Kleine Lien wordt negen. En zoals ieder jaar op zijn verjaardag mag hij één wens doen. ‘Dat papa terugkom’, fluistert het jochie. Samen met zijn moeder ‘Maamie’ en grote broer Lien woont hij op het woonwagenkamp. Het is een veilige haven, een bubbel, daar is het zij tegen de burgerij. (meer…)