In een snikhete synagoge in Paramaribo vroeg ik de mevrouw of ze wilde zitten tijdens het interview. De 70-plusser keek me beledigd aan alsof ik haar wegzette als bejaarde en zei ‘neen’. We bleven dus staan op het witte zand dat door heel de synagoge gestrooid was. Dat lag er voor de demping en in de hoop dat -mocht er brand uitbreken- het oude houten gebouw minder snel zou afbranden. Ik voelde het bloed uit mijn hoofd wegtrekken richting dat zand. Met de geluidsrecorder in mijn hand en de koptelefoon op, greep ik zelf maar naar een houten bankje. ‘Even zitten hoor.’ (meer…)