De Chinees-Indische restaurants waren lange tijd niet weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld, inmiddels sluiten de filialen zienderogen. De voorstelling Happy in Holland geeft een inkijkje in de families achter die restaurants (meer…)
‘Je komt er wel doorheen, maar nooit overheen.’ Hoe verdriet van lang geleden doorwerkt, daarover gaat Zus van mijn zus. Bijna vijftig jaar geleden is Koosje jonggestorven, de derde van drie zussen. In associatieve, in de tijd heen en weer springende scènes komen we erachter hoeveel invloed haar overlijden op het leven van de twee overlevende zusjes heeft gehad. Een ontroerend portret van rouw, verlies en liefde.
Het begint en eindigt met een kinderliedje: ‘Mijn moeder had drie kinderen, nu heeft ze er nog twee…’ Laconiek wordt verteld hoe moeder een sigaretje opsteekt na de dood van haar dochtertje en hoe ze nu niet meer zoveel hoeft te huilen als eerst. ‘Alleen op 6 september, dan is ze soms wat stil.’
De voorstelling speelt zich gedeeltelijk af op het kerkhof waar de zusjes, als ze nog klein zijn, proberen de geest – of wat er dan ook op een kerkhof doolt – van Koosje op te roepen: een tikje angstig, maar ook open voor alles wat er kan gebeuren. Al meteen worden de verschillen duidelijk en daarmee ook de machtsverhoudingen: de oudste heeft zich meer verantwoordelijkheidsgevoel aangemeten; de jongste was altijd de ‘schattigste’.
Veel later bespreken ze, inmiddels vijftigplussers, op datzelfde kerkhof of ze de grafrechten van hun bijna vijftig jaar geleden overleden zusje moeten verlengen. Tussendoor ontmoeten ze elkaar op tal van momenten op diverse plekken: flarden van gesprekken in verschillende fases van hun leven. Ruben Wijnstok maakte een mooi abstract decor van boomstammen in diverse grootte op een speelvloer van zand. Het zouden grafstenen kunnen zijn, maar ook golfbrekers of pilaren.
Zus van mijn zus is een tekst van Peer Wittenbols, geschreven op verzoek van de actrices Ariane Schluter en Marisa van Eyle die dolgraag een keer samen wilden werken: in de bijna veertig jaar dat ze elkaar nu kennen, was dat nog nooit gelukt. Voor de regie vroegen ze Belle van Heerikhuizen vanwege haar reputatie als regisseur van ‘zware’ onderwerpen die ze toch licht weet te brengen.
Dat is goed gelukt: het is een ontroerende ode aan het leven geworden en aan de complexiteit en de intimiteit van familiebanden. Het stuk laat mooi zien hoe verschillend elk van de gezinsleden reageert op een tragedie zoals de dood van een jong kind: ieder heeft haar of zijn eigen trauma’s opgelopen, pijnplekken die de rest van hun leven verregaand hebben beïnvloed.
Wittenbols schreef een mooie, associatieve tekst waarin om de levens van de twee vrouwen heen wordt gecirkeld en we hen langzaam maar zeker steeds beter leren kennen. Anna (Van Eyle) is de oudste, zij heeft het meeste meegemaakt van Koosje zoals herhaaldelijk aan de orde komt. ‘Ik heb haar echt gekend’, zegt ze tegen Linde (Schluter). ‘Jij was nog te klein om je echt iets te herinneren.’ Tot woede van Linde want zij weet ‘donders goed hoe dat voelde toen Koosje er opeens niet meer was, al was ze nog zo klein.’
Met rake observaties weet Wittenbols in korte tijd een genuanceerd beeld te schetsen van al die tegenstrijdige en vaak ingewikkelde emoties die loskomen bij groot verdriet. De oudste heeft meer gezien, dat staat vast. Anna beschrijft hoe angstig ze wordt als ze haar vader ziet huilen achter in de tuin bij het krentenboompje. Vanaf dat moment heeft ze er een zware verantwoordelijkheid bij gekregen; ze moet zorgen dat vader geen gekke dingen doet, daarachter in de tuin.
Het gaat over rivaliteit, over kinderlijke jaloezie, over angsten en dromen en over hoe hun levens gelopen zijn. Anna vertelt hoe goed de seks weer is met haar Sjoerd sinds de kinderen het huis uit zijn; Linde over hoe eenzaam ze zich voelt na de dood van haar man. Allebei hebben ze de nodige butsen opgelopen. Er wordt geruzied en gestampvoet, we zien hen samenzweren (de pinken in elkaar gehaakt), als ze samen een noodlijdend eekhoorntje uit zijn lijden hebben verlost: ‘Nooit tegen iemand zeggen, hè’.’ Het spel is naturel en onopgesmukt. Iedereen, (dode) zus of geen zus, zal zich herkennen in dit liefdevolle portret van een familie, voor wie de dood een onlosmakelijk deel van het leven is geworden.
Foto: Bart Grietens