Het feestelijk ingepakte cadeau met immense strik smacht ernaar te worden opengescheurd. Maar wie van de twee jarigen mag het papier kraken? Er staat geen naam op. En aan de vierkante vorm kunnen ze niet zien of er een trompet in zit (zijn wens) of rolschaatsen (haar hebbeding). Dus maakt het tweetal net zo lang een ruziedans om het cadeau, met theatrale schijnbewegingen, tot het geschenk uit zichzelf begint te reageren. (meer…)
Vos en Haas zijn elkaars tegenpolen, maar ze wonen wel in één huis. Als de teruggetrokken Haas last heeft van een winterdipje, vrolijkt de lawaaiige Vos haar op door een feest voor haar te geven. Een speciaal kerstfeest zelfs, in deze donkere dagen. Poppentheatergroep Houtjetouwtje bewerkt de prentenboeken van Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong-Khing tot jeugdvoorstellingen met handpoppen als personages.
Haas is een meisje en verlegen. Vos is een jongen en uitbundig, joviaal. Zo vullen ze elkaar mooi aan. Houtjetouwtje heeft van hun succesvolle voorstelling Een feest voor Haas dezer dagen een speciale kersteditie gemaakt, met behulp van sneeuw, kerstballen en kerstslingers.
De vraag in deze voorstelling is onder andere hoe dat eigenlijk moet: een feest geven. Het antwoord omvat het huis schoonmaken en opruimen, uitnodigingen schrijven en versturen, het huis versieren en zorgen dat er lekkers en wat te drinken is. Het feest voor Haas mondt uit in een soort uitbundig carnaval.
Houtjetouwtje maakt interactieve voorstellingen, de spelers betrekken hun jonge publiek op een slimme manier bij de voorstelling door vragen aan de zaal zoals: ‘Wie kunnen er allemaal lezen?’ Vos en Haas zijn van oorsprong namelijk boekenpersonages, dus veel kinderen kennen ze al uit de boeken. Tegen een halfronde achterwand van ‘boekenkasten’, gemaakt door een soort boekenbehang op kamerschermen te plakken, fungeert Arjen Dijkstra vooral als verteller en als aanjager van het verhaal. Luca Stappers en Casper Oorthuys bespelen in deze voorstelling de meeste handpoppen, waarbij vooral Stappers uitblinkt als de luidruchtige, vrolijke Vos.
Vreemde eend in de bijt in Een feest voor Haas is de passant Pluim. Een oranje fantasiedier met een grote pluim bij wijze van staart. Pluim is een vrouwtje in een gele jurk en met mooie pluisjes in de oren. Ze noemt Haas ‘lief konijntje’, terwijl Haas natuurlijk een haas is. Tot jaloezie van Haas dingen Vos en huisvriend Uil naar Pluims gunsten. Haas zorgt dan dat het beest een eind verderop in een boom haar intrek neemt. Pluim wil namelijk haar winterslaap doen en de andere dieren zijn nogal lawaaiig. Als die dieren uiteindelijk tòch haar rust verstoren, vertrekt Pluim.
Dat is welbeschouwd een wat vreemd verhaalelement: een buitenstaander vraagt om een plek in de gemeenschap, maar dat loopt niet goed af. Die xenofobe Haas is niet zo rottig bedoeld door de makers: ze willen het hebben over jaloezie en vriendschap, over een positief zelfbeeld, over dat een ander jou leuk kan vinden ook al vind je jezelf niet zo goed gelukt. En over de vraag of je voor een feest veel gasten nodig hebt, of dat je in je eentje ook een feestje kunt vieren.
Het publiek leeft volop mee vanaf het moment dat Dijkstra vraagt mee te helpen zoeken naar het boek waaruit hij wil gaan vertellen, terwijl dat boek uitsteekt boven zijn achterscherm vol boekenkasten.