Theaterkrant.nl groeide in tien jaar uit tot het grootste Nederlandse theaterplatform voor liefhebbers en professionals en een belangrijke kweekvijver voor nieuwe critici. Het theaterveld én haar publiek hebben behoefte aan reflectie, stelt Simon van den Berg, sinds 2016 hoofdredacteur van de site en samen met zijn voorganger Constant Meijers nauw betrokken bij de oprichting ervan in 2012.
De oprichting van Theaterkrant.nl was volgens Simon van den Berg een directe reactie op de ‘crisis in de kunstkritiek’: kranten boden in die tijd steeds minder ruimte voor recensies. Meijers: ‘Alle grote landelijke dagbladen gingen bezuinigen op de kunst- en cultuurpagina’s. Steeds minder voorstellingen werden gerecenseerd. Ik vond en vind nog steeds: elke voorstelling heeft recht op een recensie. Als het niet is opgemerkt, heeft het dan wel bestaan?’
Meijers was destijds ook hoofdredacteur van vakblad TM (inmiddels: Theaterkrant Magazine), dat net als Theaterkrant.nl wordt uitgegeven door de Stichting ter Bevordering van de Podiumkunsten in Nederland (BPN). Het was ten tijde van de bezuinigingen van Zijlstra, waarna vakbladen niet meer structureel door het rijk ondersteund werden. Met behulp van een startsubsidie van het Fonds Podiumkunsten en de VandenEnde Foundation, kon de site in 2012 gelanceerd worden.
Al een aantal jaren werd er in de redactie van TM gesproken over een online platform ter aanvulling op het vakblad. Uiteindelijk werd de Duitse theaterwebsite Nachtkritik.de als belangrijkste voorbeeld genomen. Van den Berg: ‘Ik vond dat we zo eenvoudig mogelijk moesten beginnen: geen dure website die je vervolgens niet kan gebruiken omdat er geen geld meer over is voor exploitatie ervan, maar concentreren op de content: recensies en nieuwsberichten.’
Meijers vroeg de redactieleden van TM om ‘tegen een geringe vergoeding’ recensies te schrijven. Lucia van Heteren, bestuurslid van Stichting BPN: ‘Ik vond het belangrijk om twee dingen meteen goed te doen: garanderen dat je met professionele critici begint, én zorgen dat je ze je iets kunt betalen.’ Het feit dat de recensies van de premières van vrijdag en zaterdag op Theaterkrant.nl al in het weekend te lezen waren, maakte dat er vanaf het begin ook gelijk veel gelezen werd. ‘Wij konden er eerder over publiceren dan de landelijke bladen. Daardoor werden we al heel snel opgepikt door de pr-afdelingen van theaters en gezelschappen.’
Theaterkrant.nl groeide snel. Na een jaar publiceerde de site al twee keer zoveel theaterrecensies als de Volkskrant en drie keer zoveel als NRC – in zoveel mogelijk genres: van (jeugd)toneel tot dans, muziektheater, mime en opera. Het moeilijkste was volgens Meijers om de site ‘financieel gezond’ te houden. ‘Als je wilt dat alles gerecenseerd wordt, heb je een groot budget nodig. Op de website kwamen banners waarmee instellingen hun voorstellingen konden propageren. Ik ging uit van de structuur van het huis-aan-huisblad: dat wordt betaald door de lokale bakker, slager en de kruidenier.’
In diezelfde periode ging vakblad TM terug van negen uitgaven per jaar naar zes, waardoor de actualiteit voor een groot gedeelte werd overgeheveld naar de site. Van den Berg: ‘Steeds meer functies van het blad werden afgesnoept en belandden op de site. De urgentie om die site actueel te houden werd steeds groter.’ Een half jaar na de lancering werd Anouk Leeuwerink aangesteld als redactiemedewerker, verantwoordelijk voor dagelijkse reilen en zeilen van Theaterkrant.nl.
Pionieren
Een theaterwebsite maken was in die tijd pionieren, vertelt ze. ‘Ik heb de nieuwsvoorziening meteen heel fanatiek opgepakt. Ik probeerde niet alleen als eerste met het nieuws te komen, maar het ook steeds meer uit te diepen. Niet alleen maar benoemen wie de nieuwe directeur is, maar ook waarom, meer achtergrond en context. Ook besteedde ik veel aandacht aan beleidsontwikkelingen, omdat daar in de kranten zo weinig ruimte voor was. Ik versloeg Kamerdebatten live op Twitter, gaf toelichting op adviezen van de Raad voor Cultuur of op besluiten van OCW. En we verzamelden natuurlijk quotes en sterren van andere kranten, waardoor je meteen een totaaloverzicht had van hoe een voorstelling was ontvangen.’
