Ruim een jaar geleden werd de Podiumpas landelijk uitgerold. Inmiddels maken bijna 3000 theaterliefhebbers gebruik van de pas; gezamenlijk bezoeken ze gemiddeld circa 5800 theatervoorstellingen per maand in bijna zestig deelnemende theaters. Maar ondanks alle goede resultaten is nog niet iedereen om. Wat zijn de uitdagingen?

Na een uitvoerige testperiode vanaf 2017 (met onderbreking tijdens de corona-periode), werd de theaterpasse-partout in november 2022 landelijk geïntroduceerd. De resultaten van het eerste jaar bevestigen wat uit de cijfers van de pilotperiode ook al bleek: de pas zet aan tot frequenter en avontuurlijk theaterbezoek en een grotere reisbereidheid. Mooie bijvangst is dat pashouders vaak iemand op sleeptouw nemen en hun enthousiasme via mond-tot-mondreclame met hun omgeving delen, en dat ze daarmee actief ambassadeur van de theatersector zijn.

Pashouders kunnen voor 35 euro per maand onbeperkt naar al het reguliere aanbod in de deelnemende theaters en concertzalen. Reserveren kan vanaf 30 dagen voor aanvang. Aan de producent vergoedt Podiumpas 50 procent van de kaartprijs zoals de bezoeker die aan de kassa zou hebben betaald. In sommige gevallen voegt het theater de andere 50 procent van de ticketprijs bij recette voor de artiest.

Directeur Rob van Steen van Schouwburg Concertzaal Tilburg is na het eerste jaar vooral heel content met de Podiumpas. ‘Van de 30 duizend actieve vaste gasten van ons theater zijn er nu 360 pashouders. Dat lijkt weinig, maar zij bezoeken gemiddeld wel veel meer voorstellingen dan onze reguliere bezoekers: 13 bezoeken per jaar.’

Gemiddeld legt een pashouder twee bezoeken per maand af, volgens de organisatie. En belangrijker: dat zijn per seizoen 15 voorstellingen meer ten opzichte van het aantal voorstellingen dat deze toeschouwers eerder zonder pas bezocht.

In Tilburg wordt de pas over de hele breedte van het aanbod gebruikt, zegt Van Steen. ‘Ze komen veel en gaan ook overal naartoe. We zien echt dat het theaterbezoek van de pashouder avontuurlijker wordt. We hebben bijvoorbeeld mensen die nu een vaste dag hebben: die gaan gewoon elke dinsdag naar het theater, ongeacht wat er op dat moment geprogrammeerd staat. Zij nemen bovendien vaak weer vrienden mee, die wel gewoon het volle pond voor een kaartje betalen.’

Aan de bespelerskant wordt de pas met wisselend enthousiasme ontvangen. Een aantal vrije producenten is soms nog wat kritischer, merkt Van Steen. ‘Die zien ineens tien kaartjes weggaan voor de helft van de prijs. Youp van ’t Hek stond hier vier avonden op rij en elke avond meldde een vrouw met Podiumpas zich een kwartier voor aanvang met de vraag of er nog een plekje was. Die heeft vier avonden op rij in de zaal gezeten. Aan de andere kant: grote kans dat die stoel anders leeg was gebleven.’

Vooral het ‘meer vernieuwende deel van het aanbod’ is er blij mee, merkt hij. ‘We hebben avonden dat er ineens veertig pashouders komen aanwandelen, dat zorgt er toch weer voor dat zo’n zaal ineens beter gevuld is, met een betere sfeer en een leukere avond als resultaat.’

Majlis Korthals van Kobra Theaterproducties juicht het initiatief alleen maar toe. ‘Ons aanbod is relatief kwetsbaar: dat geldt met name voor ons toneel, maar ook voor onze cabaretiers die grotendeels jonger zijn en onbekender dan veel van hun collega’s. Zij kunnen niet per definitie rekenen op uitsluitend uitverkochte zalen. Die zijn ontzettend gebaat bij de Podiumpas. Tuurlijk zullen er mensen in de zaal zitten die anders de volledige prijs hadden betaald, maar het grote deel is nieuw publiek dat anders waarschijnlijk helemaal niet gekomen was.’

