In De grote gele graafmachine krijgen we een kijkje in het binnenste van het werktuig in de titel. Vooral de rol die we daarin zelf mogen spelen maakt het tot een leuke middag. (meer…)
Een moderne dansvoorstelling voor kleuters over ruziënde en gescheiden ouders? Zonder zoetsappig einde, maar vanaf de eerste seconde voor elke leeftijd herkenbaar én daarbij vaak ook nog ongemeen grappig? In Woest! van Sally Dansgezelschap toont choreograaf Stefan Ernst het niet alleen, maar hij krijgt de kinderen ook daadwerkelijk zelf aan het dansen. Het geheim? Moderne dans is hier kinderspel.
De openingsscène is meteen raak. We zien onmiskenbaar het spelletje ‘Annemaria koekoek’, maar met een twist. Hoofddanser Patrizio Bucci kijkt naar het publiek terwijl de vier dansers achter zijn rug voorzichtig naar hem ‘sluipen’. Hij zegt geen ‘Annemaria koekoek’ voor hij zich omdraait om wie dan nog beweegt weer terug te sturen, maar ‘Eén, twee, drie, kwaak!’ en het spel wordt niet gespeeld op een plein, maar in een woonkamer die louter is opgebouwd uit de primaire kleuren geel en blauw. Tegen zijn verlies kan Bucci niet, en driftig als de groene kikker die zijn knuffel is, stuurt hij voortdurend iedereen weer terug.
In het vervolg blijkt al snel niet alleen waarom hij telt in plaats van ‘Annemaria koekoek’ te zeggen, maar bovenal waarom hij zo’n driftkikker is. In korte scènes zien we dat zijn ouders meer met hun smartphones bezig zijn dan met elkaar en elke poging van Bucci om zijn vader en moeder fysiek met elkaar in contact te brengen mislukt. Bij elke woede-uitbarsting moet hij rustig van één tot tien tellen.
Uitgerekend een meningsverschil over hoe met die woede-uitbarstingen om te gaan, resulteert vervolgens in een scheiding tussen moeder en vader, uiterst effectief gevisualiseerd in het decor van Janco van Barneveld waarin alles breekt, tot en met de speelvloer aan toe. Het treurige eindresultaat is een gele en een blauwe verzameling brokstukken van meubels die ooit één waren en een kind dat tussen beide ouders heen en weer wordt gesleurd.
Heftig, zeker voor vierjarigen. Maar ook nu wordt de dans weer in een spel verpakt, ditmaal in een potje jonassen met behulp van mime en tekenfilmgeluidseffecten. Bij aanvang van dit ‘spel’ draagt Bucci een groen shirt – kleuters herkennen meteen geel en blauw gemengd – maar iedere keer dat hij van de ene ouder naar de andere ouder gaat, krijgt hij een steeds groter wordend blauw of geel shirt over wat hij al draagt aangetrokken. Het is tragisch maar door de komische uitvergroting ook dolkomisch – ‘die krijgt het heel warm’, giechelde mijn dochter – en volstrekt helder.
Dat blijkt als na afloop de kinderen in de zaal de speelvloer mogen betreden voor een workshop van een van de educatiemedewerkers van het gezelschap. Niet alleen vertellen ze zonder veel moeite wat ze net vanuit de zaal hebben gezien, doormiddel van dans tonen ze tonen vervolgens zelf woede, blijdschap en angst, aan de in de zaal achtergebleven ouders. En ze leren hoe je in een keurige choreografie het applaus van het publiek in ontvangst neemt.
Zonder nadrukkelijke moraal of al te opzichtig ouders een spiegel te tonen, geeft Woest! zo subtiel ook een lesje aan de ouders. Nee, niet dat van: geen vechtscheiding! Maar subtieler: kijk eens naar de houding van je kind, hoe het zich beweegt, waarom is het zo boos? Of blij, want dat kan ook natuurlijk.
Foto: Jochem Jurgens