Toen Constant Meijers in januari 2015 met pensioen ging, nam Van den Berg de hoofdredactie van het vakblad over en Leeuwerink werd hoofdredacteur van Theaterkrant.nl. Er kwam steeds meer synergie tussen blad en site. Leeuwerink: ‘Niet alleen werd TM voor abonnees ook online leesbaar gemaakt, we vonden ook dat er meer inhoudelijke interactie moest komen. Theaterkrant.nl is snel, TM is verdiepender, dat kan elkaar aanvullen. Themanummers van het blad – bijvoorbeeld over uitholling of kleur – werden op de site verder onderzocht.’ Meijers: ‘Theaterkrant.nl begon als website naast een vakblad, maar groeide in die tijd steeds meer uit tot een tijdschrift op internet. Totdat uiteindelijk zelfs het vakblad werd omgedoopt tot Theaterkrant Magazine.’
Gaandeweg werd er steeds meer plek ingeruimd voor opinie en debat op de site. Leeuwerink: ‘Mijn idee was dat we de recensenten en het publiek met elkaar in gesprek konden laten gaan onder de recensie. Ik ben ook begonnen met het publiceren van ingezonden brieven en herpublicaties van toespraken en speeches waarvan ik dacht dat meer mensen ze moesten lezen.’ Van den Berg: ‘Langzamerhand bleek die megafoon zo goed te werken, dat mensen al meteen bij ons aanklopten om iets de wereld in te helpen.’
Door de advertentie-inkomsten, de vacaturebank en speciale instellingsabonnementen van TM (Van den Berg: ‘De bereidheid van het veld om mee te werken is altijd heel groot geweest’) kon Theaterkrant.nl overleven, al was de financiële ruimte altijd krap. Van den Berg: ‘Vanaf het begin was duidelijk dat er eigenlijk te weinig geld voor is. In principe kan het niet wat we doen, en zijn we dus voor een groot gedeelte afhankelijk van de loyaliteit van onze freelancers.’
In juli 2016 vertrok Leeuwerink en nam Van den Berg ook de hoofdredactie van de website op zich. Er volgde een nieuw design (de sterren werden afgeschaft!), een theaterpodcast en er werden op regelmatige basis theaterboeken en toneelteksten besproken op de site. Van den Berg: ‘Aanvankelijk dachten we: de site is voor het grote publiek, dat blad voor de professionals. Maar ook die site werd meer en meer door het veld gebruikt. Volgens moderne communicatietheorieën moet je dat niet mengen, maar ik geloof daar niet in: juist online kun je als bezoeker heel makkelijk instappen bij iets wat soms ook heel incrowd is.’
‘Omdat we met al onze redacteuren en recensenten het overzicht over het veld hebben, kwamen ook vrij natuurlijk een paar sectortaken op ons pad. Die bleven liggen nadat het Theaterinstituut sloot. Op het gebied van erfgoed doen we nu mee met de netwerkinstelling Podiumkunst.net – en we werken eraan om onze reflectie- en debattaak op een vergelijkbare manier te borgen.’
Uitdagingen liggen er nog genoeg, stelt Van den Berg. ‘Ik zou meer willen internationaliseren, bijvoorbeeld door samenwerkingen met onze collega’s van Nachtkritik, pzazz en The Stage. We zijn al vanaf het begin op verschillende manieren op zoek naar meer diversiteit in onze recensentenpoule. Daarnaast ben ik nieuwsgierig naar nieuwe vormen van kunstkritiek, buiten recensies om. We zijn nu heel erg premièregericht, maar hoe ga je om met kunstvormen die daar niet of minder mee werken: zoals straattheater of spoken word. De hele definitie van het veld dat we willen beslaan houdt me erg bezig: hoe maak je in de veelheid, terwijl je streeft naar compleetheid, toch een uitsnede die representatief is? Hoe waak je ervoor dat je geen dingen over het hoofd ziet?’
Kunstreflectie moet breder worden, vindt hij. ‘We hebben al heel lang een relatief nauwe focus op ‘Het Kunstwerk’, maar je ziet dat je daarin steeds meer tegen beperkingen oploopt. Neem Salomonsoordeel: bij de beoordeling van een dergelijke voorstelling kijk je niet alleen naar de voorstelling zelf, maar ook naar de totstandkoming van dat werk. Op de ‘infrastructurele esthetiek’ van een voorstelling gaan recensies in de huidige vorm vaak minder in. Daar moeten we een vorm voor zoeken. Heel ingewikkeld (want hoe zit het met onafhankelijkheid?) dus heel leuk.’
Heeft de theaterrecensie wel toekomst? ‘Er is onder jonge mensen op dit moment een groot wantrouwen jegens alle vormen van hiërarchie, wat op zich heel gezond is. Veel jonge makers vinden de Toneelprijzen in de huidige vorm niks, er zijn erbij die ze helemaal willen afschaffen. In het verlengde daarvan komt er ook een breder wantrouwen tegen recensies: omdat die gaan over wat goed is en wat slecht. Ik ben ervan overtuigd dat het noodzakelijk is om dat onderscheid te blijven maken en te blijven praten over wat dat vervolgens betekent: wat noem jij goed of slecht, wat betekent kwaliteit voor jou? De kunstkritiek is een belangrijke aanjager voor dat gesprek. Doen alsof alles goed is of alles dezelfde waarde heeft, lijkt me ongezond voor het veld en voor het publiek.’