Het heeft een heel concrete, visuele beeldtaal, met heldere kleuren en terugkerende slogans, en ook door de lock-ons waarin de demonstranten zichzelf vastzetten.’ Hij noemt dat de esthetiek van het geweldloze, zittende protest van de vreedzame burger. ‘De bedoeling is bovendien om daarin een massa-esthetiek te vinden, waarin het echt gaat over het geheel van de groep. Elke deelnemer wordt gevraagd om de actieconsensus van XR te onderschrijven: als je je niet kan vinden in de voorwaarden kun je beter niet meedoen. Zo’n heldere code is er om het toegankelijk te maken voor de mensen die meedoen, maar ook om het leesbaar te maken voor de buitenkant, en de mogelijkheid dat de tegenstander het negatief framet te beperken.’ Ter illustratie van dat laatste noemt hij het woonprotest in Rotterdam uit 2021, waarin een radicale groep meeliep. ‘Die werden opgepakt en dat werd vervolgens gebruikt om het hele protest in een kwaad daglicht te stellen. Dat kun je voorkomen met een heel heldere esthetiek: wij zitten hier in gezamenlijkheid, en we doen niks.’
Op die manier maken de demonstranten het contrast met de optredende autoriteiten bovendien heel visueel. ‘Er wordt een context gecreëerd waarbinnen wordt gehandeld en die in dienst staat van wat je wilt bereiken. Dat doe je ook als regisseur. Door de confrontatie tussen actievoerder en politie (als verlengstuk van de overheid) te ensceneren, hoopt XR de legitimiteit van de actie te vergroten en de proportionaliteit van de reactie te verkleinen.’
Overigens voelt Heegstra wel een bepaalde frictie in het constant benadrukken van die vreedzaamheid. ‘Ten eerste omdat ik denk dat we in de klimaatbeweging wel degelijk een radicale flank nodig hebben en die ook moeten beschermen, maar ook omdat die nadruk het protest iets ongevaarlijks kan geven.’
Theatermakers Pepijn van den Berg en Willemijn Böcker stonden op 28 januari in de solidariteitsdemonstratie rondom de snelweg. Ook zij maken met hun collectief De Amazones theatervoorstellingen waarin ze op zoek gaan naar antwoorden op de klimaatcrisis. Net als Heegstra zijn ze op dit moment niet actief betrokken bij de organisatie van XR, maar zijn ze wel regelmatig aanwezig bij acties.
Theatrale elementen, stellen zij, zijn vaak een wezenlijk onderdeel van de protestacties die XR organiseert. Van den Berg noemt als voorbeeld De traanrede die de beweging in 2020 tijdens Prinsjesdag organiseerde: ‘Een treurige muzikale carnavalsoptocht’, die eindigde met een monoloog, geschreven vanuit het perspectief van Moeder Aarde.
Ook noemt hij de Red Rebels, een subgroep van XR: deze gekostumeerde ‘street performance’-artiesten komen vaak halverwege een demonstratie en lopen dan zwijgend in een bepaalde choreografie om een blokkade. ‘Iedereen wordt dan helemaal stil. Heel empowering voor de activisten in de blokkade.’ Böcker: ‘Bovendien hebben zij echt de functie om te de-escaleren, ervoor te zorgen dat de politie meer geneigd is vreedzaam in te grijpen.’
Het redelijke midden
Met hun theaterwerk hopen ze de reputatie van activisme bij te stellen. Van den Berg: ‘Activisme heeft vaak een negatieve connotatie, waardoor mensen die zich wel degelijk zorgen om het klimaat maken, ervan weg willen blijven.’ Böcker: ‘Theater is een goede manier om te laten zien wat er onder dat activisme zit.’ Mensen zien vaak vooral de woede op straat, maar als je de angst, het verdriet en de twijfel die daarachter schuilgaat laat zien, leer je die woede begrijpen en kun je je beter aan die mensen spiegelen.’
Zo hopen ze vooral ‘het redelijke midden’ – dus de mensen die geen klimaatontkenners zijn maar zich ook niet als activist definiëren – te bereiken. Böcker: ‘Klimaatontkenners ga je echt niet meekrijgen met een theatervoorstelling, terwijl het redelijke midden heel goed weet dat het niet goed gaat, ook wel vindt dat er iets moet gebeuren, maar een demonstratie of blokkade bijwonen een brug te ver vindt. Die mensen zijn eerder geneigd zich te verplaatsen in de activist en de waarde ervan in te zien. Bovendien is het een groep die je veel in het theaterpubliek vertegenwoordigd ziet.’
