Er zal maar een vrouw in een rood pak onverhoopt onvoorstelbaar geïnspireerd raken door een voorstelling in het noorden van het land. Dan zijn de consequenties niet te overzien. Een korte, speculatieve fictie speciaal geschreven voor Theaterkrant.

Donderdag

14:05
Het is grauw buiten. Binnen zit een jonge vrouw in een rood pak onderuitgezakt achter haar bureau. Haar telefoon trilt. Op het scherm is te zien dat ze over tien minuten een vergadering heeft. Ze zucht diep. Terwijl ze de laatste hap van haar boterham met vegakip neemt, vraagt ze zich af wanneer ze het plezier in haar baan verloren is. Ze wordt gebeld. Nog een diepe zucht. Daar gaan de laatste minuten van haar pauze. Tijdens het telefoongesprek zoekt ze op haar computer een trein uit voor vanavond.

20:20
Het is een koude winteravond, maar in de foyer is het warm. Daar worden verwachtingen en eerdere ervaringen besproken. Er wordt gevraagd of de drankjes mee naar binnen mogen. Te hete koffies worden opgedronken. Bij de kassa staat een rij wachtenden die hopen dat er iemand niet op komt dagen. Alhoewel, er moeten minstens dertig mensen niet komen opdagen voordat deze hele rij naar binnen kan. Als je ver boven de stad zweeft, zou je fietsers kunnen zien racen om nog net op tijd op hun stoel terecht te komen. Als je nog verder uitzoomt, zie je ditzelfde patroon in alle steden van het land. Fietsers die vanuit hun huizen naar de dichtstbijzijnde theaters trekken. En niet alleen vanuit de huizen in die steden, ook vanuit omliggende dorpen zijn er fietsstromen te zien. Gehuld in warme jassen, mutsen en sjaals en zichtbaar in het donker door fietslampjes. Van boven lijken de lichtjesstromen op onbekende sterrenbeelden.

20:30
Aanvang. Het zaallicht gaat uit. De gordijnen gaan open. Het licht op de vloer gaat aan. De acteurs komen op. Mensen stoten elkaar aan. Telefoons worden op stil gezet. Benen worden over elkaar geslagen. Telefoons worden vergeten. Er wordt gefluisterd dat het begint. 

22:55
De foyer van de schouwburg in Meppel. Het is rumoerig. Er wordt gedrongen bij de bar. De wijn, het bier en de gemberthee vloeien rijkelijk. Mensen staan in groepen te praten en wanneer ze in een ander gesprek iets opvallends horen, wisselen ze. Als je de hele avond zou luisteren zou je horen dat de woorden ‘onmogelijk’, ‘onontkoombaar’ en ‘onze verantwoordelijkheid’ samen 96 keer worden gezegd op deze plek alleen al. 

23:45
In een nabij liggend café wordt een man op zijn neus geslagen. Het precieze gesprek verdwijnt in het cafégedruis, maar de woorden ‘hypocriet’ en ‘leugenaar’ zijn duidelijk te horen. De deur van het café gaat open en er stormt iemand de kou in. Hij knijpt zijn bloedneus dicht, stapt op zijn fiets en zwabbert richting huis. 

