Een frêle, gehelmde vrouw in een van achteren dichtgeknoopt ziekenhuishemd stapt weifelend het podium op. Het ondoorzichtige zwarte gaas voor haar gelaat herinnert aan de chador die vrouwen in Iran verplicht zijn te dragen. Een treffend beeld: psychoanalytica Mitra Kadivar werd letterlijk van haar identiteit beroofd toen ze op dubieuze gronden werd opgenomen in een krankzinnigengesticht. (meer…)
Met een klik van de muis verschijnen er net zo makkelijk 17e-eeuwse schilderijen op het videoscherm als lange rijen met hyperactief stuiterende en knipogende emoticons. Of een video van een zonsondergang. Of een barokke gevel met cherubijntjes, maar dan wel in graffitikleuren. In You us we all is elk tijdperk binnen muisbereik.
Maar niet alleen op het videoscherm, ook op het toneel verknopen tijdperken zich met elkaar: barok, pop, rap, 17e-eeuwse dans en postmodern theater. Dat heeft alles te maken met de makers van deze muziektheatervoorstelling, want dat zijn kinderen van de copy-paste generatie, homines universales van het internettijdperk. Schrijver en regisseur Andrew Ondrejcak studeerde architectuur en theaterregie en werkt zowel voor de mode-industrie als voor musea als het Moma. Componiste en zangeres Shara Worden heeft haar eigen popband, maar is klassiek geschoold als zangeres en componiste. De muziek in de voorstelling wordt gespeeld door de muzikanten van BOX, een Vlaams orkest dat barok en pop combineert. Samen maakten zij You us we all als 21e-eeuwse variatie op de ‘masque’, de 17e-eeuwse voorloper van de opera.
Op het toneel bevinden zich dan ook de extravagant barok geklede (denk hoge pruiken, korsetten, wit poeder en grote kragen) allegorieën Hoop (gespeeld door Worden zelf), Deugd, Liefde, Dood en Tijd. Zij bewegen zich met hoofse gebaren en bijbehorende nuffige gezichten over het toneel. Maar de voorstelling is nog niet begonnen of Worden en Ondrejcak laten de barok in een kleurrijke explosie op de moderne tijd klappen. De liedteksten van de hedendaags-barokke liederen die de personages zingen lijken modern Engels, maar dan ‘verbarokt’ door consequent het archaïsch klinkend ‘-th’ achter elk werkwoord te plakken. De liederen wisselen elkaar af met de snelheid van een popconcert.
Dat 21e-eeuwse interneteclecticisme is als vorm al uitermate vermakelijk. Maar de makers weten vorm en inhoud vernuftig aan elkaar te knopen. De voorstelling speelt namelijk een interessant spel met de invloed van de Tijd. Die Tijd zit meestentijds zwijgend aan het randje van het toneel te kijken wat er allemaal is veranderd sinds de periode waarin allegorieën nog hip waren. De Hoop uit de 21e eeuw schrijft brieven aan vrouwelijke beroemdheden als Britney Spears en Beyoncé om ze twijfelende vragen te stellen waarop ze nooit antwoord krijgt. Deugd vraagt zich af waar ze het beste seks en drank kan krijgen. Dood vindt het lichaam belangrijker dan de geest en vormt een kibbelend stel met Liefde die hem vergeet terug te mailen.
Maar toch blijkt er, ondanks internet, popsterren en obsessies met het lijf, ook weer niet zo veel veranderd. De knagende onzekerheid over gevoelens die je niet kan thuisbrengen, de vertwijfeling over de liefde, de zoektocht naar een beetje vreugde. Het zijn onderwerpen waarover in alle tijden kunst wordt gemaakt. Die kunst draagt misschien wel het kostuum van een bepaalde tijd, maar als je dat pakje uittrekt en het decor weghaalt – zoals Ondrejac uiteindelijk doet –, dan blijken daaronder telkens dezelfde menselijke twijfels te knagen.
In heldere beelden, mooie composities en knappe teksten zet You us we all die premisse strak neer in de vorm van pakkend en amusant muziektheater, dat soms ook nog de ruimte biedt voor expressionistische gedichten en absurdistische verhalen. Met als persoonlijke favoriet de surreële parabel van de vos en de soldaat die haar op het slagveld vindt. Hij verzorgt haar liefdevol onder zijn jas. Totdat ze honger krijgt en zich bij de soldaat naar binnen eet. Vervreemdend, geestig, grimmig en poëtisch. En tijdloos.
Foto: Kerstin Behrendt