Het is altijd een klein feestje om naar de opera in Nijetrijne in Zuid-Friesland te gaan. Midden in de natuur, tussen trilveen, rietpluimen, beekjes en het riviertje de Scheene. Er is niet alleen mooie, vrolijke muziek, er zijn ook lekkere hapjes en Friese drankjes, aardige mensen, iedereen komt voor zijn plezier. (meer…)
Op een eiland dat met vernuftige waterwerken boven water moet worden gehouden zijn de vrouwen de baas. De mannen zijn initiatiefloos en ondergeschikt. De meisjes en vrouwen zitten hevig achter de mooie jongens aan en brengen ze daarmee in verlegenheid. De jongens worden sexy aangekleed en voelen zich misbruikt, omdat ze worden beoordeeld of ze niets zijn dan ‘twee bollende billen’.
Deze wereld is ontsproten uit de fantasie van de Italiaanse toneelschrijver Carlo Goldoni, die het libretto voor de opera Il mondo alla roversa in 1750 schreef voor de Venetiaanse componist Baldasare Gasluppi. Die tekst werd in 1779 door Caterino Mazzolà weer bewerkt tot een libretto voor de componist Antonio Salieri, die er tot 1795 aan werkte.
Antonio Salieri was misschien toch méér dan alleen maar de hoofdpersoon in de film Amadeus uit 1984 van Miloš Forman, gebaseerd op het toneelstuk van Peter Shaffer. Daarin biecht Salieri aan het eind van zijn leven op dat hij de moordenaar van Mozart was geweest, uit jaloezie. Spannend maar niet erg waarschijnlijk. In elk geval was Salieri in zijn tijd een zeer succesvolle en gerespecteerde componist. Wat niet wegneemt dat zijn muziek nu bijna geheel vergeten is.
Het is daarom dubbel interessant dat Opera Nijetrijne in Zuid-Friesland, met producente Yvon Scheper en regisseur Nynke van den Bergh, een opera van Salieri speelt, die is gebaseerd op een tekst van Goldoni. Natuurlijk hebben ze zoals bij hen gebruikelijk muziek en tekst sterk bewerkt. Muzikaal leider Vaughan Schlepp wist in de eerste plaats de muziek op te diepen, die slechts in een handschrift aanwezig is in de Österreichische Nationalbibliothek in Wenen en bewerkte die voor een klein ensemble musici met (elektrische) piano, contrabas, fluit, hobo, klarinet en fagot. Het klinkt erg mooi. De muziek is vaak geestig en afwisselend.
Alice Zwolschen bewerkte de tekst in een heel brutaal, steeds net niet echt rijmend Nederlands met veel anachronismen en modernismen. Er wordt onversterkt en zonder boventiteling gezongen, niet altijd even goed verstaanbaar, maar wel goed te volgen. Bariton Pieter Hendriks is een prachtige, barse, vrouwelijke dictator, sopraan Nicole Fiselier zijn kwieke concurrente, tenor Sebastiaan Brouwer een overtuigende dienstknecht. Bariton Rubèn Plantinga en sopraan Wendy Roobol komen de ogenschijnlijke rust op het eiland verstoren.
Het geheel is veel meer dan grappig en onderhoudend. Helaas blijkt de omkering van vrouwen- en mannenrollen nog altijd behoorlijk schokkend en met de uiteindelijke mannenemancipatie wil het in deze opera ook niet goed lukken. Het eindigt in grote verwarring. Wie de graaf gaat kiezen uit zijn vele aanbidsters wordt niet duidelijk. Een spectaculaire gebeurtenis met veel aqua ex machina maakt er een spetterend einde aan.
Het is weer een feestelijke gebeurtenis geworden, deze opera midden in de natuur, met bootjes en toevallige voorbijgangers. Het is toch maar weer gelukt, ondanks bezuinigingen en problemen met een buurman die het vervoer van de decors onnodig moeilijk maakt. Je begint met een wandeltocht of een boottocht door het trilveen en eindigt bij een heerlijke maaltijd. Intussen heb je alle tijd om je af te vragen of bewerker Schlepp af en toe een nootje Mozart – en een keer een hele aria – in de Salieri-pap heeft gedaan of dat Salieri zelf misschien wat van zijn jongere collega heeft geleerd. Je kunt rustige bepraten of Salieri wel of niet een groot componist is geweest en of er nu terecht pogingen tot herwaardering worden gedaan. En ook over de vraag waar de rolverdeling tussen mannen en vrouwen vandaan komt en of er nu ooit eens een einde aan komt, zullen we nog lang kunnen doorpraten.
Foto: Frits van Servellen