Dat door de Podiumpas de drempel om een voorstelling te bezoeken bijna helemaal wordt weggenomen, geeft volgens haar ook ‘een vrijbrief om opener te kijken’. ‘Veel bezoekers gebruiken die pas om nieuwe dingen te leren kennen. Als iets dan totaal niet je ding blijkt, is dat ook weer een ontdekking.’

Sceptisch is ze eigenlijk nooit geweest. ‘Als een zaalbezetting niet optimaal is, kijk je altijd met het theater hoe je dat kan verbeteren. Dat is soms een dilemma: je wil niet meteen de ticketprijzen naar beneden halen, maar wel die zalen vullen.’

Parkstad Limburg Theaters (PLT) deed wel mee aan de pilotfase van de pas en noteerde daar mooie resultaten, maar wacht vooralsnog met het implementeren van de pas totdat de laatste onduidelijkheden zijn opgelost. Want dat is vooralsnog niet zo, zegt directeur Janine Dijkmeijer: ‘Als gebruiker ben ik een groot voorstander, maar vanuit de theaterzijde zie ik nog wel enkele uitdagingen die serieuze aandacht verdienen. Allereerst in het gebruik: het reserveren van tickets en de afhandeling daarvan.’ Op dit moment is er geen centraal reserveringssysteem voor pashouders. Bij PLT betekende dat, dat bezoekers die met een Podiumpas kwamen na reservering eerst nog langs de avondkassa moesten. ‘Bij populaire voorstellingen zorgde dat voor een grote druk op de medewerker van de avondkassa.’

Dijkmeijer ziet bovendien dat er ook artiesten zijn, en dan met name de commerciële partijen, die liever nog niet willen meedoen. ‘En daardoor krijg je als theater hogere kosten, want je moet die inkomsten die zij mislopen dan gaan compenseren.’

Ze begrijpt hun terughoudendheid. ‘Impresariaten en producenten zijn ondernemers, die willen zo goed mogelijk verkopen. Ook als een deel van het ticket vergoed wordt, kan dat voor hen verkeerd voelen. Het gaat ook over het sentiment. Ze willen niet dat een megaproductie als Jesus Christ Superstar voor minder waarde over de toonbank gaat. En waarom zouden ze iets wat wel voor de hoofdprijs verkocht kan worden, voor minder de deur uitdoen?’

Wat niet meehelpt is dat mensen steeds vaker later of zelfs last-minute beslissen om naar een voorstelling te gaan. Bekende cabaretiers zijn in de voorverkoop direct uitverkocht, dus daar hebben pashouders geen profijt van. Maar bij veel andere (grote) producties kunnen er in de laatste vier weken nog behoorlijk veel kaarten verkocht worden, zegt data-analist Stefan Smets van PLT. ‘Juist die producties zijn bij Podiumpashouders ook erg in trek. De angst van producenten is dat er te veel kaarten door de Podiumpashouders worden besteld die anders voor de reguliere prijs verkocht zouden kunnen worden.’

Dijkmeijer: ‘Iets anders is het als het gaat om bijvoorbeeld onbekendere cabaretiers waar het publiek nog opgebouwd kan worden, of een artiest of gezelschap die de stap van de middenzaal naar de grote zaal gaat maken. Daarvoor is een Podiumpas perfect, want het levert immers zonder meer nieuw publiek op.’

Een aantal vrije producenten, is de ervaring van PLT, zou het liefst zelf selecteren welke producties wel en niet in aanmerking komen voor de pas. Smets: ‘Maar van cherry-picking wordt de Podiumpas weer minder waard. Dat is een dilemma.’

