Een Pietje Bell-achtige jongen met pet, een witte glitterclown met saxofoon en een groep acrobaten, trapezeartiesten en showdansers lopen bij aanvang van het 37ste Wereldkerstcircus losjes de piste van Carré in. Ze vormen een schilderachtig tableau de la troupe. In de regie van Viktor Kee, zelf acrobaat en jongleur, krijgt de circusvoorstelling een fijne, filmische sfeer. (meer…)
De hoofden dragen dit 38e Wereldkerstcircus in Carré misschien wel de zwaarste lasten. In maar liefst vier acts balanceren mensen ondersteboven, op één hand of één been op het hoofd van een ander. Het zijn zinderende nummers in een verbluffend (en soms tegenvallend) programma vol prijswinnende, internationale circusartiesten.
Het Peruaanse Duo Vitalys lijkt met hun haast identieke, gespierde lichamen een spiegelact uit te voeren wanneer een van de twee ondersteboven op het hoofd van de ander gaat staan. Het Chinese Staatscircus gooit met een verstilde kracht een van de acrobaten over van hoofd op hoofd, en Wenxiang Yuan, Danjing Luo en Xiaohe Fengbij beklimmen elkaar om paraplu’s sereen te laten tollen op voeten en handen. Tot slot is er ook nog een acrobatische versie van het Zwanenmeer waarbij Sun Yina op haar spitzen balanceert op de schouders en het hoofd van Zhou Yie.
Hoe technisch indrukwekkend de laatste drie acts ook zijn, ze laken wat emotie. Daar blinken de Oekraïense Dmytro Grygorov en Daria Verbytska juist in uit in hun Flight of passion, een hoogtepunt van de avond. Aan hun armen, voeten of zelfs mond worden ze de nok in gehesen aan twee touwen, waar ze tollen, draaien en elkaar in complexe poses vasthouden. De passie spat van hen af, versterkt door de sensuele muziek, en ook de danspassen van Verbytska op de grond zijn overtuigend hartstochtelijk.
Omdat we tijdens het Wereldkerstcircus een aantal van de beste nummers ter wereld zien, vertonen de acts weinig samenhang, maar daarvoor kom je hier wellicht ook niet heen. De muziek van het orkest onder leiding van Anrii Kakapychi is swingend, spannend en goed getimed. De regiekeuzes van Jospeh Bouglione hadden wel iets scherper gekund door de veelheid aan hoofdbalansacts en het achter elkaar programmeren van acts met flexibele vrouwen.
Dat het leven van een circusartiest niet zonder risico’s is, blijkt als de Moldavische Igor Tîcinschi tijdens de derde act een paar meter naar beneden valt uit de Chinese mast. Daarvoor klom hij met Iuliia Bezrukova schijnbaar moeiteloos deze dikke paal in, waar ze bewezen uitzonderlijke kracht en souplesse te beheersen. Zijn val belemmert hem nu om door te gaan en de act moet vroegtijdig stoppen.
Rudy Hellewegen toont zich een kundige spreekstalmeester die de situatie beheerst aanvliegt en het publiek geruststelt. Algauw blijkt er ook niets ernstigs aan de hand met Tîcinschi. Even later vliegt Hellewegen wel enigszins uit de bocht met zijn opmerking dat Quincy Azzario fragiel oogt maar girlpower heeft. Hij had ook Azzario’s kracht en uitzonderlijke act kunnen benadrukken zonder haar fragiel te noemen – ze is allesbehalve dat als ze zelfverzekerd en geanimeerd een balanceeract op haar handen uitvoert.
Maar het seksistische dieptepunt komt van buikspreker Willer Nicolodi. Aanvankelijk is hij best grappig als hij samen met de muizenpop in zijn hand een lied probeert te zingen, maar zodra hij drie mensen uit het publiek haalt worden zijn grapjes vrouwonvriendelijker. De ene vrouw die hij de piste in begeleidt noemt hij in elke zin ‘beautiful’ en zinspeelt erop dat een van de mannen best met haar op date zou willen. Als hij dan ook nog eens de twee mannen hoge stemmen geeft en de vrouw juist een lage, blijkt dat zijn humor deels gebaseerd is op stereotype ideeën over gender.
Een ander dieptepunt is de openingsact, de paardendressuur van Flavio Togni. Nou zijn wilde dieren in veel landen al enkele jaren uit het circus verbannen, maar we vinden het nog wel acceptabel dat gedomesticeerde dieren voor ons vermaak kunstjes aangeleerd krijgen. Maar als je weet dat paarden van nature vluchtdieren zijn en ze dus eigenlijk schrikken van harde geluiden als een klappend publiek, een bit in hun mond erg pijnlijk is, en een circusleven inhoudt dat ze veel in trailers en vliegtuigen zitten, kun je hier als mens weinig plezier uit halen.
Circus is spannend omdat mensen vanuit intrinsieke motivatie de grenzen van hun eigen kunnen opzoeken, samenwerken en verrassende acts verzinnen. Dat bewijst dit Wereldkerstcircus gelukkig ook, met nog veel meer indrukwekkende acts dan hierboven genoemd: van de nonchalante uit- en aankleedjongleeract van Strahlemann & Sönne tot het beangstigende hogedraadnummer van de Mustafa Danguir Groep. Kortom, er is veel om over verwonderd te zijn dit jaar.
Foto’s: Stardust Circus International