Active archiving is, als archivaris zijnde, de mouwen eens flink opstropen en dicht op de praktijk zitten. Doel: een archief aanleggen dat een voorstelling én haar productieproces goed weergeeft. Dat is wat Erin Lee doet als Head of Archive bij het National Theatre in Londen.
Erin Lee bevindt zich in de afronding van haar PhD waarin ze onderzoek doet naar het archiveren van het productieproces rondom de voorstelling Till The Stars Come Down (2024). ‘Ik wilde heel praktisch onderzoek doen, iets dat ook behulpzaam kan zijn voor andere archivarissen die in dezelfde omgevingen werken.’
Lee begon werk voor het National Theatre (NT) met een achtergrond in archiefwetenschap. ‘De kennis die ik meenam had me niet voorbereid voor het soort organisatie waarin ik terecht kwam. En de kennis vanuit de theaterwetenschappen van archie- ven was weer weinig pragmatisch. Daar zat nog een gat, met betrekking tot hoe het dagelijkse werk van een archivaris binnen een theatergezelschap er nu eigenlijk uitziet.’ Met haar PhD onderzoekt ze hoe dit gat te vullen. Inspirerende denkers vond ze in Francesca Marini en Kate Dorney. ‘Zij schrijven over wat het inhoudt om een archivaris te zijn binnen een producerend theater en wat in die context haalbaar is.’
In gesprek over het archief terwijl het zich vormt
Lee werkt vanuit ‘active archiving’. In de context van de rijke en lange historie van het NT is ze dus vooral bezig met dat wat nu ontstaat. Archiveren terwijl het gemaakt wordt. ‘Het gaat er vooral om dat je niet passief bent. De archivaris is actief betrokken en is in gesprek met de mensen die de archiefmaterialen aanmaken. Ik zou graag willen dat het ook betekent dat de archivaris aanwezig is in de werkplaats en de repetitieruimte, op die plekken waar het werk wordt ontwikkeld. Dan kun je de makers helpen nadenken over wat te bewaren van dit maakproces.’ De praktijk is complexer en Lee merkt dat ze niet altijd toegang heeft tot elk moment of elke stem in het proces. ‘In het oriënterend gesprek met de regisseur van het stuk kreeg ik veel steun voor mijn onderzoek. Maar toch hield hij mij wel op afstand van het proces. Uiteindelijk heb ik alleen een tafellezing, de technische doorloop en de try-outs mogen bijwonen. Wel heb ik nauw samen kunnen werken met Beth Steel, de schrijver en Stepan Mysko von Schultze, de staff director.’
‘De schrijver mailde me dat ze zo opgewonden was dat er nu zo’n rijk archief is gekomen rondom de productie. Ze is momenteel de meestuitgebreid gedocumenteerde voorstelling binnen het National Theatre archief. En wie is daar nu niet blij mee?’
Stemmen en gaten in het archief
Lee sprak meerdere mensen die bij het maakproces betrokken waren, zoals de bewegingsregisseur en de lichtontwerper. De sound designer was lastig te bereiken en heeft via email bijgedragen. De vormgever en de regisseur heeft ze uiteindelijk niet kunnen spreken. ‘In plaats daarvan ben ik gaan kijken naar de potentie van de materialen en stemmen die wél in het archief terecht zijn gekomen. Hoeveel zegt dat ons?’ Ze stelde deze vraag aan een aantal onderzoekers van het NT archief. ‘Ze lieten allemaal weten dat het opviel dat de stem van de regisseur miste in het materiaal. Dat was interessant. Maar ze waren vooral dankbaar voor al het materiaal dat er wel is.’
Beeld James Bellorini
Wat het archiefmateriaal níet kan zeggen
‘Archieven zijn biased. Het is dus belangrijk dat je open bent over wat je bewaart en waarom, en dat je de context schetst waarin het materiaal is gemaakt. En die context kun je alleen schetsen door in gesprek te gaan met de mensen die het maken.” Die gesprekken blijken van essentieel belang, omdat daarmee de gelaagdheid en complexiteit van voorstellingen en maakprocessen gevangen kan worden die je niet terugziet in het materiaal zelf. ‘Een collega-archivaris was materiaal van de performance kunstenaar Franko B. aan het catalogiseren. De maker vertelde dat hij voorafgaand aan de performance de vloer liet reinigen met desinfectectiemiddel, zodat het publiek deze sterke geur rook wanneer zij de ruimte binnen stapten. Er is geen fysiek materiaal in het archief dat dit aspect van de voorstelling kan weergeven. Dit gesprek was dus van fundamenteel belang om te begrijpen wat de ervaring voor het publiek was.’
Zoveel meer in het archief
Wat ligt er eigenlijk in het archief van het NT? ‘Mensen denken vaak dat je alleen maar voorstellingsregistraties terug kan vinden in het archief, ik word er gek van! Er is zoveel meer! In mijn onderzoek heb ik me ook op de breedte van materiaal ingezet, we hebben uiteindelijk 1500 stukken aan archiefmateriaal verzameld, waaronder social media posts, begrotingen van alle technische teams en de ‘character fact files’ van de staff director. Dan komt de vraag: hoe representeer je dit in een archief? Hoe beschrijf je het en zorg je ervoor dat materiaal ook vindbaar is? Hoe geef je het de context die het nodig heeft,terwijl je nog niet weet hoe mensen dit materiaal willen gebruiken of hoe ze daar bij willen komen? Voor nu betekent het dat we materiaal zo open mogelijk moeten beschrijven.’
