1948
Wij noemen bijvoorbeeld de Chassidische dansen, welke eigenlijk blijde of ernstige gesprekken met God voorstellen, waarin het volk, dat God als een der hunnen beschouwt, de dagelijkse zorgen uitdrukt, en soms tot min of meer extatische gevoelsuitingen komt.
(Over het werk van Chaja Goldstein in Toneelschild jrg. 3, nr. 5)