Ik lig op mijn rug op een houten vlonder, onder een tentvormig houten frame. Door een koptelefoon hoor ik een man vertellen hoe hij ooit een hut bouwde in de wildernis, van de aarde, bladeren en takken die hij daar vond. ’s Nachts kon hij niet slapen, uit angst dat zijn hut zou bezwijken onder de regen, en hem zou bedelven onder ‘een paar honderd kilo aarde en hout’. (meer…)