Vindbaar voor binnen en buiten
Het NT maakt gebruikt van een collectiebeheersysteem. Wat heeft het NT daaraan? ‘Heel simpel: dat je dingen kunt vinden. Onze catalogus is verbonden aan een database waar informatie inzit van elke productie, zoals de speellijst, de première, welke prijzen die heeft gewonnen, wie de cast en crew waren, enzovoort. Dit vormt een waardevolle ruggengraat, ook voor ons intern. We kunnen nu bijvoorbeeld eenvoudig achterhalen in welk jaar we de meeste voorstellingen hadden van vrouwelijke schrijvers. Of in welke voorstelling een beroemde acteur diens debuut had.’
‘Het archief biedt aldus toegang tot voorstellingen en materiaal voor onderzoek, wat zeker belangrijk is voor studenten en jonge makers die het zich financieel niet kunnen veroorloven om vaak naar een voorstelling te gaan.’
De AI archivaris
Met zo’n database en catalogus kan het NT verkennen hoe ze nieuwe technologieën inzetten om het archief open te stellen. ‘We hebben met de universiteit van Essex onderzoek gedaan naar of we een AI overlay kunnen ontwikkelen als toegang tot het archief. Dan hoef ik als archivaris niet twee dagen onderzoek te doen naar een vraag, maar kan de lieve AI persoon het archief voor je raadplegen. Het onderzoek gaf aan dat hier een grote potentie ligt.’
Beeld James Bellorini
Het archief open stellen
Maar ook nu al wacht het archief niet totdat er iemand langskomt. Lee organiseert regelmatig ‘Handling Sessions’, voor collega’s en studenten, momenten waarop ze het archief openstelt. Studenten stagemanagement worden geïnspireerd door het archief van Trish Montemuro en studenten theatervormgeving werken met het archief van Jocelyn Herbert. ‘Door het archief van Trish kunnen studenten zien hoe belangrijk hun werk is, dat hun werk er historisch toe doet.’ De theatervormgeving studenten maken nieuw werk op basis van archiefmateriaal. ‘We geven hun toegang tot het archief van Jocelyn, en vragen hen om te reageren door iets nieuws te maken. Meer niet. Sommigen raken geïnspireerd door materiaal van Jocelyn zelf en duiken in een rabbithole, anderen gaan juist veel dichter op de werkwijze van Jocelyn zitten. Na drie weken delen ze het nieuwe werk dat zij hebben gemaakt, of dat nu een masker, een maquette, een kostuumontwerp of een film is.’ Mooie bijkomstigheid is dat deze sessies studenten helpen om een beeld te vormen hoe het archief van een theatervormgever eruit ziet. ‘We starten met deze studenten het gesprek over hun eigen archief. Om de waarde van hun processen te herkennen, en hoe ze dat vastleggen. Zo leert de nieuwe generatie theatervormgevers een goede basis voor hun archiefpraktijk. We organiseren ook archiefpresentaties voor onze donateurs, zodat ze kunnen zien aan welke rijke historie zij bijdragen.’
De bijdrage van freelancers
Heel herkenbaar voor de Nederlandse situatie is dat het NT veel met freelancers werkt, die een belangrijke bijdrage leveren aan het maakproces, maar buiten de organisatie staan. Lee trekt hen er gelijk bij. ‘We nodigen hen aan de start van het proces uit om het archief te bekijken, als bron van inspiratie en onderzoek. Aan het eind van hun bijdrage spreken we ze weer: wat zou je aan het archief willen toevoegen? Dit lukt nog niet altijd, maar als we die cirkel rond kunnen maken, dan zijn we al heel ver!’
Archiveren niet als een gunst
Nu ze aan het eind van haar PhD zit, blikt Lee niet alleen terug op haar bevindingen, maar ook op haar eigen bijdrage. ‘Welke impact heb ik, heeft mijn persoonlijkheid gehad op het onderzoek? Mijn relatie met Beth en Stepan is ontzettend belangrijk geweest voor dit proces. Maar die relatie kan ik niet met iedereen hebben, ook omdat er nog nieuwe makers gaan komen die ik nog niet ken of waar het misschien niet mee klikt.’ Lee is zich ervan bewust dat deze verantwoordelijkheid niet alleen bij haar ligt, maar ook bij de organisatie. ‘Het voelde vaak als het vragen om een gunst aan de makers. Dat voelt ongemakkelijk, het archief moet eigenlijk gewoon worden opgenomen in de gehele organisatie. En dat zal lastig zijn, want het archief is niet de core business, dat is het maken van voorstellingen.’
Toekomst van het onderzoek
Als afronding van haar PhD komt Lee met een aantal aanbevelingen naar het NT. Of het NT die ook daadwerkelijk kan oppakken, moet nog blijken. Daarnaast is ze benieuwd in hoeverre haar aanbevelingen in te zetten zijn bij andere gezelschappen, die anders georganiseerd zijn of een andere omvang hebben.
Ook de bewaarplek van het archief spreekt Lee aan. ‘Wat zijn eigenlijk de voordelen van het in eigen huis hebben van een archief, en wat zijn de voordelen van het archief elders beleggen, bijvoorbeeld bij een museum, een universiteit of archiefinstelling? Het lijkt zinvol om hier eens goed in te duiken.’
Foto NT archive Erin Lee