Opvallend veel kinderen in de Trekkerschuur van Festival Tweetakt kruipen angstig op schoot bij hun ouders tijdens de 4+ voorstelling We Are The Monsters van de Britse Colette Sadler/Stammer Productions. Twee jonge waaghalzen gaan helemaal vooraan op de onderste traptrede zitten, maar rennen regelmatig even terug naar hun ouders. Wat maakt deze voorstelling zo spannend? Waarom zijn de monsters voor de jonge kijkers zo monsterlijk?

Ik denk dat het ermee te maken heeft dat de gezichten van de dansers onvindbaar zijn, en dat ook blijven. Van mijn eigen kinderen weet ik hoe onderzoekend ze op jonge leeftijd naar gezichten konden kijken, met al hun zintuigen. Zo’n kwijlende dreumes hangt soms letterlijk aan je lippen. Enthousiast, aandachtig, en met een knijpkracht die onaangenaam verrast. Door al dat getuur naar gezichten leren ze andere mensen te peilen. En ook als volwassene zoeken we gezichten om te lezen wat er om ons heen gebeurt; we denken dat een kat die de tuin in sluipt ons eigenwijs aanstaart en zien soms zelfs een gezicht in de gevel van een huis. En een monster, dat is iemand die met een stalen gezicht de gruwelijkste dingen doet.

De kinderen in de zaal hier, rond de kleuterleeftijd maar ook jongere broertjes en zusjes, kunnen de blikken van de performers niet peilen. Want de kostuums (ontworpen door Philine Rinnert) zijn zo gemaakt dat je soms niet eens begrijpt waar het hoofd van de danser zit, laat staan dat je op zoek kunt naar het gezicht. De argwaan van de kinderen is gewekt.

Zo zijn er twee vogelachtige types, geel en groen, die hurkend en hippend over de vloer gaan. Waar hun kopje zou moeten zitten bevindt zich een witte ovaal van stof, een kussentje misschien, dat door de omhoog gestoken vuisten van de dansers op zijn plaats gehouden wordt. Er is een mintgroene kruiper, gemaakt van drie identieke aan elkaar geritste winterjassen, en een wezen dat bestaat uit twee onderlijven in joggingbroeken, dat zich als driehoek op vier witte pumps over de vloer voortbeweegt. Maar het engst van allemaal is een donkergroen, manshoog breiwerk op voeten. Hij komt bedachtzaam voortstappend op in duister licht, en onder zijn vacht beweegt traag een enorme bult. Ja, het klinkt absurd. Maar echt, de kleintjes vinden het zo te horen om te huiveren zo spannend.

Gelukkig is er ook heel veel vrolijks in deze voorstelling. Een speciale vermelding verdient het vrolijke rode vestenmonster: vier dichtgeritste vesten boven elkaar. Het bovenste, zo fantaseer je, is de kop, waarbij de mouwen als voelsprieten of oren alle kanten op fladderen. De mouwen van de drie identieke rode vesten daaronder zijn natuurlijk pootjes. Het wezen rent en danst en botst overal tegenaan, maar blijft vrolijk en energiek bewegen. Maar hij begeeft zich ook tussen de kinderen in het publiek en dat maakt het toch weer spannend.

Door een enkele vondst heel consequent door te voeren, namelijk het onleesbaar maken van de gezichten van de performers, heeft Colette Sadler met haar Stammer Productions een voorstelling gemaakt die jonge kinderen spanning biedt en intrigeert. Dankzij de kleurrijke vormgeving en het opgewekte ritme waarin de vrij abstracte taferelen elkaar opvolgen blijven ze betrokken kijken. De ouders krijgen naast hun rol als trooster, lekker met hun kleintje op schoot, een kans om zich nog eens te verwonderen over die neiging van ons mensen om overal een gezicht in te zoeken.

Foto: Kalle Kukkimemi