Voegwoorden bepalen als plagerige tussenwerpsels het uitzicht in In Other Words. In de nieuwe dansvoorstelling van Ingrid Berger Myhre lijkt het in eerste instantie de taal die verhoudingen schept en de dingen ordent, de lichamen en de situatie choreografeert. Maar de concreetheid van de bewegingen van de dansende lichamen botst voortdurend met de letterlijkheid van de woorden. (meer…)
Samuel Beckett inspireerde vele schrijvers, maar ook beeldend kunstenaars, filmmakers en componisten. Dat laatste is niet vreemd, zijn taal wordt als zeer muzikaal beschouwd.
Hoewel hij een liefhebber van muziek schijnt te zijn geweest, was Beckett terughoudend om samen te werken met een componist. Hij hield van stilte, dat zie je ook terug in zijn teksten. Toch hapt hij toe wanneer hij wordt benaderd door Morton Feldman, een moderne componist in de traditie van vernieuwers als John Cage, nog zo’n gevierd bewonderaar van de stilte.
AskoSchönberg, een ensemble voor nieuwe muziek, organiseert dit weekend een tweedaags festival waarbij ze zich door het werk van Beckett en Feldman lieten inspireren. De hedendaagse componisten in het programma bevragen hun medium zoals Beckett dat deed met zijn taal. Het resulteert in uiteenlopende muzikale vormentalen, omlijst door een divers randprogramma.
Het festival Words & Music opent met het spaarzaam opgevoerde Words and Music van Beckett en Feldman, waarin de muziek niet als emotionele saus wordt ingezet, maar als personage. Zwevende koorzangen zwellen vervolgens aan en sterven weg in Feldmans ‘Christian Wolff in Cambridge’. Daarna werd het publiek juist overspoeld door de woorden van het strak uitgevoerde Not I waarin Beckett slechts een sprekende mond toont, gedissocieerd van haar lichaam. Elke poging haar woorden te interpreteren wordt vakkundig ondermijnd door de snelheid en (anti)logica van de taal.
Diezelfde weigering tot interpretatie zien en horen we in ‘…Nothing but the larks…’ Bart de Vrees zet hiervoor taperecorders, megafoons en het zingen van wijnglazen in. Een energieke, abrupte en chaotische compositie. Een kalmere toon wordt aangeslagen door Feldmans ‘For Stefan Wolpe’, waarin een woordeloos koor variaties op motieven herhaalt. Die voeren naar een muzikale wereld die een eindeloze tijdruimte opent om meditatief in weg te drijven.
In het laatste programmablok, onder de naam ‘What is the word’, speelt de taal weer een grotere rol. Reinbert de Leeuw beroert gedoseerd de pianino met zijn oude handen en zangeres Gerrie de Vries toont dat ze, ondanks haar krakende microfoontje, van vele markten thuis is. Om de taal, ook wanneer hij Beckettiaans faalt, beter tot zijn recht te laten komen waren uitgeschreven vertalingen niet overbodig geweest. De afsluiting is een bijzondere vermelding waard. De Leeuws bewerking van Schuberts Der Doppelgänger wordt prachtig vol en doorleeft uitgevoerd door De Vries.
Het hoofdprogramma is een bouwwerk van composities van muziek- en taalvernieuwers, geïnspireerd door Beckett en Feldman. In de uitvoering zijn beeld en de betekenis van de taal over de hele linie gezien, ondergeschikt gemaakt aan muzikale compositie. De vorm zit dicht tegen die van het traditionele concert.
Hoewel er in de beeld- en taaldimensies van het werk van Beckett meer te vinden is, werkt de gekozen vorm beter dan György Kurtágs onlangs opgevoerde operabewerking van Eindspel. Becketts taal lijkt niet geschikt om in verhalende vorm te zingen op muziek. Hij vergt een andere muzikaliteit, die van de stilte. Die muzikaliteit wordt door AskoSchönberg beter begrepen, maar ook sterker belicht dan de betekenisvolle betekenisloosheid van Becketts taal en de poëtische kracht van zijn beelden.
In het randprogramma, gevuld met spoken word-artiesten, vertoningen van Becketts films en een installatie van Jonathan Reus, wordt creatiever omgegaan met artistieke vormen dan in het hoofdprogramma. Het concept van Reus is interessanter dan de uitvoering ervan. Hij zet kunstmatige intelligentie in om een fictief gesprek tussen Beckett en Feldman te genereren. Zijn gebruik van taperecorders doet denken aan Krapps laatste band, waarin Beckett de feilbaarheid van het geheugen benadrukt. Zelf wilde hij zijn stem blijkbaar in de put der vergetelheid doen verdwijnen.
Wonderlijk genoeg zijn er slechts vier minuten aan opnamen te vinden waarop Becketts stem te horen is. Het is typerend voor het mysterie dat om zijn persoon en werk hangt en dat nog velen zal inspireren. Words & Music is een interessante, veelzijdige uiting van de muzikale mogelijkheden van die inspiratie.
Foto: Aaron Holloway-Nahun