De Italiaanse choreograaf Alessandro Sciarroni doet deze zomer Julidans aan met UNTITLED_I will be there when you die, het tweede deel van een trilogie waarin hij speelt met begrippen als doorzettings- en uithoudingsvermogen. Hij onderzoekt hierin de taal van het jongleren vanuit een conceptuele invalshoek.

Op het moment dat ik hem spreek is Alessandro Sciarroni (1976) aan het werk in het Italiaanse Poverici, een kleine stad midden in Italië. In een serie van drie residenties selecteert hij de cast voor zijn volgende voorstelling Aurora, de laatste productie van zijn trilogie Will you be there tomorrow. Met vijftien blinde atleten analyseert hij de balsport goalbal voor blinden, die het uitgangspunt vormt van zijn volgende productie. Sciarroni zal de vrij onbekende praktijk van deze sport analyseren, zoals hij dat eerder deed met de Beiers-Oostenrijkse Schuhplattler-dans voor de voorstelling FOLK-s, will you still love me tomorrow? en met de jongleerkunst voor UNTITLED_I will be there when you die.

Wind mee

Tien jaar lang werkte Sciarroni als acteur bij Lenz Rifrazioni, een gezelschap in Parma dat zeer visueel theater produceert. Daarnaast studeerde hij kunstgeschiedenis. Geleidelijk aan raakte hij in de ban van performancekunst. Al had hij van zijn grote voorbeelden Marina Abramović, Gina Pane en Vito Acconci geen enkele performance live gezien, hij was er wel van onder de indruk. Hij wist ook dat hij zelf wilde maken. Dat leidde in 2007 tot zijn eerste productie Your girl, een beeldende performance waarin hij het lichaam van een kleine vrouw met de botziekte Osteogenesis Imperfecta tegenover het ‘perfecte’ lichaam van een jonge man plaatste. Inspiratiebron was Giovanni Giudici’s gedicht La Bovary c’est moi, over de illusie die liefde heet. In de performance gaan beide spelers uit de kleren en in het eindbeeld houden ze ontroerend elkaars hand vast.

Sciarroni was niet heel gelukkig met de context waarin het werk aanvankelijk werd getoond, een galerie. Sciarroni: ‘Mijn voorstellingen zijn vaak te conceptueel voor theater, maar te theatraal in de context van de beeldende kunst. Ik opereer in het gebied daartussen.’ Hij stuurde de dvd van Your girl naar diverse internationale festivals en kreeg tot zijn verbazing antwoord.

Sciarroni had de wind mee. Hij won verschillende Italiaanse prijzen en vond aansluiting bij het Marche Teatro in Ancona, waar hij sindsdien artist in residence is. De structurele ondersteuning van dit theater was van wezenlijk belang voor zijn ontwikkeling en vormt de reden dat Sciarroni nog altijd zijn basis heeft in Italië.

Motor

Beginnende en onafhankelijke choreografen hebben het niet gemakkelijk in Italië. Er worden weliswaar wel concoursen met prijzen georganiseerd, maar er zijn weinig productiemiddelen voor de ontwikkeling van veelbelovende jonge makers. Al begint in Italië een en ander wel open te breken nu veel balletgezelschappen – veel middelgrote steden hebben zo’n gezelschap – hun publiek dreigen te verliezen en opgeheven worden.

Dat bewijst ook de nieuwe aanstelling van Roberto Casarotto, die onlangs artistiek leider werd van het Balletto di Roma. Elke choreograaf, ook in Nederland, kent Casarotto. Vanuit zijn positie bij het Operaestate Festival Veneto in Bassano di Grappa mengde hij zich in vele Europese initiatieven. Zo creëerde hij kansen voor Italiaanse choreografen om zich te ontwikkelen in internationale residencies en met internationale coproducenten. In zijn residency in Bassano nodigt hij bovendien ook veel Europese en niet-Europese choreografen uit en stimuleerde op die manier tal van internationale producties. Casarotto is een belangrijke motor voor de nieuwe dansontwikkelingen in Italië en kort nadat hij werd aangesteld bij Balletto di Roma haalde hij Sciarroni binnen als associate choreographer.

Krachtmeting

Na Your girl creëerde Sciarroni nieuwe voorstellingen, waaronder Joseph, een solo waarin zijn bewegingen via een webcam werden vervormd en geprojecteerd op een groot scherm. Met de daaropvolgende voorstelling FOLK-s brak Sciarroni definitief door in het internationale festivalcircuit. ‘Het was Roberto Casarotto die mij introduceerde bij een groep Tiroolse volksdansers. Ik wilde van hen de Schuhplattler leren, maar ze waren principieel en wilde mij de dans niet leren omdat ik niet uit hetzelfde dorp kwam.’ Teleurgesteld schreef Sciarroni hun een brief of ze tenminste bereid waren om de dans, die hij zelf instudeerde met zijn dansers, te corrigeren. Sciarroni zocht naar een nauwkeurige interpretatie van de traditionele vorm en was serieus. ‘Ze stemden toe. Bloednerveus dansten de dansers voor hen, pas toen brak het ijs. De volksdansers waren geïmponeerd omdat we geen muziek gebruikten en zo ontstond het concept van FOLK-s. Ik realiseerde me dat het bij deze dans vooral draait om de synchroniciteit en het aspect van unisono. Toen begon ik na te denken over ritme en tijd.’

