Met de expositie WORK WORK WORK presenteren Frascati en kunstenaar en curator Dries Verhoeven een verzameling installaties, performances, films en found objects rond het thema arbeid. De complexe verhouding tussen werk en menselijke waardigheid wordt zo op contrasterende manieren blootgelegd.

Een man jogt over straat. Hij wordt op zijn hele weg naar zijn werk gevolgd door een camera, die hem schijnbaar vanuit een auto volgt. Eenmaal aangekomen bij een museum kleedt hij zich uit tot op zijn glimmende onderbroek, stapt hij op een podium en begint hij te dansen. Hij is de performer in een installatieperformance van de Cubaanse kunstenaar Félix González-Torres, en tegelijkertijd in het videowerk waar we naar kijken: Employment Contract (1992). Met dit eigen werk wilde performer, kunstenaar en curator Pierre Bal-Blanc de blik op zijn lichaam reclaimen; met andere woorden, de film is een poging om zelf het eigenaarschap over zijn fysieke arbeid ‘terug te winnen’.

Het werk, nu te zien in de expositie WORK WORK WORK van Frascati en Dries Verhoeven, is tekenend voor de insteek van het hele project. Verhoeven en Frascati sloegen de handen ineen om het theater om te bouwen tot een tijdelijk museum, waarin in alle ruimtes werken rond ‘arbeid’ te bezichtigen zijn. De helft van de werken zijn van Verhoevens eigen hand, met als centre piece zijn durational performance / installatiewerk Broeders, verheft u ter vrijheid; de andere werken zijn van andere kunstenaars. Wat de werken gemeen hebben is dat ze allemaal de relatie tussen werk en menselijke waardigheid centraal stellen.

In Time clock piece / one year performance 1980-1981, een van de meest indrukwekkende werken in de expositie, nam Tehching Hsieh zich voor om een jaar lang ieder uur ‘in te klokken’ in zijn studio, 24 uur per dag, zeven dagen in de week. Om het verstrijken van de tijd te tonen begon Hsieh het werk met een kaalgeschoren hoofd en nam hij iedere keer dat hij inklokte één videoframe van zichzelf op, wat leidde tot een videowerk van iets meer dan zes minuten. De ongelofelijke toewijding van het werk zet vraagtekens bij het ideaal van het arbeidsethos: de nutteloosheid van het werk en de mechanische aard van de werkzaamheden voelen unheimisch. Tegelijkertijd is het natuurlijk óók artistieke arbeid, en in die context krijgt Hsiehs harde werk eerder iets heldhaftigs.

Time Machine van Julian Hetzel

Veel van de werken in WORK WORK WORK spelen zich af in dat spanningsveld tussen artistieke en niet-artistieke arbeid. In Time machine van Julian Hetzel leest een performer iedere tien seconden de tijd voor. Het werk lijkt daarmee op een compacte versie van Time clock piece, maar een belangrijk verschil is dat het niet de kunstenaar zelf is die het werk doet, maar een performer. Interessant genoeg verliest het werk daarmee iets van de dubbelheid van Hetzels werk, omdat het meer lijkt op een normale arbeidssituatie: een werknemer wordt betaald om werk uit te voeren in dienst van iemand anders. De macht die Hetzel  en ook Bal-Blanc over hun eigen arbeid claimen is hier afwezig.

Verhoeven heeft duidelijk veel nagedacht over de vraag rond arbeid en autonomie. Voor zijn project Broeders verheft u ter vrijheid castte hij een groep Bulgaarse arbeidsmigranten om als zangers op te treden. Zij zingen acht uur per dag, met enkele werkonderbrekingen, in een glazen ruimte het gelijknamige arbeiderslied (de Nederlandse teksten verschijnen fonetisch in het Bulgaars op een lichtkrant). Ondertussen verrichten machines en robots in de ruimte om hen heen het industriële werk, waardoor het geheel een soort elegie voor menselijke arbeid wordt.

