Kreeg theaterproducent Rick Engelkes onterecht miljoenen coronasteun voor zijn musical Willem van Oranje? Die vraag is gerezen na een artikel in het Noordhollands Dagblad. De krant schrijft over een ‘spookmusical’, die nog nooit gespeeld of gerepeteerd is en waarvoor het theater nog gebouwd moest worden. Voor eventueel misbruik zijn er nu echter (nog) geen harde bewijzen. (meer…)
Willem van Oranje (1533-1584) werd als protestant geboren (in Duitsland) en in zijn jeugd katholiek opgevoed (aan het hof van Karel V in Brussel). Als later de protestantse en Franse huwelijkskandidate Charlotte van Bourbon hem vraagt wat hij eigenlijk is, staat hij met zijn mond vol tanden en weet zo snel geen antwoord. Het is logisch dat hij vóór godsdienstvrijheid is en lang aarzelt om zich bij de opstand aan te sluiten, zodat hij net zo goed als Willem de Zwijger en als Vader des Vaderlands de geschiedenis is in gegaan.
Dat is het beeld dat we van hem krijgen in Willem van Oranje van Theater Nomade en Ab Gietelink, die ook de hoofdrol speelt. Het is een voorstelling die met pech is begonnen. Eigenlijk had de première begin september op locatie bij de Ruïne Brederode moeten plaatsvinden, maar dat weekend stortregende het in een verder droge recordzomer. Nu vond de eerste voorstelling in de stadsschouwburg van Velsen plaats, een avond met mooie plaatjes en muziek en korte, heldere scènes waarin we het begin zien van de opstand van de Nederlanden tegen de Spaanse overheersing en de doodvonnissen van Alva’s inquisitie. Een diepgravend psychologisch portret van Willem I is het niet. Theater Nomade heeft zich in 35 jaar van een uitgesproken links politiek gezelschap ontwikkeld tot een educatieve theatergroep die op locatie, voor scholen en in theaters kleine voorstellingen brengt over historische onderwerpen.
Ook deze voorstelling ziet er mooi uit, met zestiende-eeuwse kleding, geleverd door Gerritsen Theaterkostuums, zeer antiek uitziende meubels en eenvoudige schotten als decor, waarop fraaie prenten en schilderijen kunnen worden geprojecteerd. Zo kunnen we de veldslagen, geweldsdaden en de beeldenstorm meebeleven, zonder dat er veel voor uit de kast moet worden gehaald. Ook de muziek is goed gekozen, hij zal meestal niet echt zestiende-eeuws zijn, maar hij klinkt oud en fraai (muziekkeuze Gottfrid van Eck, die ook voor het decor tekent).
Ab Gietelink staat voor regie en scenario en hij speelt zelf op sonore wijze overtuigend de hoofdrol van Willem van Oranje. De andere vier acteurs (Michael de Roos, Annemieke van Westerloo, Ray Kurvers en Marcel Schouwstra) moeten samen niet minder dan 21 rollen spelen, die niet altijd worden uitgediept en af en toe verwarring veroorzaken. Ik vond dat bij de première in Velsen soms de geluidstechniek tekortschoot, met name als er te hard in de microfoons werd geschreeuwd of allerlei overdreven buitenlandse accenten de tekst onverstaanbaar maakten.
De voorstelling kiest niet helemaal duidelijk of hij over de mens Willem of over de het begin van de Tachtigjarige Oorlog zou moeten gaan. In het begin van de Opstand spelen Egmont en Hoorn, die op het schavot eindigen, nu eenmaal een belangrijkere rol dan Willem, die zich op tijd uit de voeten heeft gemaakt, naar zijn kasteel Dillenburg in Duitsland. We horen zijn overwegingen pas als we op de helft van de voorstelling zijn, maar dat is ook wel conform de historie.
Fraai zijn de tableaus van in het zwart geklede calvinistische statenleden die de ene na de andere tegen Philips II gerichte verklaring en proclamatie opstellen en daarna steevast gezamenlijk een oudhollands lied zingen. Met name het Wilhelmus wordt veel gezongen en geciteerd, opvallend omdat verder toch juist het ontstaan van de republiek wordt benadrukt. Een beetje vreemd vind ik dat de voorstelling wordt opgedragen aan iedereen die een staat wil vormen en dat daarbij Catalonië als voorbeeld wordt genomen. Of zou dat nog een verlaat staaltje van anti-Spaanse gevoelens zijn?