In Spanje is het niet de goedheiligman die elk jaar cadeautjes voor de kinderen komt uitdelen, maar zijn het de drie wijzen uit het oosten die dat op 6 januari komen doen. Ieder kent hun namen: Caspar, Melchior en Balthasar. Deze laatste is het meest gul met zijn geschenken en deze primus inter pares is dan ook extra populair bij de Spaanse jeugd.

Maar waar het traditiegetrouw om drie koningen gaat, introduceren Gerard Olthaar en Theo Wesselo een vierde King die komt om de pasgeborene te eren. Een kwartet dus in plaats van een trio, om de Spaanse kinderen te verwennen. Overigens is het optreden van een drietal nergens vastgelegd bij de enige bron voor dit verhaal, het Mattheüs Evangelie: er wordt geen aantal genoemd, dus deze uitbreiding kan op theologisch-wetenschappelijke gronden verdedigd worden.

Het publiek van de WinterParade wordt ontvangen in de Tolhuistuin vóór het café IK (Interkerkelijke Kerstkrans? Informeel Kerstfeest? Intense Kerstbeleving?), alwaar een witte biezen mand afgesloten en omringd door kaarsjes op opening staat te wachten. Gekleed in stemmig zwart instrueert de ietwat belegen MC het publiek om zich rond de kribbe te scharen.

Overwegend jonge gezinnen met hun eigen en andermans kroost lopen in een kring tegen de klok in een aantal rondjes rondom de stemmig verlichte kribbe. Het komt tot een hoogtepunt als de MC met behulp van een assistent het deksel optilt en een knalblonde babypop onthult, in een gelukzalige engelenslaap waarbij hij (want het moet noodzakelijkerwijs wel om het Jezuskindje gaan) op zijn H. Speen in zijn gebenedijde mond sabbelt.

Het ritueel is losjes geïnspireerd op katholieke liturgie naast folkloristische gebruiken: het gaat hier om het ironiseren van een levende kerststal die in katholieke omgevingen van de Zuidelijke Nederlanden tot en met Mediterraan Spanje en Italië immer populair zijn. Het hoogtepunt van een serieuze kerstnachtmis is hier onderdeel van: tijdens de processie rond de kribbe wordt ook de H. Hostie uitgereikt.

Het publiek wordt gewoontegetrouw aangespoord tegen de gebruikelijke betaling een kaarsje te branden en ook aan de uitgang wordt het publiek opgeroepen tot een geldelijke bijdrage. En zoals elke liturgie betaamt, mag de muziek niet ontbreken: tot besluit van het ritueel zet de vierde wijze/koning, de King dus, een passende antifoon in, daarbij ondersteund door dat deel van het publiek dat zich de juiste woorden en melodie nog weet te herinneren.

Deze vorm van entertainment werkt waarschijnlijk het best als je het groepsgewijs meemaakt en als je enigszins thuis bent in de gewoontes en gebruiken waar het aan refereert. Performance is eigenlijk een te chic woord voor deze ietwat melige vertoning, maar niemand kan zich een buil vallen aan de tien minuten die het duurt.

Foto: Erik van ’t Hof