Over neutronen, protonen, fotonen gaat het, over infrarood en ultraviolet, over het wormgat, de zwaartekracht, sterrenstelsels en over dat het op Jupiter 153 graden onder nul is. Met de snelheid van het licht vuren de twee spelers van Dood Paard feiten en weetjes op hun publiek af in hun nieuwe jeugdtheatervoorstelling Het mysterie van niks en oneindig veel snot. En als het je duizelt, geeft dat helemaal niks. (meer…)
Genoeg ingrediënten voor een vette klucht: persoonsverwisselingen, misverstanden, woordspelingen en verliefde koppeltjes. Maar een vrolijke volkse zotternij wil Voor niks Umsonst maar niet worden. Personages en acteurs worstelen met hun bestaan.
De hoofdpersonages van Johann Nestroys Umsonst! (1857) zijn twee toneelspelers die groots en meeslepend willen leven. Ze vluchten uit hun bekrompen provinciestadje en proberen een mooie actrice te ontvoeren. Om kleinburgerlijke directeuren en familie om de tuin te leiden doen ze wat ze altijd doen: toneel spelen.
De daaropvolgende dwaze komedie rust op nogal clichématige tegenstellingen tussen arme liederlijke kunstenaars en ingeblikte rijkaards. Maar geromantiseerd wordt het acteursbestaan allerminst. De komedianten verkeren in voortdurende verwarring en vertwijfeling over het nut en plezier van hun vak. De laatste plotwending is de doodsteek. Al hun virtuoze toneelspel blijkt totaal voor niks – umsonst – geweest.
De acteurs van het Nederlandse ‘t Barre Land en Vlaamse Comp.Marius geven het ‘mensenuitbeeldingsinstituut’ in hun bewerking er nog eens extra van langs. In nijdige terzijdes – ‘Is dit een mop? Brengt het iets op?’ – rekenen ze af met lage recettes, gemakzuchtig publiek en opportunistische directeuren. Tussen de scènes door zingen ze mineurliedjes met refreinen als ‘Ik wil een klein liedje zingen over dingen die nergens goed voor zijn’ en ‘Wie ben ik en wat moet ik doen?’.
De voorstelling verliest weleens vaart door al te nadrukkelijk en (letterlijk) herhaald existentieel getwijfel, maar het gaat de makers dan ook aan het hart. Het prettig chaotische en filosofisch literaire theater van het ’t Barre Land wordt door subsidiënten sinds 2013 niet meer nuttig geacht.
De acteurs blijven met onthecht en ironisch spel dan ook heel dicht bij zichzelf. In halve toneelkostuums en met tekst nog in de hand steggelen ze over een vertaling, kondigen latere scènes aan, becommentariëren het ingewikkelde plot en geven elkaar live regieaanwijzingen. Achter op de vloer ligt een theaterdoek dat niet omhoog gaat. De theaterspots blijven laag bij de grond hangen. Geen illusiewekkende toneelmakerij vanavond.
Het is een lang beproefd concept bij ’t Barre Land, waarin ook Comp. Marius zich in twee eerdere samenwerkingen al oefende. Hoofdrolspeler Vincent van den Berg is er een quasi nonchalant meester in geworden. Maar nooit eerder leek de vorm zo goed te kloppen als nu. De acteurs hebben er ook nog duidelijk steeds veel zin en goesting in, ook als dat voor weinig geld en publiek moet.
Na de ontnuchterende slotzin barsten de acteurs eerst in droef gelach uit. Daarna blijven ze volhardend over het podium dralen en obsessief theaterteksten prevelen. Misschien hebben ze geen keuze.
Foto: Raymond Mallentjer