Vrijdag

08:30
De volgende morgen in het torentje in Den Haag. Er schijnt een waterig zonnetje op de krant van 11 februari 2028. De jonge vrouw die we nog kennen van het rode pak draagt vandaag een net iets andere variant in dezelfde kleur. Ze gaat achter haar bureau zitten, zet haar koffie naast de krant neer en bestudeert de voorpagina. ‘Première leidt tot gevecht in kroeg’. De vrouw slaat de krant open en leest. Er zou een ruzie zijn ontstaan tussen een man die ze niet kent en een minister. Ze schudt afkeurend met haar hoofd. Haar gedachten gaan terug naar gisteravond in Meppel. Het toneelstuk dat in première ging had een samenleving getoond waarin iedereen volledig klimaatneutraal moest leven. Eerst klonk dit heel positief, maar de weg hiernaartoe was nogal extreem. Wanneer je je niet aan de klimaatregels hield, moest je levenslang de gevangenis in. Volgens de fictieve regering was het moord om de aarde te vervuilen. Moord op de volgende generaties. Dit had voor veel geroezemoes in de zaal gezorgd en ook de vrouw in het rode pak had zich ongemakkelijk gevoeld bij deze uitspraak. Het stuk volgde een man die meer vrijheid wilde en zich niet langer aan het strenge regime hield. In de laatste scène zat hij in een cel en droomde hij. In zijn droom werd hij bezocht door een kind uit de toekomst. Het kind hield een wonderschone monoloog over dat zij nog leefde omdat hij de cel in moest. Dat zij elke dag schone lucht kon ademen, doordat mensen zoals hij opgesloten werden. Deze laatste scène liet het publiek snikkend en beduusd achter. De vrouw slaat de krant dicht, pakt haar koffie weer op en staart uit haar raam. Ze fantaseert over toekomstige kleinkinderen. 

19:05
Die avond staat de vrouw met het rode pak te koken. Een andere vrouw komt thuis, gaat op de aanrecht zitten en vertelt een anekdote. Een collega in de bakkerij had gedacht dat het nog mogelijk was om te vliegen binnen Europa. Dit had voor de slappe lach gezorgd bij de rest van het bakkersteam. Ze grinniken, geven elkaar een paar kussen en de vrouw concentreert zich weer op haar curry. Terwijl ze rijst over twee borden verdeelt, denkt ze aan de voorstelling van gisteren. Ze vraagt zich af wat die collega van haar vriendin ervan zou hebben gevonden.

Zaterdag

15:10
Het is een zonnige middag en veel mensen brengen hun vrije dag buiten door. De vrouw met het rode pak staat haar fiets te wassen en is diep in gedachten verzonken. Zo diep dat ze niet merkt bijna aangereden te worden door een zelfrijdende postbezorgkar. Ze denkt na over de verhouding tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. De situatie van de man in de cel en het kind uit de toekomst blijft maar door haar hoofd spoken. Ze zet een stap naar achteren om het resultaat te bekijken. Haar fiets glinstert in het felle zonlicht. Iemand wandelt langs en maakt een compliment. Ze komen tot de conclusie dat de fietsen van de zaak er flink op vooruit zijn gegaan de afgelopen jaren. 

Zondag

09:20
In een slaapkamer opent een vrouw haar ogen. Ze draait zich op haar zij en wil haar vriendin een kus geven. Die blijkt echter al vertrokken te zijn. Ditmaal niet in een rood pak maar in een pyjama zit ze aan de eettafel. Ze typt al een aantal uur aan een wetsvoorstel. Die nacht bedacht ze het en daarna kon ze de slaap niet meer vatten. Ze mocht van zichzelf om zes uur opstaan en sindsdien is de woonkamer gevuld met het geluid van haar getyp. Het is jaren geleden dat ze voor het laatst iets typte. Typen duurt langer dan wanneer de computer de tekst direct uit haar gedachtes overneemt, maar voor deze gelegenheid heeft ze een toetsenbord van zolder gehaald. Het doet haar denken aan haar studietijd. De herrie van het getik, die toen ook klonk wanneer ze aan haar opdrachten schreef.

Maandag

10:05
In het torentje kun je hersenen horen kraken. Terwijl de vrouw met het rode pak werkt aan de laatste zinnen van haar voorstel, wordt er op de deur geklopt. Een lange man met puntige schoenen stapt naar binnen. Uit het gesprek dat volgt, valt op te maken dat deze twee mensen samenwerken. Ze plannen een overleg voor later die dag. 

15:30
Die middag zitten de in het rode pak geklede vrouw en de man met de puntschoenen tegenover elkaar. Het bureau is bezaaid met papieren en lege koffiekoppen. De man leest de laatste zin op de laatste pagina die voor hem ligt, kijkt op en zucht.

Minister-president
En? Wat vindt u?

Stilte.

Adviseur
   Ik schrik ervan.

Minister-president
   Waarvan precies?

