Als een driekoppig monster – bewaker van de onderwereld (of in dit geval: het onderbewuste) – staan ze samen in een grote regenton in het midden van de minipiste van de kleine, volgepakte circustent op de Parade: kwetsbaar dicht op hun publiek, niets om zich achter te verschuilen. Ze spuwen hun observaties richting toeschouwer, hoe ze walgen van mannen, vrouwen, kinderen, ouderen, de dingen, zichzelf. (meer…)