Verbeeldingscrisis
Welke rol kan theater of verbeelding spelen in het huidige klimaatdebat? Heegstra: ‘De klimaatcrisis is voor een groot gedeelte een verbeeldingscrisis. We kunnen ons niet inbeelden hoe we op een manier moeten leven die volgens de meeste wetenschappers nodig is, hoe het er hier in de toekomst uit gaat zien of hoe het er ergens aan toe gaat daar waar de effecten van de klimaatopwarming nu al voelbaar zijn.’ Theater kan ruimte scheppen en handvatten bieden voor die verbeelding, stelt hij.
Böcker en Van den Berg zijn het daarmee eens. In Wie de f*ck heeft dit gedaan?! (2022) voeren ze een Nederlandse stad in de nabije toekomst op die onder water staat. Daarin presenteren ze uiteindelijk een manier van samenleven waarbij het toch nog goedkomt met de aarde. In die denkoefening ligt een potentiële meerwaarde die kunst op wetenschap heeft, volgens Böcker. ‘Wij weten ook niet hoe de weg naar een oplossing eruitziet. Maar misschien kun je door een hoopvol einde te verbeelden, van daaruit terugwerken en de route ontdekken hoe daar te komen.’
Met theater bereik je volgens Heegstra misschien relatief weinig mensen, maar de emotionele en affectieve impact is groot. ‘Bovendien heeft theater nog een voordeel op andere kunstvormen: het speelt zich af in gemeenschappelijkheid. Een van de grootste problemen in de algemene teneur binnen het klimaatdebat, is dat het heel individueel voelt; we zijn heel lang vooral aangesproken op ons eigen consumptiegedrag en onze eigen ecologische voetafdruk. Maar het is een gemeenschappelijk probleem. De verbeeldingscrisis wordt niet opgelost doordat één iemand bedenkt hoe het wel moet, die kan alleen maar opgelost worden door daar in gezamenlijkheid over na te denken. Maar dat gesprek is heel moeilijk. Voor de angst, frustratie of apathie die soms komt kijken als je echt kijkt naar wat de toekomst nodig heeft, is weinig maatschappelijke ruimte.’
Theater kan daar volgens hem een rol in vervullen, door mensen samen te brengen en dat gesprek te faciliteren. ‘Er is inmiddels een groot bewustzijn over de klimaatcrisis, de meeste Nederlanders maken zich zorgen over de toekomst van de planeet, en toch is er weinig ruimte om het over die zorgen en de consequenties daarvan te hebben.’
Böcker: ‘De klimaatcrisis gaat over veel meer dan alleen co2, onze hele manier van leven moet veranderen. Dat gaat verder dan nu stoppen met vliegen om de uitstoot te beperken. Dat is óók nodig, maar niet genoeg: in de kern gaat het over hoe we met elkaar omgaan. Het is een sociale, intermenselijke crisis.’
Op zoek naar andere narratieven
Maar wat voor soort verhalen moeten we dan in het theater vertellen? En zijn verhalen überhaupt wel de juiste vorm, of moeten we op zoek naar andere narratieven? Heegstra: ‘Ik vraag me af of je narratief klimaattheater kan maken. De westerse theatertraditie is heel erg gericht op individuen: doorgaans gaat het over individuele personages die een persoonlijke ontwikkeling doormaken. Terwijl dat eigenlijk haaks staat op de collectiviteit van de switch die we moeten maken.’ Je moet dus op zoek naar theatervormen die gaan over een collectieve omslag. ‘Bijvoorbeeld zoals Emke Idema doet met Forest (2020), wat een heel radicale manier is van je publiek een soort handelingsbekwaamheid en eigenaarschap te geven over het narratief dat er gemaakt wordt.’ Zelf maakte hij met Opening Statement in 2022 de voorstelling Horizon, waarin toeschouwers individueel in gesprek gaan met een tiener, die je bevraagt over hoe de wereld er in 2052 uitziet en je zo forceert tot het formuleren van een toekomstbeeld. ‘Als toeschouwer krijg je het narratief van de vijftienjarige die naast je staat in handen. Je maakt het echt zelf en wordt heel erg geconfronteerd met wat er gebeurt als je heel concreet moet gaan nadenken over de toekomst.’
