‘De klassieke manier van produceren en afzet is doorbroken, het veld ligt open en is veel diverser inmiddels. De publieke ruimte is een speelveld geworden.’ Dat zegt Jackie Smeets van VIA ZUID, een van de nieuwsoortige talentontwikkelingsplatforms die we in dit nummer profileren. Het woord ‘platform’ is vaag, maar de netwerkorganisaties die zich bezig houden met het werk van nieuwe makers zijn doelbewust mager en lenig, ontlenen hun bestaansrecht in hun koppelen van verschillende soorten organisaties en zijn moeilijk in bestaande denkramen te vangen.

Alle platforms die we portretteren (VIA ZUID, SoAP, PLAN en Station Noord – Standplaats Utrecht had er ook nog bij gekund), komen direct voort uit het wegbezuinigen van de productiehuizen in 2013. Zonder te zeggen dat dat iets goed was, is deze vorm van talentontwikkeling een waardevolle vernieuwing die het verdient vanaf 2021 – via de nieuwe, door het ministerie geformuleerde ‘ontwikkelingsfunctie’ in de Basisinfrastructuur (BIS) – fatsoenlijk ondersteund te worden.

En zo zijn er meer artikelen in dit nummer die preluderen op de subsidieronde die komend seizoen gespeeld gaat worden. (1 februari moeten de vierjarige aanvragen ingediend worden, in voorjaar en zomer volgen de uitslagen.) Sanne Thierens interviewde Linda Lepomme, artistiek directeur van de voormalige musicalafdeling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, en Nicolas Mansfield over de mogelijkheden van het subsidiëren van musicals. Luc de Groen heeft een suggestie voor de nieuwe hoofdredacteur van de Theaterencyclopedie, die op dit moment wordt gezocht in de aanloop naar een structurele plek voor podiumkunsterfgoed en –reflectie in de BIS. En Marcelle Schots en Marijn Lems vliegen elkaar in de haren over de artistieke beoordeling van de vier grote dansgezelschappen, maar eindigen met een heldere gezamenlijke oproep aan de Raad voor Cultuur.

Daarnaast kijken we ook nog even terug naar het voorbije festivalseizoen. Het Holland Festival had een bijzondere editie waaraan we in twee artikelen aandacht besteden. Fransien van der Putt interviewde programmeur Annemieke Keurentjes over de koerswijziging die het festival heeft gemaakt via het werken met twee associate artists uit Congo en Zuid-Afrika en Erwin Roebroeks liet zich vervoeren door aus LICHT en analyseert de impact van deze muziektheaterbelevenis op de opera. Onze vaste rubriek Theaterbeleving van Terry Brochard onderzoekt welke lessen schouwburgen kunnen trekken uit een festival als Oerol.

Een van de associate artists van het Holland Festival – de Congolese choreograaf en verhalenverteller Faustin Linyekula – inspireerde Van der Putt ook tot een bezoek aan het Belgische Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren, waar Linyekula vorig jaar zijn voorstelling Banataba toonde. Haar bijzondere reportage bevat een inspirerend pleidooi voor een meer belichaamde omgang met erfgoed, die Linyekula omschrijft als: ‘Zou het mogelijk zijn om de verhouding van het museum te verschuiven van objecten naar de beweging die een object in gang kan zetten, een beweging in de ogen, het lichaam en de ziel van de toeschouwer?’

Die vraag is niet alleen relevant met betrekking tot onze koloniale geschiedenis, maar ook voor de theaterwereld die zich opmaakt voor de herdenking slash viering van vijftig jaar Aktie Tomaat dit najaar. Alexander Nieuwenhuis werpt alvast een stevige knuppel in het hoenderhok en de volgende editie van dit tijdschrift, die zal verschijnen als Theaterjaarboek 2018/2019, zal geheel gewijd zijn aan de Aktie, haar bronnen en haar gevolgen.

Dossiers

Theatermaker september 2019