Dobber is een eend die is geboren in een verkeerd lichaam. Hij heeft namelijk niks met kroos, of met slapen in een ‘vies nest’ met gore takjes. Dobber wil in een bed slapen, met een deken van dons. En in een huis, in plaats van in een nest. Kim van Zeben brengt het verhaal van Dobber in de muziektheatervoorstelling Eendje. (meer…)
‘Houdt het dan nooit op?’ schreeuwt Anna Schoen uit bij het zoveelste lijk. Ditmaal van de kanarie, het enige lijk waarvan het publiek aan het begin van de voorstelling gezien heeft hoe het arme beestje aan zijn einde kwam. Hoewel… toen Betsy overijverig diens kooi blootstelde aan de stofzuiger, was die kooi wel met een doek bedekt. Niets is zeker in de virtuoze ode aan de whodunnit van BonteHond.
Daarop werden we al gewezen door het duo dat de voorstelling inleidt met filosofische vragen als ‘Wanneer niemand iets ziet, is het dan wel echt gebeurd?’ Echte speurneuzen herkennen meteen dat zij de levende uitvergroting zijn van de versiering op de lamp die een centrale plaats heeft in het decor. Een decor dat in perfecte harmonie met de belichting en de geluidseffecten in de razendsnel opeenvolgende scènes voortdurend de blik stuurt, zodat iedereen weer opschrikt als er uit het niets een nieuw lijk opduikt.
Want aan doden geen gebrek in deze vrolijke whodunnit die niet alleen losjes is geïnspireerd door het langst lopende toneelstuk uit de geschiedenis, Agatha Christie’s The Mousetrap, maar daar vele nieuwe elementen en personages aan toevoegt. Een mysterieuze hand (van de regisseur?) die mevrouw Mappel naar een parallel universum trekt? Een kersverse weduwe die niet goed is met woorden en daarom een hoogst dramatische uitvoering van Old MacDonald over het voetlicht brengt waarbij zij zichzelf op een imaginaire piano begeleidt? Een muis die de ‘een borrel voor meneer’ pesterig keer op keer verwijdert? Het gebeurt allemaal en nog heel veel meer in Wiedeedhet.
Nog meer dan in Klucht, de vorige genreverkenning van René Geerlings en Job Raaijmakers, wordt gespeeld met de verwachtingen die een genre bij de volwassenen in de zaal als vanzelf oproept – de butler, die moet het gedaan hebben! – maar die voor de kinderen in de zaal nog onbekend zijn. De kinderen herkennen vooral de vragen waarmee zij hun ouders constant bestoken: wie, waar en waarom?
Net als in een goede detective, waarbij geen detail geen betekenis heeft, klopt alles in de voorstelling. Timing is daarbij cruciaal en het is ronduit indrukwekkend hoe de vier acteurs een veelvoud van rollen heerlijk grotesk weten neer te zetten. Kim van Zeben is zowel een heerlijk verbaasde dienstmeid, als nuffige tweede vrouw van de heer des huizes én heerlijk ‘koek koek’ als mevrouw Mappel. Joep Hendrikx is zowel het ietwat domme zoontje als de ballroom dansende sportleraar (en nog veel meer), Job Raaijmakers is de ultieme butler en Anna Schoen steekt Carice van Houten naar de kroon als tot wanhoop gedreven dochter. Bovenal is het fenomenaal hoe alle vier ook in minimale mimiek overtuigen.
Hoe het afloopt en wie het heeft gedaan, dat houden we natuurlijk in The Mousetrap-traditie geheim. Geen geheim is dat deze afscheidsvoorstelling van René Geerlings (hij verhuist naar Maas theater en dans) een visueel en theatraal wondertje is. Voor jong, maar zeker ook voor ouder. Want na afloop blijft niet wie nou wat heeft gedaan hangen, maar meer essentiële vragen over wat echt is of verbeelding, wat oorzaak is en gevolg, en of daar wel altijd een verband tussen is aan te wijzen.
En zo is de voorstelling, onbedoeld, ook nog eens zeer actueel.
Foto: KAMERICH & BUDWILOWITZ -EYES2