Complexiteit
Vinden ze zichzelf weleens terug in een interne spagaat tussen de activist en de kunstenaar? Van den Berg: ‘Aan de ene kant wil je duidelijk een boodschap overbrengen met je werk, aan de andere kant wil je dat mensen een mooie, aansprekende voorstelling zien. En dat ervaren toeschouwers doorgaans niet zo als ze zich voortdurend aangesproken voelen op hun fouten.’ Böcker: ‘Soms verpak je daarom iets op een mildere manier, omdat je denkt dat je daardoor meer bereikt.’ Van den Berg: ‘We ontwikkelen ons daar ook in. Waar we in onze debuutvoorstelling Dwarsliggers de musical (2021) nog kozen voor een minder belerende toon, kozen we bij Wie de f*ck heeft dit gedaan?! veel sterker voor een directe boodschap. We leggen in de voorstelling ook uit waarom we daarvoor kiezen: het is complex, want als wij voortdurend doen alsof het allemaal best meevalt, krijgen jullie dat gevoel ook, en dat is het wel het laatste wat we met de voorstelling willen bereiken. Die directheid is misschien niet altijd leuk, maar ligt wel in de lijn van onze bedoelingen met het werk.’
Heegstra: ‘Wat ik ingewikkeld vind aan het tonen van die complexiteit: we ervaren de klimaatcrisis in het dagelijks leven al als waanzinnig complex. Welke functie heeft een voorstelling als het die complexiteit steeds herbevestigt?’ Hij noemt als voorbeeld De zaak Shell, waarin die complexiteit door makers Anoek Nuyens en Rebecca de Wit expliciet gethematiseerd wordt. ‘Als toeschouwer herken je je daarin, en in die herkenning werd die voorstelling ook heel warm ontvangen.’ Maar die herkenning heeft volgens hem ook iets comfortabels, en werkt niet direct activerend. ‘Op die manier kan het tonen van complexiteit ook vervlakken.’
Böcker: ‘Theatermakers zijn vaak geneigd nuance op te zoeken en ik denk niet dat we daar altijd bij gebaat zijn. Nuance kan een eenduidige boodschap in de weg zitten, bijvoorbeeld dat we gewoon moeten stoppen met fossiele brandstoffen. En ja, dan loop je het gevaar dat je als belerend wordt gezien, maar is dat zo erg? Waarom zou moralisme iets negatiefs zijn? Soms wil ik gewoon tegen mensen zeggen: we zijn niet goed bezig.’
Kunnen theatermakers eigenlijk ook iets leren van de acties van protestbewegingen als XR, als het gaat om actievoeren voor zichzelf en het agenderen van hun eigen problemen? Heegstra: ‘Het grote verschil met een beweging als XR is dat daarbij de verdeling van burgers tegenover de overheid heel helder is. In de theatersector is die machtsverdeling veel diffuser, het gebeurt bijna nooit dat de hele sector zich zoals tijdens de Mars der Beschaving tegen de beleidsmakers keert. Ik merk dat er onder jonge makers, die nergens bij aangesloten zijn en afzonderlijk weinig macht hebben, steeds meer bewustzijn komt over de impact die we in gezamenlijkheid kunnen uitoefenen. Het radicaal afwijzen van slechte omstandigheden wordt steeds normaler. Wat we kunnen leren van protestbewegingen is het creëren van een soort heldere baseline: dit is de basiseis waar we met zijn allen voor en achter staan, in solidariteit met elkaar.’
Theater of blokkade
Heegstra noemt zijn theaterwerk eerder ‘activerend’ dan ‘activisme’. ‘Activeren is dat je een steentje in de vijver gooit dat rimpelingen teweegbrengt, activisme zijn die golven.’ Van den Berg en Böcker omschrijven hun werk bij De Amazones zeker als een vorm van protest. Böcker: ‘Maar als iemand me vraagt wat we binnen het activisme nu het hardst nodig hebben, zeg ik: mensen die naar de blokkades gaan. Theater kan aanzetten tot duurzame verandering, maar de weg ernaartoe is langer: je gaat naar een voorstelling, raakt geïnspireerd, dat gaat broeien en langzaam ga je anders denken. Maar de vraag is: hebben we daar nog tijd voor?’
Foto: Peggy de Haan. WIE DE F*CK HEEFT DIT GEDAAN?! (2022) van De Amazones van en met Ayla van Summeren, Judith Boesen, Pepijn van den Berg, Willemijn Böcker. Regie Loulou Hameleers, decor Quinten de Smedt, licht Goos van den Berg