Met Vormen van opdringerigheid – part one laat Collectief Het Paradijs de voorlopige resultaten zien van hun eerste creatieproces na de succesvolle afstudeervoorstelling Paradijsvertraging. Het voelt nog ietwat prematuur.

Collectief Het Paradijs, dat bestaat uit de voltallige lichting afstudeerders van de mime-opleiding van 2018, kreeg voor hun eerste professionele voorstelling opnieuw de kans om met Ko van den Bosch samen te werken. Hij schreef in opdracht van productiehuis Feikes Huis een nieuwe theatertekst, op voorwaarde dat Collectief Het Paradijs deze dan zou mogen ensceneren. De uiteindelijke voorstelling gaat in 2020 in première, maar het collectief greep de kans aan om dit jaar al op de Parade te staan met een eerste aanzet.

Het levert voorlopig nog geen vuurwerk op. Het improvisatiemateriaal, dat voornamelijk uit Van den Bosch-achtige slapstick bestaat, is bij vlagen geestig, maar ontbeert een dwingende samenhang. Er wordt tussen neus en lippen door verwezen naar hedendaagse maatschappelijke kwalen als de mindfulness-hype, farmaceutische verslavingen en de pornoficatie van de samenleving, maar het blijven losse flodders in het fysiek-theatrale geweld.

Daarnaast sluit de speelstijl van de spelers niet goed bij elkaar aan. Vincent van Woerkom heeft de lachers op zijn hand met zijn cartooneske machismo, maar het overschaduwt de subtielere inzet van de andere spelers volledig en trekt zo de hele performance uit balans. Aan de andere kant slaagt Van Woerkom er met al zijn bravoure wel in om een duidelijk personage neer te zetten, in tegenstelling tot de rest van de cast, die nog geen heldere lijn voor hun rollen hebben gevonden.

Je kan de potentie van Vormen van opdringerigheid wel al zien in de slotscène, waarin de spelers met het decor aan de haal gaan en een absurdistische modeshow inzetten. De verbeeldingskracht van deze zoektocht naar zelfheruitvinding fungeert als een reset-knop, waarna alles weer mogelijk is.

Het collectief blijft het materiaal gedurende de verschillende edities van de Parade verder ontwikkelen: in iedere stad komen er nieuwe leden van het collectief bij (in Rotterdam staan slechts vijf van de negen spelers op de speelvloer). Het zal interessant zijn om de uiteindelijke versie van deze wat fletse eerste poging op het eind van het festival te gaan zien.

Foto: Diederick Bulstra