In FOLKS-s laat Sciarroni de muziek weg en zet vooral het geluid van de ritmische patronen van de zes dansers centraal. Wat overblijft is een minimal dance waar vervolgens een soundscape tegenover wordt gezet, die volledig afwijkt van de traditionele muziek. De dans wordt een krachtmeting, zoals de Schuplattler in feite ook vooral de viriliteit van de danser laat zien.

Way of life

Al Sciarroni’s voorstellingen in de trilogie brengen het publiek terug naar de essentie van een bepaalde bewegingspraktijk. Na FOLK-s volgde UNTITLED, een voorstelling met jongleurs. Ook voor de selectie van de jongleurs organiseerde Sciarroni drie residenties. Het moesten jongleurs zijn die goed met elkaar konden werken en open minded waren. Dat er een meditatieve werking uitgaat van het ritme dat de jongleurs creëren was een verrassing voor Sciarroni. ‘Vroeger bezocht ik vaak het circus maar op een gegeven moment raakte ik verzadigd, ik miste het drama. Toen ik een paar jaar geleden op straat opnieuw naar enkele jongleurs keek, groeide mijn bewondering voor hun vaardigheden. Ineens keek ik er anders naar. Er is een enorme concentratie. De vaardigheid van het jongleren gaat gepaard met een levenslange training. Jongleur word je niet, je bent het bij je geboorte. Het is een way of life. Al sinds hun jeugd zijn de jongleurs met wie ik UNTITLED creëerde bezig met de manipulatie van objecten. Daarin onderscheidden ze zich van andere kinderen. Het gaat gepaard met een soort eenzaamheid. Stel je voor dat je thuis komt met de mededeling: mam, ik word jongleur. Dat is bijna even erg als een coming-out. Ik was totaal naïef, maar we vertrouwden elkaar en het was een prachtig onderzoek. Het repeteren met jongleurs was anders dan met de dansers en performers met wie ik tot dan toe werkte. De jongens kenden elkaar niet, maar gingen onmiddellijk aan de slag met de opdracht. Jongleurs leven veel meer in het moment. Hun houding is weinig complex en er wordt nauwelijks geklaagd. Ze zijn niet bezig met de vraag wat hedendaagse kunst is.’

Wie UNTITLED bestudeert kan verschillende dimensies ontwaren. Op de vloer staan de jongleurs met hun geconcentreerde handelingen; in de ruimte boven en om hen heen dansen de kegels op hun beurt hun eigen choreografie. Sciarroni kijkt graag naar mensen die druk met iets bezig zijn en geconcentreerd midden in een activiteit zitten. Het is zoiets als het performen zelf; men is volledig in het hier en nu. ‘Ik was als kind gebiologeerd door insecten die zich allemaal bij elkaar hoopten en dan tegelijkertijd allemaal dezelfde kant op gingen. Een actie die uitgevoerd wordt door een grote groep, zoals nu in het vooronderzoek van Aurora, creëert een enorme kracht. De energie van zo’n groep is zeer bepalend, je bent er onderdeel van, al doe je niet echt mee. De performers van Aurora zijn blind. Het gegeven dat je hen kunt zien terwijl zij jou niet kunnen zien creëert nog meer empathie.’ Wie kijkt hier naar wie, wordt de vraag in deze komende productie van Sciarroni.

Draaibeweging

De samenwerking tussen Roberto Casarotto en Sciarroni begon in 2010, toen Casarotto hem uitnodigde zich aan te melden bij het platform Aerowaves. Casarotto: ‘Alessandro heeft een zeer authentiek handschrift en heeft een unieke manier gevonden om te werken met mensen uit verschillende disciplines. Een paar jaar geleden liet hij zijn verlangen blijken om te werken met getrainde technische dansers, sindsdien gaat onze dialoog dikwijls over het werken met balletdansers. Ik heb Alessandro uitgenodigd om associate choreographer te worden bij Balletto di Roma vanwege zijn interesse in deze context. De uitnodiging is tegelijkertijd een bijzondere kans voor het gezelschap om een kunstenaar te ontmoeten met een originele benadering van het creatieve proces.’

Met dansers van het Balletto di Roma zal Sciarroni een werk maken in het hedendaagsekunstmuseum MAXXI in Rome. Hiermee slaat hij een nieuwe weg in. Zijn onderzoek naar specifieke bewegingspraktijken sluit hij met Aurora af, zijn nieuwe invalshoek richt zich vooral op specifieke acties. Zo onderzocht hij in eerste instantie de actie van het springen en met de dansers van het Balletto di Roma zal hij onderzoek doen naar de draaibeweging. ‘Balletdansers kunnen geweldige pirouetten draaien, maar ik wil ze juist stimuleren om van die techniek af te stappen. Als kind doe je ook onderzoek naar beweging. Je ontdekt het draaien spelenderwijs. Je probeert hoelang je het kunt volhouden en soms word je duizelig. Je probeert jezelf uit te dagen. Ik wil terug naar dat speelse onderzoek en combineer dat vervolgens weer met de techniek van de dansers.’

UNTITLED_I will be there when you die door Alessandro Sciarroni

4-5 juli, Theater Bellevue Amsterdam (Julidans)

www.julidans.nl

Dossiers

Theatermaker zomer 2015