Yvonne Rosman (76) uit Heemstede heeft de pas vanaf het begin. Voordat ze de pas had, bezocht ze pakweg eens in de drie weken een voorstelling, maar dat aantal is sindsdien verdubbeld. Ze bezoekt niet alleen theaters in haar regio, maar gaat ook steeds vaker naar theaters die wat verder van huis liggen: van de schouwburg in Den Haag tot Podium Mozaïek in Amsterdam.

Grote producties, zoals werk van ITA, stonden altijd al op haar radar, maar sinds de Podiumpas bezoekt ze ook steeds meer kleine voorstellingen van jonge makers die ze nog niet kende. ‘De pas nodigt uit om te gaan experimenteren, theater buiten je comfort-zone te bezoeken. Laatst zat ik in Theater Bellevue bij de voorstelling De wanen. Het zou anders nooit in me opgekomen zijn om daarheen te gaan, maar het was heel erg verrassend.’

Op het praktische aspect kan nog wel een slag gewonnen worden, vindt ze. ‘Soms lukt het niet om twee kaarten tegelijk te bestellen en dan kan je niet naast elkaar zitten. Of je moet eerst een mail sturen en dan krijg je daarna een bevestiging of je kan komen. Als het te ingewikkeld wordt, haak ik af. Bij veel theaters is het de laatste tijd gelukkig geautomatiseerd. Ik moet nu ook bij alle theaters afzonderlijk informeren wanneer en wat er te zien is. Het zou fijn zijn als dat via een centraal punt kon, zoals bij de Museumkaart.’

Dorienke Hesseling (31) uit Enschede dacht meteen toen ze hoorde van de pas: ‘Dit is vet’. Ze gaat al jaren veel naar theater en doet zelf in haar vrije tijd ook aan toneel. Sinds ze de pas heeft is haar theaterbezoek nog toegenomen, zegt ze eind november. ‘De teller staat nu op 47 voorstellingen sinds begin dit jaar. Pakweg driekwart daarvan heb ik met mijn Podiumpas bezocht. Sommige voorstellingen die ik heel graag wilde zien, zoals AIDA, waren niet te zien bij aangesloten theaters, dus daar heb ik alsnog gewoon een kaartje voor moeten kopen.’

Sinds ze haar pas heeft, bekijkt ze bijna wekelijks het aanbod van de theaters in haar regio: ze gaat net zo makkelijk naar theaters buiten haar woonplaats, zoals in Hengelo, Zwolle of Apeldoorn. Voor haar werk als vertegenwoordiger in de textielindustrie, moet ze het hele land doorkruisen. ‘Dus als ik een keertje in Utrecht ben, kijk ik meteen even wat er daar in het theater te zien is.’ Dat maakt de keuze voor haar lekker ruim. ‘Elke avond is er ergens wel iets.’

Ze houdt van de grote gezelschappen, zoals ITA, NITE, Oostpool en De Warme Winkel. ‘Nu kan ik hun werk nog beter blijven volgen.’ Extra leuk is het om voorstellingen te bezoeken die ze anders nooit gezien zou hebben. ‘Voor een voorstelling als Dorian van Het Nationale Ballet had ik anders nooit een kaartje gekocht. Ik ging eigenlijk alleen maar naar toneel en musical, ik had nog nooit een dansvoorstelling gezien. Maar naar Het Nationale Ballet zou ik 100 procent zeker meteen nog een keer  gaan.’

Een andere ontdekking was Jakop Ahlbom Company. ‘Ook heel tof. Ik was helemaal niet bekend met zijn werk, maar met zo’n pas is de drempel veel lager. Ik ging me een beetje inlezen en dacht: dat klinkt leuk, laat ik het proberen. Voordeel is ook dat het niet erg is als je een keertje een misser hebt. Dan denk je gewoon: nou, dit doen we de volgende keer niet meer.’

beeld Milo

Dossiers

Theaterkrant Magazine januari 2024