‘Hoe kan het nou racistisch zijn als ik het niet racistisch bedoelde?’, vraagt een jonge vrouw (Sophie Höppener) geïrriteerd als zij is beland in een Kafkaëske rechtszaak. Die is zij begonnen omdat zij het principieel oneens is met de ene euro die alle witte mensen in Nederland moeten betalen als symbolische erkenning van het feit dat er nog steeds racisme is. Het is het uitgangspunt van het intrigerende De witte kamer van Ada Ozdogan. (meer…)
In het theater voor kleine kinderen kun je veel flikken, als het maar uit je tenen komt. Maar als je een personage tijdens een poppenvoorstelling door drie verschillende spelers laat vertolken en je je geloofwaardigheid toch niet kwijtraakt, moet je wel van heel goeden huize komen. Dat doen Elout Hol en de zijnen, met hun vijfentwintig jaar ervaring. Hun jubileumvoorstelling Witte en het wilde paard (6+) is op alle fronten een ode aan de fantasie.
Jonge kinderen kijken met open vizier en lenige hersenen de wereld in. Ze zien makkelijk een rivier in een blauwe strook canvas of een paard in een veilingkistje. Ze vergeten het snel weer als je overduidelijk een pop ergens vandaan trekt of ’m achter de coulissen neergooit na een scène. Ze interpreteren het feilloos als je met je voet een poppenlijf laat ademen of met bubbelplastic een knapperend vuurtje maakt. Als je het maar goed doet, en met hart en ziel. Dat weten de mensen van Theater Gnaffel uit Zwolle als geen ander, en ze handelen er ook naar.
In hun jubileumvoorstelling trekken ze aardig wat registers open om hun jonge – en zeker ook het oudere – publiek op de proef te stellen. Ze bespelen niet steeds dezelfde poppen, maar wisselen af. Zonder stemmetjes, met wat variatie in timbre, toon en tempo voor de hoofdfiguren; alleen de zotte noten, een murmelende opa en een roze flamingo die denkt dat hij een hengst is, zetten ze extra aan. Ze spelen de personages soms met, soms zonder poppen, soms wajangend achter het scherm. En ze komen ermee weg, want de hele zaal leeft ademloos mee, met af en toe een zucht of een lach van verlichting. Ook de generaties die allang niet meer in sprookjes geloven.
Dat is te danken aan een naadloze afwisseling van spanning, humor, vertedering en inhoud, mede ingegeven door regisseuse Silvia Andringa. Aan een dijk aan ervaring, oprecht plezier, feilloze timing en het talent van alle drie de spelers: Elout Hol, Ron van Lente en zeker ook de jonge speelster Jeannie Charlene, die haar eigen energie en spanning optimaal weet over te brengen op de poppen.
Ze betoveren hun publiek met dit verhaal over hoofdpersonage Witte, een jongetje dat in al z’n onbevangenheid openstaat voor de gekste gedachten en zelfs door z’n vriendjes en z’n eigen moeder raar wordt gevonden. ‘Wat als niemand oorlogje wil spelen, is het dan nog wel oorlog?’
Witte gaat op bezoek bij zijn opa, een heel avontuur. Onderweg komt hij het paard tegen waarover hij al had gedroomd, even onbeteugeld en met net zulk wit engelenhaar als hijzelf. Hij wil z’n vriend zijn, niet z’n baas. Zijn missie wordt doorkruist door een stel paardendieven die veel geld denken te krijgen voor het beest en het dus willen vangen. Dat laat zijn vriend-in-wording niet gebeuren.
Waar werkelijkheid en fantasie in elkaar overgaan, wordt volstrekt in het midden gelaten. En het einde, dat is zo open als een deur – maar dan een die je zelf mag inkleuren.
(foto: Ron Greve)