Een criticus is in sommige opzichten een roofvogel. Hij – ik spreek voor mezelf – benadert een toneeltekst als ware het een grote zwerm vogels, op zoek naar de woorden, zinnen, en gedachten die kunnen dienen als zwakste en makkelijkste óf als sterkste en smakelijkste prooi voor zijn scherpzinnigheid. (meer…)