Verhoeven verdiept die thematiek via twee gerelateerde werken. In het videowerk To perform zien we de Bulgaarse performers vertellen over het werk dat ze in fabrieken en velden hebben geleverd, terwijl ze met hun handen de fysieke handelingen die erbij horen steeds herhalen. Het zijn vaak ontluisterende verhalen van exploitatie, maar tegelijkertijd halen de sprekers duidelijk trots uit hun werk en arbeidsethos: enigszins besmuikt vertellen ze over hoe efficiënt ze het werk deden. Het is iets dat iedereen die wel eens ongeschoold werk heeft gedaan zal beamen: om het dragelijk te houden kun je maar beter bevrediging uit je werk halen, door het bij voorbeeld zo goed mogelijk uit te voeren.

In de documentaire The recruitment, die Verhoeven samen met theater- en filmmaker Wouter van Elderen maakte, legt hij zijn eigen werkgeverschap onder de loep. De film legt vast hoe Verhoeven de geweldige cast voor Broeders verheft u ter vrijheid recruteerde, en de morele dilemma’s die dat opriep; dilemma’s die parallel lopen aan die van andere werkgevers die met arbeidsmigranten werken. Wat betekent goed werkgeverschap, en welke rol spelen uitzendbureau’s daarbij? In de geestige en verhelderende gesprekken met de door de wol geverfde arbeiders worden de blinde vlekken en vooroordelen van Verhoeven én die van de westerse kijker blootgelegd.

Vooral interessant is hoe de complexe machtsverhoudingen op scherp worden gezet. Verhoeven komt in gewetensstrijd als hij de uitzendbureaus met wie hij werkt passeert omdat het goedkoper en efficiënter is zijn performers met hulp van een bevriende Bulgaarse kunstenaar te vinden, maar zijn performers zeggen direct dat die bureaus zelf uitzuigers en oplichters zijn, en hij zich dus geen moment schuldig hoeft te voelen. Is Verhoeven dan een westerse parasiet die de arbeid van de lokale recruiters onbeloond laat voor zijn eigen gewin, of een kunstenaar die de agenten van het kapitalistische systeem van exploitatie een koekje van eigen deeg geeft?

Twee live performances, ten slotte, richten zich vooral op de fysieke en mentale impact van de constante eis tot hoge productiviteit die werknemerschap binnen een kapitalistische (en trouwens ook binnen het communisme, maar dat terzijde) context kenmerkt. In Workpiece neemt Anna-Marija Adomaityté plaats op een lopende band, die steeds sneller beweegt. Haar stappen worden versterkt en tot een live soundscape verwerkt door geluidsontwerper Gautier Tescher, wat het geheel het gevoel van een soort trance geeft. In haar bewegingen verwerkt Adomaityté elementen van zowel mechanische arbeid als gebaren die eerder aan topsport doen denken; net als in To perform wordt zo de mentale arbeid om je staande te houden in geestdodend werk tot focus gemaakt.

Body in resistance van Gosia Wdowik

En in de durational performance Body in resistance laat Gosia Wdowik het andere uiterste zien: de totale uitputting die zich van het lichaam meester maakt. Wdowik ligt op een matras in een ruimte die in een giftig geel licht is gehuld, in een houding die uitstraalt dat alle grenzen van vermoeidheid zijn overschreden: haar wijd opengesperde ogen en verkrampte ledematen laten zien dat van rust en herstel voorlopig geen sprake meer kan zijn. In tegenstelling tot Adomaityté, die haar voorstelling baseerde op het werken bij McDonald’s, liet Wdowik zich door het begin van haar loopbaan als kunstenaar inspireren – wat onderstreept dat de grens tussen exploitatie en zelfexploitatie in een kapitalistisch systeem zeer dun kan zijn.

WORK WORK WORK is een bijzonder geslaagd experiment – Verhoeven toont aan een uitstekend curator te zijn die niet alleen de kwaliteit van de individuele werken kan garanderen maar bovendien interessante links en contrasten tussen de artistieke perspectieven mogelijk maakt.

Foto’s: Willem Popelier