Jeugdtheatergezelschappen kunnen niet alleen hun reguliere voorstellingen niet spelen, ook de vele schoolvoorstellingen gaan de komende weken niet door. Voor alle kinderen die nu noodgedwongen thuisonderwijs krijgen én hun ouders deelt Theaterkrant links naar online voorstellingen, gekoppeld aan een of meerdere lesthema’s. Vandaag: De man die alles weet. (meer…)
Op het podium staat, zacht zoemend, een koelkast. Ernaast, in roze neonletters: Wat als dit alles is? Even krijg je tijd te wennen aan dit eenvoudige, verwachtingloze beeld. Maar dan… Gerommel in de koelkast. Een mayonaisepot kruipt het podium over. Een pak vissticks. De schoen van Elias De Bruyne?
Een prikkelende vraag: Wat als dit alles is? Zeker met de coronalockdown in het collectieve geheugen, waarin veel mensen de confrontatie met zichzelf aanmoesten. De Bruyne maakt er naast een existentiële vraag ook een zelfkritische reflectie van. Want wat als hij in drie jaar tijd het maken is verleerd? Misschien is alles dan toch niet zo veel?
De Bruyne was de afgelopen jaren te zien in verschillende voorstellingen van Theater Artemis. Vaak speelt hij een wat onbeholpen jongen die zichzelf gemakkelijk voor schut zet, waar zijn medeacteurs hem met plezier bij helpen. Nu staat hij op Boulevard met een solo en heeft hij enkel zijn koelkast als medespeler. Maar dan wel een koelkast met drie jaar aan weggestopte inspiratie, die er nu eindelijk uit mag.
Een sterk concept, dat uitnodigt tot absurdisme en onbelemmerd associeren. Het is spannend om te wachten op wat er uit de koelkast gekropen komt. Maar dan begint een computerstem de situatie, en dan met name De Bruyne, te becommentariëren. Ze voorspelt wat er komen gaat, draait een biografie van De Bruyne af, licht toe dat de mimespeler zijn opkomst uitstelt en waarom precies, en neemt zo de spanning weg die de opening zo knap had opgebouwd.
Het metacommentaar op de performer zorgt er misschien voor dat De Bruyne zijn vaste ongemakkelijke rol kan innemen, maar dat heeft hij helemaal niet nodig – een zelfbewuste blik van de acteur, die uitblinkt in het ‘zich laten bekijken’, is doorgaans voldoende om alle kwetsbare zelfkritiek te reflecteren. Door de woordenstroom krijgt de toeschouwer bovendien wat weinig ruimte om zelf na te denken.
Uiteindelijk zit de kracht van het programma in de mogelijkheden van de grote koelkast op het podium. Als een soort tas van Mary Poppins is het een koelkast zonder eind, die zorgt voor een komen en gaan van de meest willekeurige dingen. Dit zorgt op de sterkste momenten voor komische verrassingen, waar De Bruyne zich lekker onbeholpen toe kan verhouden. En mocht dat dan alles zijn, dan is dat voor nu precies genoeg.
Foto: Henk Claassen