De oude ijsbaan in Domburg, Zeeland, vormt de openluchtlocatie voor Crashtest Ibsen, een marathon van drie Ibsen-klassiekers door regisseur Sarah Moeremans en tekstschrijver Joachim Robbrecht. Domburg wordt Noorwegen, een grasveld biedt uitzicht op een denkbeeldige fjord en kijk, daar staat Nora, de titelheldin uit Nora of het Poppenhuis (1879). (meer…)
Ik weet niet hoe het met mijn medetoeschouwers zit, maar ik voelde me op momenten behoorlijk verbonden met die sympathieke, ontheemde en van het leven vervreemde man die centraal staat in What Ever Happened To Mr. Pete? Vaak zit hij gelaten op de bank, incasseert de dingen zoals ze komen. En soms raakt hij in paniek: begint hij zwaarder te ademen of verstopt hij zich achter een kamerplant.
Het is geen vreemde man, zo op het eerste oog. Hij geeft gewoon antwoord als je hem iets vraagt, speelt het leven mee zoals het hem wordt aangeboden, als in een soort uit de hand gelopen theatersport-marathon. Hij is een kameleon: hij verdwijnt tegen de achtergrond van de sociale context waarin hij zichzelf terugvindt. Tegelijkertijd aardt hij nooit helemaal, valt hij nooit echt samen met datgene wat er om hem heen gebeurt. Terwijl de anderen daar juist zo weinig moeite mee lijken te hebben: de diëtiste die haar riedeltje afdraait, de twee ballroomdansers die zich op een belangrijke wedstrijd voorbereiden, het clubje niet nader gedefinieerde brainstormende collegae, een schoonmaakster die gelaten in zichzelf zingt als ze vloer dweilt.
Bij die laatste danst Pete heimelijk mee op haar neuriën, laat hij zich zo waar even gaan. Mooi.
Voor What Ever Happened To Mr. Pete? lieten regisseur Sarah Moeremans en schrijver Joachim Robbrecht zich samen met de spelers inspireren op de oeuvres van onder meer David Lynch, Harold Pinter en Samuel Beckett. Het levert een rijgdraad aan unheimische, vervreemdende en absurdistische situaties op, die zich allemaal afspelen in dezelfde, onpersoonlijke ruimte – waarvan nooit helemaal duidelijk wordt waar we precies zijn en wat deze Pete er eigenlijk komt doen. Het publiek is in tweeën opgedeeld en ziet de helft van het toneel: in het midden splitst een zalmroze gordijn de toneelvloer op. Via koptelefoons hoor je de scène, al suggereren stemmen en geluiden in verte ook voortdurend die wereld áchter dat gordijn.
Dat versterkt het gevoel van teruggeworpen zijn in een wereld die oneindig veel groter is dan je kan behapstukken. Op de scène zijn er steeds vijf constanten: een bank, bijpassend tafeltje, een staande lamp, een grote kamerplant en Pete (in mijn geval, côté cour, geweldig gespeeld door Gillis Biesheuvel; côté jardin zal Joep van der Geest dat al even fascinerend voor zijn rekening hebben genomen).
In anderhalf uur trekken ruim twintig personages aan Pete voorbij, gespeeld door Judith van den Berg, Juliette Luppes, Luca Bötzel, Myrthe van der Vuurst de Vries en, in principe, Alicia Boedhoe (haar rol werd tijdens het premièreweekend waargenomen door Joachim Robbrecht). In tegenstelling tot het vooral ingetogen spel van Pete, spelen zij hun personages consequent smeuïg en vaak lekker over de top. Die uitvergroting accentueert het onbetrouwbare perspectief van waaruit we als toeschouwer meekijken: dat van Pete, die zich verwondert om de uitbundige, buitenissige mens om hem heen.
Het contrast met Pete is groot. Met zijn open spel houdt Biesheuvel het klein en zeer kwetsbaar. Met ingehouden verwondering en soms een vleugje angst, incasseert hij de absurditeit van zijn bestaan. Je ziet hem met zijn ogen zoeken naar houvast, proberen de draad te vinden in de carrousel mensen die dan weer wel, dan weer niet iets van hem willen. Soms schieten die ogen richting zaal, misschien zoekend naar iemand die hem te hulp kan schieten, om zich dan te realiseren dat deze toeschouwers met hun koptelefoons net zo goed vreemde figuranten in zijn leven zijn.
En soms barst hij even in tranen uit, maar lijkt het door de ander niet te worden geregistreerd. Ook al zo mooi.
What Ever Happened To Mr. Pete? is poëtisch, ontroerend, lichtvoetig en angstaanjagend toneel over de verweesde mens, die in weerwil van wat hij zelf misschien denkt, niet alleen is. En ook de absurditeiten waarmee hij wordt geconfronteerd, blijken niet voorbehouden aan hem alleen. Ze overkomen in andere volgordes ook die ontheemde ander, die – echt waar – meestal dichterbij is dan je denkt.
Foto: Sofie Knijff