De aarde warmt op en toch zitten we met zijn allen in de kou. En dus was 2022 wat Guido Weijers betreft het jaar van Wim Hof: afkoelen en ademhalen, dat is wat we als mens, als maatschappij, weer moeten leren om de ‘jungle’ van pushberichten, agressie en anonimiteit die het jaar tekenden, het hoofd te bieden. (meer…)
Na haar laatste oudejaarsconference (2022), waarmee ze definitief een plekje veroverde op de cabaret-Olympus, raakte Claudia de Breij helemaal van het pad af. Uitgeput, leeg, nergens zin in, mensen en geluid irriteerden haar mateloos. Wat onze planeet in het groot meemaakt, beleefde zij in haar lijf en hoofd. Rust en rust en rust en het vermijden van te veel prikkels hebben haar weer op de been geholpen. Zij kan Carré weer aan.
Dat herstel geldt helaas niet voor de wereld, moet ook De Breij in mineur en enigszins berustend erkennen in haar nieuwe show Wat als. Haar mooie liedjes en conferences vol overtuiging, hebben de ellende op aarde misschien gedurende de twee uur van haar voorstelling naar de marge geduwd, maar als je het theater hebt verlaten, is er in wezen niets veranderd. Dus, zo besloot De Breij dapper, er moet niet meer gepreekt worden in het theater.
Toch is ze niet geheel consequent geweest in die opdracht aan haarzelf. De donderpreken zijn weliswaar totaal afwezig in Wat als, maar in de milde vorm krijgt de parochie nog wel degelijk een portie opgediend. Over feminisme, de LHBTIQ-gemeenschap, over het nut van liegen. En het is vooral die milde vorm van preken die Wat als een enigszins onbevredigende voorstelling maakt. Het is gemoedelijk, een glimlach, muzikaal onderhoudend, maar het rockt niet. De hele avond overheerst het gevoel van ‘oh ja, dat heb ik ook’ en ‘daar ben ik het echt helemaal mee eens’ en ‘goed gezegd, meid.’
Dat heb je als De Breij uiteenzet waarom dictators homoseksuelen en kunstenaars haten, als ze de ongemakkelijke kanten van WhatsApp toelicht of hoe ze saaie mensen vermijdt, die te herkennen zijn aan woorden als bijtelling of warmtepomp in hun conversatie. Maar er zitten geen momenten bij, waardoor je op het puntje van je stoel gaat zitten en door elkaar wordt geschud door een opvatting of constatering, of een grap die net over de grens gaat – kortom: iets waar je absoluut niet op gerekend hebt.
Claudia de Breij beheerst het cabaretmetier inmiddels tot in de puntjes. Ze kan ontroeren, zoals in het liedje waarin zij als moeder beseft dat haar opgroeiende kinderen haar niet meer, of in ieder geval veel minder nodig hebben. Ze heeft genoeg grapjes meegenomen, zodat niemand kan zeggen dat De Breij de mensen niet meer kan vermaken. Ze geeft iedereen in een grote zaal het idee dat ze speciaal voor jou op dat podium staat. Maar het is ongevaarlijk cabaret. Goed verzorgd, maar ongevaarlijk.
Het enige waar je dit keer echt even over moet nadenken is het decor. Het gigantische podium van Carré is gevuld met een enorm kasteel van licht. Je zit naar Disney te kijken, zoals in december sommige huizen en tuinen tot een grote lichtjesshow zijn omgevormd met rendieren, de kerstman die door de lucht vliegt en karrevrachten lichtgevende cadeautjes. Dan is het ‘oh, wat bijzonder’ en tegelijk ‘oh, wat gruwelijk.’ Nou ja, dan hebben we in de tram terug naar huis in ieder geval nog wel iets om over na te praten, want de rest is na ‘was wel goed hoor’ toch helaas redelijk snel verdwenen.
Foto: Set Vexy