Van de tennisbaan aan de rand van Tilburg klinken de percussieve kreten en klanken van gemengd dubbel, maar er wordt niet getennist. De spelers van BOG doen een partijtje associëren. Ze mixen tennis en woordkunst, twee bijzonder absurde verschijningsvormen van menselijke cultuur, in het luchtige taalconcert TAL. (meer…)
Met enige terughoudendheid ging ik naar Zwischen, het nieuwe stuk van en rond acteur/theatermaker Kris Cuppens. Zwischen werd aangekondigd als een familieportret, als een stuk over Cuppens zelf tussen zijn vader en zijn zoon en dochter. De Duitse titel laat vermoeden dat het een vervolg is op een eerder toneelstuk van Cuppens over zijn collaborerende grootvader, over de na-oorlogse repressie in Vlaanderen en over hoe dat zijn invloed heeft op latere generaties. De vader van Cuppens en ook zijn dochter en zoon staan in het echt op de scène. Wordt dat niet te zeer een persoonlijke inkijk, therapeutisch voor henzelf wellicht, maar is dat ook interessant voor een buitenstaander?
Kris Cuppens, afkomstig uit het dorp Neeroeteren in Belgisch-Limburg heeft in Lied (2005), dat in 2006 de Taalunie Toneelschrijfprijs won, zijn lot op de scène gezet. Wat betekent het om kleinzoon te zijn van een grootvader die in de oorlog fout was, en dan in een dorp te moeten opgroeien als lid van ‘een zwarte familie’? In Adem (2011) zet hij dat onderzoek voort en komt de familie om hem heen aan bod, maar het gaat nog altijd over zijn strijd met zichzelf, over zijn worsteling met de wereld dicht en ver om hem heen. Met Zwischen gaat hij nog een stap verder, en plaatst hij zichzelf ook letterlijk tussen zijn vader en zijn kinderen.
De dramaturgen van dienst van het nieuwstedelijk interviewden vader Jaak (77, en nierdialysepatiënt), Kris (53), dochter Jacoba (19, psychologiestudente) en Jef (12, brugklasscholier). Ze selecteerden uitspraken en maakten er tekstjes van. Af en toe een krasse uitspraak, over henzelf, over de anderen. Het zijn wensen, dagdromen, bedenkingen en vragen. Een mooie van zoon Jef: ‘Ik zou willen vragen aan papa hoe hij naar het leven keek, toen hij zo oud was als ik. En of hij tevreden is met hoe het allemaal is uitgedraaid.’ En van de dochter: ‘Ik zou willen weten of hij vindt dat hij het leven zwaar maakt, voor zichzelf, en zijn omgeving (…) Vind jij dat ik dan te weinig, dat ik dan te licht over de dingen heen ga?’
In hun woorden stellen de vier personen zich kwetsbaar op, gedragen ze zich soms flinker dan ze zijn, verwoorden ze hun verlangens. Dat is voor het publiek wel (heel) herkenbaar. Ieder zingt ook nog zijn eigen lied: de grootvader zingt ‘Limburg Allein’ van Jo Erens (en bij de première zong of neuriede de zaal vol familie allemaal mee), Kris vertolkt een nieuwe tekst op ‘Tempel der Liefde’ van Thé Lau, ook in het Limburgs. Dochter brengt als een diva ‘Elegie’ van Erik Satie en zoon Jef voert met veel bravoure een shownummertje op.
Het zijn niet alleen de quotes en de uitspraken van familieleden die aanspreken, maar vooral de manier waarop ze hun gedachten verwoorden, en hoe dat alles geënsceneerd is in het spel. Ze passeren een voor een het publiek, kijken het aan, al dan niet met een glimlach. Nadien richten ze hun woorden vaak rechtstreeks tot het publiek. Een samenspel is er meestal niet in verbale dialogen, maar wel in het aanbrengen van decorstukken, attributen en in het spel met de voorwerpen.
Regisseuse Suze Milius heeft de familie-anekdotiek opgetild tot een hoger existentieniveau en heeft er met haar spitse vormgeving een indrukwekkende theaterproductie van gemaakt die iedereen beroert. Zwischen is een opeenvolging van losse scènebeelden, korte fragmenten rond gebeurtenissen (zoals een verjaardagsfeestje, een tafelgesprek, een dagje strand, een bezoek aan de zieke grootvader, kamperen), steeds met een paar objecten en een paar zinnen subtiel en helder visueel gemaakt. In de meeste scènes bevriezen de personen in hun houding. Die tableau vivants creëren een aangename, draaglijke lichtheid.
Het spel van de oude man en de jonge zoon is ontwapenend ongekunsteld, dat van de dochter en de vader is al meer theater, en dat contrast werkt. Op een bepaald moment draagt de grootvader zijn kleinzoon het podium af, beiden zijn in onderbroek. Ze kruisen de vader, die zijn dochter in de armen draagt. Hoe kwetsbaar kunnen levens zijn. Het visuele spel van de personen met de objecten wordt nog versterkt in hun speelsheid door de soundscape van Benjamin Boutreur (die we ons nog heel goed herinneren van Het gaat over).
Naar Zwischen kijken en luisteren is als het kijken naar een familieportret op een schilderij. Je kijkt wie er op staat, je interpreteert, je maakt je eigen verhaal over die familie, je koppelt het terug naar jezelf, maar het is de hand van meester die bepaalt of het je aanspreekt of niet. Voor Zwischen is dat Milius die de setting en de enscenering heeft getekend en gekleurd. Mijn terughoudendheid was ongegrond.
Foto: Jimmy Kets
De Biechtstoel
Wat vond het premièrepubliek in Hasselt van Zwischen? ‘Heel moedig’ en ‘heel ontroerend’, maar ook: ‘sommige dingen moet men niet uitspreken voor het grote publiek’. De Zendelingen verzamelde in De Biechtstoel #47 reacties van familieleden en andere toeschouwers.