De Brusselse choreograaf Benjamin Vandewalle werkt graag in situ: zijn performances zijn vaak ingrepen in de openbare ruimte, waarbij hij speelt met de blik en de status van de toeschouwer. Wat veroorzaakt het kijken van iemand naar iets of iemand, en op welke manier kan aan de rollen van toeschouwer en performer worden gemorreld? (meer…)
Hoe klinkt geluid onder water? Dat is het concept van WaterRuis, een podcast-reeks van radiokunstenares Noortje Sanders en circusartieste Camille Paycha. Voor Oerol maakten ze een speciale visuele aflevering, helemaal op maat van deze bevreemdende tijden waarin we afstand moeten houden, maar toch met elkaar verbonden zijn door het water.
Audiomaker Noortje Sanders is een begenadigde schrijver en verteller. In glasheldere, maar poëtische zinnen met rake metaforen weet ze de sign of the times te vatten. Deze derde aflevering van WaterRuis start met een bespiegeling over seasickness en homesickness. In het eerste geval word je ziek door de zee, terwijl je bij heimwee ziek wordt omdat er GEEN thuis is. De verteller Sanders stelt vast dat ze, na maanden door te brengen op een kleine oppervlakte, net ziek is geworden door een TEVEEL aan ‘thuis’. Ze zegt: ‘Ik heb de laatste tijd het gevoel alsof ik in een vissenkom woon. Alleen weet ik niet zo goed waar het water ophoudt en het glas begint. Maar dat het glas er zit, weet ik wel.’ Wat haar dan weer brengt bij dat mooie, onvertaalbare Duitse woord ‘fernweh’: een gemis van verte, van de wereld.
Terwijl Sanders vertelt, zien we in beeld Camille Paycha. Zij verbeeldt de vertelling met mime die schippert tussen de claustrofobie van binnen zitten en de weidsheid van de wereld, waar ze naar verlangt. Paycha, steevast met oranje muts, doet acrobatische dingen, in de zetel en de duinen. Zij woont aan de Noordzee, terwijl Sanders woont aan de rivier de Vecht. Ze zijn honderden kilometers van elkaar verwijderd, maar via digitale technologie toch verbonden.
Maar zijn ze dat ook door het water? Sanders bevraagt waarom we in Duitsland spreken van de Rijn, terwijl de rivier en haar aftakkingen in Nederland verschillende namen krijgen. Het gaat toch om hetzelfde water? Aan het eind van de aflevering maakt ze dit duidelijk met een treffende en in al haar eenvoud bijzonder charmante Photoshop-animatiefilm, waarin ze een tak hout in het water van de Vecht laat vallen. Die laat ze vervolgens aanspoelen op Terschelling, de plek waar ze deze dagen wilde en had moeten zijn.
Maar wat dan met het geluid onder water, toch het opzet van de audioreeks? Na de eerste twee afleveringen – over het onderwatergeluid in een zwembad en over wat een baby hoort in de met vruchtwater omgeven buik van de moeder – draait het hier om walvissen en hun communicatie. Zestig jaar geleden konden soortgenoten met elkaar communiceren vanop liefst 1500 kilometer – de afstand tussen Barcelona en Terschelling. ‘De vissenkom van de walvis is dus zo groot, dat de hele zee erin past’, analyseert Sanders. Maar door alle storende herrie die de mens is gaan maken in het zeewater, van de motoren van schepen tot het gecontroleerd laten ontploffen van oud oorlogstuig, zijn die walvissen in de war: hun communicatie is nu nog maar beperkt tot 150 kilometer. Het probleem is: die vinvissen van zestig jaar leven nu nog. Hun leefwereld is dus tien keer verkleind tijdens hun levensloop. ‘Misschien hebben walvissen ook het gevoel dat hun vissenzee steeds kleiner wordt?’
Het zijn bijzonder interessante inzichten die Sanders en Paycha hier meedelen, waar je zelf zelden of nooit bij stilstaat. Door de speelse aanpak is het 22 minuten durende WaterRuis bovendien bijzonder geschikt voor àlle leeftijden: jong en oud kunnen relateren aan deze poëtische stream of consciousness. Want we bestaan allemaal voor 60 procent uit water.