De installatie Wolk van Stichting Nieuwe Helden en Het Zuidelijk Toneel die te zien is tijdens Theaterfestival Boulevard in Den Bosch reageert op verschillende niveaus op enkele belangrijke morele kwesties van onze tijd. Zo wordt vooraf iedereen die een kaartje koopt gevraagd er ook een te doneren: een oproep tot solidariteit. Tegelijk werpt de inhoud van het werk de bezoeker terug op zichzelf: je gaat alleen naar binnen en staat in een haast desoriënterende omgeving stil bij je opvattingen en handelingen. Die soul searching hebben we als mens in onze tijd misschien ook wel nodig willen we nog solidair kunnen zijn.
‘En je horloge wil ik ook graag’, zegt het meisje van de kassa als ze me gevraagd heeft mijn tas en telefoon in te leveren. Alles leg ik af voordat ik me op weg kan begeven, en ja, dat klopt bij het voornemen om straks alleen naar boven te klimmen. Ik wacht met een aantal anderen tot we naar binnen mogen door een kleine deur onderaan de hoge stellage van steigermateriaal. ‘Welkom’, staat erboven. ‘Wolkem’, denkt mijn oog.
Dan blijkt er iets mis te zijn, een technisch mankement waardoor we niet kunnen starten. Het wachten zal wat langer duren. De zon schijnt op de volledig ommuurde parkeerplaats: je blik gaat onverbiddelijk naar boven. Naar de wolken, en het blauw daarachter. Regisseur Lucas de Man heeft zich mede laten inspireren door de roman De Toverberg van Thomas Mann. Diens hoofdpersoon zou voor drie weken de berg opgaan maar bleef uiteindelijk zeven jaar boven. Hoe voelt ‘langer’ als je niet kunt nagaan hoe de tijd verstrijkt? Voor mij: alsof ik weer kind ben, een mens met alle tijd, ik hoor wel wanneer we gaan. Terwijl ook ik het toch zo druk heb gehad. Zoveel te doen dat het eigenlijk niet leuk meer was. Ik draai mijn tollende kop naar de zon boven mij en wacht. Niets hoeft. Intussen dwarrelen de letters achter mijn ogen, Mann – de Mann – De Man, welkom – wolkem – wolken, steiger – stijger – stijgen. Ah, de storing is verholpen, dus we gaan nu toch.
Eenmaal in de installatie gaat het vertragen van de tijd door. Grappig genoeg hangt in de eerste ruimte van vormgever Pascal Leboucq zelfs een ratelend oud bord van de spoorwegen waarop de treinvertragingen vroeger werden aangekondigd. Het is hier donker en heel stil. Tot er een meisje in mijn oor kruipt en een beroep doet op mijn verbeeldingskracht. Ze omschrijft haar kamer, het raam dat uitkijkt op een berg. Ze is er nooit geweest en vraagt of ik meega.
Hoe lang alles vanaf daar duurt, hoeveel meter we stijgen, hoeveel passen we lopen? Het kind in mijn oor heeft me op sleeptouw. We bezoeken haar broer, zijn kamer is vol trappen, zijn verhaal rent snel van beneden naar boven en neemt dan weer een andere trap nog verder omhoog. Maar mij laat hij achter, jammer genoeg. Ik ben wel echt vergeten hoeveel verdiepingen het gebouw had waar de stellage tegenaan staat. Maar toch blijf ik me bewust van de constructie. Waar ligt het aan? Toch het besef dat er iets mis kan gaan? Of ligt het aan deze scène, die ik sterk pamflettistisch vind? De broer vertegenwoordigt een wereldbeeld, weer een link met Thomas Mann, maar de broer-zus constructie komt geforceerd over.
Er volgen andere kamers waarvan een aantal dichter op de huid komt. Bij twee voordeuren wordt met ironie een grappig spel gespeeld met mijn opvattingen. Het werkt. In een bos wurm ik me door een woud van vragen waarvan ik er twee moet onthouden voor ik het hogere mag betreden. De techniek laat me daarna opnieuw even in de steek waardoor het moeilijkste deel van de tocht bijna aan me voorbij gaat en dat is jammer. De laatste meters hadden me daarna meer op mezelf teruggeworpen.
Kwam ik gelouterd van de berg? Bleef ik zeven jaar boven? Ik moet toegeven: nee. Maar Wolk bevat wel elementen die dat hadden kunnen bewerkstelligen. De vragen die de installatie stelt zijn zeker waardevol. Ga gewoon zelf omhoog. En doneer een ticket voor een ander.