Zoutmus stuitert onvermoeibaar over het Paradepodium in het prettig gestoorde Half krab/half winegum ****
Maria is in crisis. De alcohol heeft haar zo beneveld dat ze het zicht op de realiteit verliest. Samen met man, vriendin en dochtertje reist ze naar Spanje. Als ze gaan overnachten blijkt in het stadje een crime passionel te hebben plaatsgevonden. De moordenaar Rodrigo Paestra fascineert Maria. Zijn gedrag lijkt afkomstig van een andere wereld en dat trekt haar enorm aan. Zomeravond half elf is een bewerking van regisseur Bart Meuleman van de roman van Marguerite Duras.
Maria drinkt eindeloos. Haar vriendin en haar man hebben een verhouding en bekommeren zich om het dochtertje. Verder gebeurt er weinig. Soms is de man begripvol tegenover Maria om haar even later streng toe te spreken. De dialogen zijn helder maar ook ongrijpbaar. Meningen en oordelen ontbreken. In het werk van Duras wisselen verbeelding en werkelijkheid elkaar af. Als Maria zegt de moordenaar ’s nachts te hebben gezien op het dak van het hotel blijft onduidelijk of dat ook werkelijk zo is. De scène waarin Maria later de moordenaar vindt in een korenveld is daarentegen nogal realistisch en staat daarmee op gespannen voet met de rest van de voorstelling.
De parallelle universums van Maria zijn eenvoudig maar effectief verbeeld op een leeg toneel met slechts een drietal zeer hoge witte gordijnen die voortdurend verschuiven. Hierdoor ontstaan telkens andere ruimtes. Achter elke wereld zit een andere wereld. Het slot is de enige scène waarin alle personages in dezelfde ruimte verkeren. De ondergang is nabij en van verschillende werelden is dan geen sprake meer. De voorstelling wordt enkele keren onderbroken door een overdreven sterk aanzwellende soundscape en een tweetal dansen waarvan de laatste fraai is, maar ook wat detoneert. Dit soort ingrepen moet de vrij statische vertelling wat lucht geven, maar voegt niets toe.
Dat de voorstelling blijft boeien is in belangrijke mate te danken aan het spel van Ariane van Vliet in de rol van Maria. Eigenlijk is Zomeravond half elf vooral een monoloog van haar. Zij geeft op meeslepende wijze inhoud aan de crisis waarin Maria zich bevindt. Fraai weet ze in haar treurige liederlijkheid de clichés van een drankverslaafde te vermijden. Soms roept ze afschuw op, bijvoorbeeld als ze haar dochtertje ruw van zich afduwt, maar op andere momenten heb je toch met haar te doen. Mooi is ook het gevoel van dreiging dat vanaf het begin merkbaar is in tekst en spel. De soundscape doet dan subtiel zijn werk maar het is ook de sfeer tussen de personages die je direct doet voelen dat dit verhaal geen goede afloop kent.
(foto: Frieke Janssens)