Eerder dit jaar won Jordy Dik de BNG Bank Dansprijs met de productie Jij en ik en alle anderen. Zoals altijd mag de winnaar een theatertour maken in het programma DansClick. Als reisgenoot voor Diks levenslustige inclusiedans selecteerde producent Korzo voor deze 25ste editie het broeierige mannenduet Eroica van Zino Schat. (meer…)
In het festival Moving Futures laten vijf dansproductiehuizen het werk van nieuwe choreografen aan het hele land zien. Het reist tot 1 mei door het land, van Rotterdam tot Breda en van alles daartussen. Namens Generale Oost uit Arnhem maakte Jasper van Luijk de solo Yonder voor Jefta Tanate.
Op het podium ligt een naakte man in foetushouding, zijdelings belicht door een lamp die vlak boven hem hangt. Hij begint heel langzaam te bewegen, als een knop die opengaat, en geeft de lamp een duw. De man ontplooit zich en komt overeind. Staande zoekt hij voorzichtig tastend naar een evenwicht, geconcentreerd, voorzichtig en onzeker.
In de muziek tikt een piano de seconden weg boven een dreigende ondertoon. De lampen zwaaien als slingers door de ruimte. De danser wentelt rond als een dolgedraaid uurwerk, zo heftig en langdurig dat het je doet denken aan een Sjamanistisch ritueel. Gaandeweg neemt het tempo weer af naar dat van het langzame begin. De man eindigt op de grond, weer in zichzelf gekruld.
Het is duidelijk: de tijd is voor Yonder niet alleen een structurerend, maar ook een vormgevend element. Het is ook de bedoeling van de voorstelling om ‘de zoektocht naar de rol die de tijd speelt in de levensloop van één mens’ in beeld te brengen. Wonderlijk genoeg om daarmee ’te ontsnappen uit de dagelijkse realiteit en zich over te geven aan een tijdloze ruimtelijke ervaring’. Van Luijk wil dus de aandacht ergens op vestigen om dat juist te vergeten – een bijzondere aanpak.
Behalve een studie in tijd heeft Yonder (de titel, ‘Ginds’, begrijp ik niet – het gaat juist erg over het hier en nu) ook veel weg van een academische studie van het menselijk lichaam. Het strijklicht en de zwaaiende lampen belichten steeds andere heuvels, holten, uitstulpingen en spiergroepen. Ook hier is de trend van de bijna-duisternis in dansvoorstellingen te zien.
Het is knap hoe Jefta Tanate zich eerst tergend langzaam en dan juist snel spinnend beweegt, maar knap gaat niet noodzakelijk hand in hand met boeiend. Tanate is in een groot deel van de voorstelling vooral een object: het (vaak schaarse) licht, de vorm van het lichaam, en zo u wilt de tijd, neemt de hoofdrol van hem over. Yonder is een in zichzelf gekeerde voorstelling, die een groot beroep doet op het hoofd van de kijker.
Foto: Menno van der Meulen