In Zenuwslopend toont Ilse Oostvogels een portret van de ziekte Multiple Sclerose, met het doel de misverstanden rond de ziekte te lijf te gaan. In een decor van een trampoline, rolstoel en een trap dansen, springen en veren vier performers zonder problemen over het podium, ook al kregen sommige van hen de diagnose MS. (meer…)
Voor een nieuwe reeks voorstellingen bij Het Zuidelijk Toneel wil artistiek leider Piet Menu voorstellingen maken met niet-professionele spelers. Zeventien, gemaakt en gespeeld door vijf jonge moslima’s, is daarvan de aftrap. De voorstelling gaat over Elem Çilingir, Şeyda Bahadin, Ayisha Siddiqi (als enige toneelschoolstudent), Tuğçe Yavuz en Sanaz Mohammadi – waarvan de eerste vier fysiek op de vloer aanwezig zijn.
In haar werk zoekt regisseur Eva Line de Boer naar het bijzondere binnen schijnbaar alledaagse contexten, om daar vervolgens een sterk gestileerde vorm aan toe te kennen. Haar voorstellingen gaan over kijken en bekeken worden, over exposure. Voor dit project vroeg ze de vijf spelers elk hun eigen ‘hokje’ vorm te geven, hun eigen ruimte in te richten waarbinnen ze zich willen presenteren.
Resultaat is een toneelbeeld waarin die hokjes letterlijk op de vloer staan. De voorstelling is bovendien voorzien van ‘audiocommentaar’, geïnspireerd op de optie die je op dvd’s soms hebt, waarbij de makers door de film heen vertellen over het maakproces. Op die manier kunnen de spelers en de regisseur perspectief aanbrengen of de scènes duiden.
Elk startend vanuit hun eigen ruimte, vertellen de jonge spelers om beurten en door elkaar versneden, over hun fascinaties met muziek, series en (Bollywood)films. Maar ook persoonlijker getinte anekdotes komen voorbij. Sanaz Mohammadi (niet aanwezig, maar via audiocommentaar) plaatste in haar hokje alleen een prachtige trouwjurk. Eentje die ze overigens nooit gebruikt heeft, vertelt ze in gesprek met De Boer. Zelf richtte De Boer overigens ook zo’n hokje in, waarin ze door middel van een modeshow-achtige sequentie de spelers plaatst op een manier zoals zij ze ziet. Die reageren daar dan weer op via het audiocommentaar.
Het is jammer dat de inhoud en de vorm nog niet helemaal samenvallen. De verhalen van deze jonge spelers, die elk op hun eigen manier tussen werelden in staan – zowel cultureel en religieus als qua leeftijd; zeventien jaar staat ook symbool voor een overgangsperiode van jong zijn naar volwassen worden – raken soms teveel verstrikt in de uitwaaierende vorm. De zelf ingerichte hokjes, het audiocommentaar, de inmenging van de regisseur zelf, de afwezigheid van een van de spelers; de voorstelling lijdt aan een rammelende dramaturgie waarin veel van de codes niet sterk zijn ingebed of doorgevoerd.
Want uiteindelijk is Zeventien op zijn sterkst in alle soberheid. Bijvoorbeeld wanneer Tuğçe Yavuz rustig uitlegt wat er in haar omgaat na de terroristische aanslag op het concert van Ariana Grande in Manchester – en hoe ze zich meteen voorbereidt op alle confrontaties op school de dagen daarna. ‘De eerste dag na zo’n aanslag begin ik thuis al een muur te bouwen’, vertelt ze. ‘En dan begin ik met mijn karwei om iedereen te begrijpen.’ Integer, relevant en kwetsbaar. Daar kan iedereen een voorbeeld aan nemen.
Foto: Phile Deprez