Zieke jeugd van Zuidpool is een ragfijne ets van een zogenoemd verdwaalde generatie ***
‘Welkom bij mijn zielige jeugd’, zegt een aanstekelijk montere Aaf Brandt Corstius, met in haar handen een verhuisdoos vol jeugdherinneringen: een oude Monchhichi (is het nou een beer of een aap?), haar blokfluit, een oude jojo, haar eerste single’tje (‘Like a Virgin’). En haar moeders rode laarzen. Ze overleed toen Aaf Brandt Corstius zes jaar oud was.
Haar moeders dood staat centraal in deze persoonlijke solovoorstelling, waarin Brandt Corstius als zichzelf op het podium staat en met de zaal herinneringen ophaalt aan haar jeugd. Dat illustreert ze ruimhartig met iconische muziek en videobeelden voor iedereen die in de jaren tachtig en negentig is opgegroeid: zelf komt ze uit 1975. Van Little House on the Prairie en Beverly Hills 90210 tot de allereerste plaat van Kinderen voor kinderen. Dat is een van de vijf herinneringen die ze nog aan haar moeder heeft: na er wekenlang om te hebben gezeurd, kwam de kleine Aaf thuis en stond haar moeder voldaan te strijken terwijl die plaat opstond.
Aan haar leven voor haar moeders dood ontleent ze vooral veel informatie uit fotoboeken en verhalen van anderen. Haar eigen herinneringen zijn voornamelijk van ná haar moeders dood (toen de fotoboeken prompt ophielden). Het gezin verhuisde halsoverkop naar Amerika, en een jaar later weer terug, Brandt Corstius groeide op, werd een stille puber, die alles zelf moest ontdekken. Haar vader was lief en zorgzaam, maar ook afstandelijk en zwijgzaam, niet in een hokje te plaatsen (dat heeft hij zijn kinderen dan in ieder geval meegegeven, zegt ze liefdevol).
Ze ontwikkelde dwangneuroses die er in haar hoofd voor zouden zorgen dat haar vader niet ook zou overlijden. Altijd eerst met je rechtervoet de trap af. ‘Anders ging mijn vader dood.’ Alle leestekens in een tekst tellen en groeperen. ‘Anders ging mijn vader dood.’ Op de middelbare school keek ze op tegen de ‘jarennegentigsletten’ uit haar klas: zelf was ze een soort tijdloze nerd. Een ‘neurotische angsthaas’ met een ‘versteende vader’.
Als ze zelf kinderen krijgt, ontdekt ze dat ze nog veel meer herinneringen aan haar moeder in zich meedraagt. Kijkend naar haar jonge kinderen, realiseert ze zich dat zij misschien een zielige jeugd heeft gehad, maar dat het voor haar moeder nog erger moet zijn geweest: wetend dat je je kinderen niet zult zien opgroeien.
Welkom bij mijn zielige jeugd schakelt voortdurend tussen jeugdherinneringen, citaten (uit eigen en andermans werk) en reflectieve momenten. Ondanks de thematiek is de toon consequent licht: dat is een grote kwaliteit. Brandt Corstius kan bogen op een zeer innemende podiumpresentatie, ze is iemand die niet grappig doet maar grappig is ondanks zichzelf. Die eigenschap zet ze ruimhartig in.
Het houdt de voorstelling, die geregisseerd is door Kiki Jaski, ook op afstand: door steeds terug te vallen op haar fijnzinnig geformuleerde beschrijvingen en treffende observaties – vertrouwd terrein voor Aaf Brandt Corstius – houdt ze controle. Ze zit duidelijk in haar comfortzone, terwijl ze reflecteert op een periode waarin ze juist verstoken was van veiligheid en zekerheid. Welkom bij mijn zielige jeugd is daardoor weliswaar een intiem en waardevol egodocument, maar grijpt nergens echt naar de keel.
Foto: Jaap Reedijk