Terwijl Ajax in de Johan Cruijff ArenA ten onder ging tegen Benfica, stonden een paar kilometer verderop in theater De Brakke Grond vijf voetbalvandalen en een goedmoedige supporter rond de middenstip om de kwalijke kanten van het moderne voetbal te belichten. (meer…)
Ze eten geen boterhammen met kruisbessenjam. Hun haar is donker en ze spreken een taal die anders klinkt. Maar of dat de barbaren barbaars maakt? Vragen over vijandschap, over onderdrukking en de verlammende angst voor het vreemde dwarrelen over het toneel bij Wachten op de barbaren van Toneelschuur Producties en Korzo Producties. Michiel de Regt regisseert dit stuk, dat gebaseerd is op de gelijknamige roman (1980) van de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M. Coetzee.
In een slaperig grensstadje is het dagelijks bestuur in handen van de Magistraat (Jan-Paul Buijs). Hij geniet daar van de rust, tot het Rijk opeens ten strijde trekt tegen de ‘dreigende’ vijand. Plotseling zijn de nomaden, die rondtrekken in gebieden net over de grens, het kwaad. Barbaren, waartegen een bloedige strijd gevoerd moet worden. Het grensstadje wordt het middelpunt van dat geweld, en de Magistraat zit opeens middenin een oorlog. Hij ziet de gruwelen die het Rijk inzet om de barbaren onder druk te zetten en raakt in opspraak als hij een nomadenvrouw besluit te helpen.
Als verteller geeft Buijs, met minimale gebaren, ieder personages een eigen gezicht. Hij beschrijft en speelt, laat zich meevoeren op de golven van zijn eigen verhaal, glijdt er in weg en duikt onder in beeldende zinnen als het hem allemaal even te veel wordt. Een waanzinnig knappe rol is het: geen moment glipt de concentratie uit zijn vingers, zijn spel blijft scherp en krachtig. In choreografie van Iván Pérez draaien de dansers (Inés Belda Nácher, Majon van der Schot en Orla Mc Carthy) om hem heen. Zij belichamen de barbaarse krachten, het natuurgeweld; ze overspoelen en trekken zich terug.
Janne Sterke ontwierp een prachtig decor waar het verhaal zich in, op en onder ontvouwt. Een vierkante plaat zweeft boven het toneel, een brede scheur deelt het speelveld in tweeën. Houtsnippers spatten in het rond als de dansers om de verteller heen glijden, hem de weg versperren of als hijzelf langs de rand wankelt. Het ene na het andere schitterende beeld scheppen zij, op de tonen van de al net zo mooie (contrabas)composities van Wilko Sterke.
Het verhaal komt poëtisch op gang, maar een beklemmend geweld neemt het langzaam in haar greep. De gruwelen waarover de Magistraat eerst alleen hoort, komen dichterbij en dichterbij, totdat hij ze zelf aan den lijve ondervindt. Hier en daar strekken scènes zich net iets te ver uit, maar uiteindelijk grijpt Wachten op de barbaren je, relevant en actueel, bij de strot.
Foto: Sanne Peper