In een afgedankte fabriekshal uit de jaren zestig, aan de rand van Drachten, speelt het Friese gezelschap Tryater een boeiende, intelligente en ook weemoedige voorstelling over Europa, getiteld Doarp Europa. Negen spelers van uiteenlopende herkomst, waaronder Duitsland, Italië en Polen, vertolken negen verschillende visies op gemeenschapszin én individualiteit, Europese eenwording én nationalisme. (meer…)
Vroeger, als jongen, wilde hij kosmonaut zijn. Niet zomaar ruimtevaarder en al helemaal geen astronaut. Het luisterde heel nauw voor de jonge Beppe. Kosmonauten waren de helden die voor de Sovjet-Unie de ruimte gingen veroveren. Astronauten waren Amerikanen en de katholieke Beppe was voor de communisten. Het waren de jaren zestig in Italië.
In Vroeger was ik kosmonaut, de nieuwe door Eva Bauknecht geregisseerde solovoorstelling van muzikant/acteur Beppe Costa, brengt een uitnodiging van een jeugdvriend voor een feest hem terug naar die tijd en naar hun geboorteplaats. Het is voor Costa aanleiding om herinneringen op te halen. Als jongetje was hij gefascineerd door de ruimtevaart. Later als puber ook door het verbeteren van de wereld. Al was het oprichten van een communistisch leesclubje ook ingegeven door de wens meisjes te ontmoeten.
In Vroeger was ik kosmonaut verhaalt Costa over zijn jeugd, zijn vriendjes en de begrafeniswagen van zijn vader, en over de gebeurtenissen in de wereld die toen indruk op hem maakten, zoals de eerste ruimtevlucht van Joeri Gagarin, de maanlanding, Che Guevara en het Franse studentenprotest. Tegen die achtergrond groeit hij op. Een flinke monitor naast hem toont tv- en filmbeelden uit die tijd. Een serie korte anekdotes geeft samen een lichtvoetige impressie van zijn jongenswereld in een Italiaans dorp in de buurt van Turijn.
Costa wisselt die sfeervolle fragmenten af met muziek, meestal een liedje, soms een instrumentaal stukje dat hij als achtergrondmuziek inzet. Gezeten midden in een eiland van muziekinstrumenten bouwt hij vrijwel al zijn nummers met een sampler laag voor laag op. Eerst de gitaarpartij, dan de percussie, een vleugje mandoline of viool en misschien ook een tweede stem.
Dat leidt er wel toe dat Costa zo druk met de techniek in de weer is dat sommige nummers niet echt uit de verf komen. Dat dat jammer is blijkt in een paar mooie, stemmige liedjes waarbij hij de techniek even de techniek laat en zichzelf begeleidt op de gitaar. (Om in het slotnummer te laten horen dat hij met die sampler ook een wat langer spannend nummer kan opbouwen.)
Over wat er terecht is gekomen van het verbeteren van de wereld heeft Beppe Costa nu zo zijn twijfels. Maar in deze aangename, lichte voorstelling lijkt hij daarmee te kunnen leven.