Adviseur
    Ik ken en respecteer uw idealisme, maar dit slaat werkelijk alles. 

Minister-president
    Wij weten allebei dat het nodig is.

De adviseur staat op en begint door de kamer te ijsberen.

Adviseur
   Was u bij die voorstelling die vrijdag in de krant stond? 

Minister-president
    Het was glashelder. Er moet iets gebeuren. Om eerlijk te zijn voelde ik me een behoorlijke sukkel dat die voorstelling me dat opnieuw duidelijk moest maken.

De adviseur stopt met ijsberen en kijkt de minister-president smekend aan.

Adviseur
   Er ligt een heel pakket aan plannen. Plannen waarmee we misschien langzame, maar wel weldoordachte stappen zetten. Deze plotselinge radicaliteit na het zien van een voorstelling gaat niemand goed doen.

Minister-president
   Het klinkt niet alsof u de voorstelling gezien heeft, want niks in mijn plannen lijkt op wat er daar te zien was. Wat ze daar presenteerden was het inperken van vrijheid. Ik stel voor precies het tegenovergestelde te doen. We verschuiven de opdracht van de burgers naar onszelf. We maken het ze zo makkelijk om klimaatneutraal te leven dat ze er niet eens over na hoeven te denken. 

Adviseur plotseling fel
   Dit is geen schets voor een wetsvoorstel. Dit is het volledig reorganiseren van ons land. Die plannen over infrastructuur en vervoer gaan voor rellen zorgen. En al die andere punten… Met zijn armen in de lucht zoekt hij naar woorden. Mevrouw, ik weet niet hoe u denkt dat we dit kunnen financieren. De staat kan niet elk initiatief tot verduurzaming vergoeden. Als wij de portemonnee moeten trekken voor elke Harry die een zonnepaneel neemt, zijn we binnen de kortste keren hartstikke blut.

Minister-president
   We vinden manieren. We moeten alle consequenties blijven uitdenken en alternatieven bieden waar nodig. Ik begrijp dat dit enorm is en ik wil elk punt kritisch bekijken, maar we moeten het zó groots aanpakken.

Stilte.

Adviseur
   Ik ben bang dat u al uw geloofwaardigheid verliest zodra u dit voorstel indient.

Minister-president
   Ze spelen vanaf donderdag in Den Haag. Ga kijken en dan spreken we daarna verder. 

Adviseur
   Ik heb hier echt hele sterke twijfels over.

Minister-president
   En ik ben hier heel erg zeker van.

De twee kijken elkaar strak aan. De adviseur knikt.

Adviseur
   Oké, ik zal in ieder geval gaan kijken.

Minister-president
   Ik heb al voor u gereserveerd. Donderdag om half negen in de kleine zaal.

De adviseur knikt opnieuw, draait zich om en verlaat de kamer. De minister-president blijft achter. Ze loopt naar haar raam en kijkt naar buiten. Ze lacht. Opeens voelt ze de impuls om het raam te openen en de Hofvijver in te duiken. Als het niet zo stervenskoud was had ze het gedaan.  

22:05
Diezelfde avond in de schouwburg van Arnhem. Er valt een traan op een puntige schoen. Het zaallicht gaat aan. De man die wij ondertussen kennen als adviseur, komt overeind uit zijn naar voren gebogen houding, veegt snel zijn ogen droog en trekt zijn jasje recht. Hij staat op en loopt stilletjes met de stroom mee de foyer in. Onderweg haalt hij zijn telefoon uit zijn zak. Als je goed kijkt, kun je zien dat hij het volgende typt: Wat een belachelijke voorstelling. Probeert u me soms duidelijk te maken dat u een dictator zou willen zijn? Bijna direct verschijnt het volgende antwoord: Niet per se, maar misschien leuk voor de toekomst. P.S. Het kaartje voor donderdag kan ik dus aan iemand anders geven? Er verschijnt een halve glimlach op het gezicht van de adviseur. Hij schudt zijn hoofd en bestelt een biertje. 

Beeld Ez Silva

Dossiers

Theaterkrant Magazine maart 2022