In Met zonder ballen onderzoeken een trans man en zijn cis moeder hun relatie, die onder druk kwam te staan toen hij besloot in transitie te gaan. Het levert een ontroerende voorstelling op waarin de echte zelfreflectie over gender echter te veel vooral vanuit de zoon moet komen. (meer…)
Honderden papieren vliegtuigjes zweven vanaf de tribune het podium op. Zojuist hebben de jonge én oudere toeschouwers onder geluidloze aanwijzingen van een danser van Danstheater Aya uit een wit A4’tje een vliegtuigje gevouwen. Je eigen vliegtuigje weg zien zweven in een windstil theater, wat een magisch moment.
De vliegtuigregen vormt het startsein voor de jeugddansvoorstelling Vlieger zonder koord (6+) van choreograaf Erik Kaiel. De vliegtuigjes imiterend, rennen twee dansers met wijd gespreide armen het podium over. Al balancerend veranderen zij de houten geraamtes van scheepswrakken in speelobjecten: ze doen een wedstrijd wie er het langst op kan staan, maken er radslagen vanaf en duwen elkaar. Ze ontdekken samen hoe ze ingewikkelde koprollen en salto’s kunnen maken. Dat achter in de hoek een meisje stil en stuurs toekijkt, valt hen niet op. Tot zij zich met een woeste sprong tussen de twee dansers werpt.
Kaiel werpt daarmee het thema ‘erbij horen’ op. Wanneer ben je onderdeel van een groep? Hoe kom je ertussen als nieuweling? Dit meisje probeert het eerst door met wilde sprongen en grof zwaaiende armen de aandacht te trekken. Ze is boos. Maar haar aanpak werkt niet. Ze schrikt haar potentiële speelmaatjes af met haar agressie. Gelukkig zijn die de beroerdste niet, en leren ze haar langzaam, met vallen en opstaan, een vriendelijkere taal: die van rustig fladderende vlinders, met vingers als vleugels. Die van graaiende vingers die als krioelende spinnetjes over de vloer lopen.
Kaiel haalt zijn inspiratie zichtbaar uit de belevingswereld van kinderen. Onder meer het kinderspelletje ‘Moeder, wij zitten in de knoop’, waarbij kinderen met de handen vast een gigantische menselijke ‘knoop’ maken, krijgt een plaats. Helaas kabbelen die spelletjes nogal onbevredigend rustig voort. Alle knopen, radslagen, acrobatiek en snelle handen gaan na verloop van tijd vervelen. Ook herhalende rituelen van dansers die eenzaam aan de kant zitten en vervolgens weer speels bij de groep betrokken worden volgen elkaar op. Eerst voelt de een zich buitengesloten, dan de ander weer.
Dat komt misschien omdat Kaiel de echte problematiek uit de weg gaat. Hij liet zich inspireren door mensen die hun plek moeten veroveren in een nieuwe, onbekende cultuur. Zijn dansers benaderen de nieuweling met het grootst mogelijke geduld en leren elkaar welwillend kennen. Dat de grotemensenwereld, waarin mensen met een afwijkende culturele achtergrond nog altijd te maken hebben met discriminatie en uitsluiting, niet altijd zo werkt, laat Kaiel buiten beschouwing. En dat ook kinderen een nieuweling niet altijd accepteren komt niet aan de orde.
Kaiel schetst een mooie droomwereld waarin kinderen met een verschillende achtergrond elkaar welwillend tegemoet komen. Als dit de werkelijkheid zou zijn, zou hij deze voorstelling niet hoeven maken. Kaiel geeft het goede voorbeeld, maar gaat echte problemen uit de weg. Daarmee verdwijnt de urgentie van Vliegen zonder koord. Dat is jammer, want hij heeft wel degelijk een onderwerp te pakken dat aandacht verdient.
En al die vliegtuigjes die de gehele voorstelling op het podium zijn blijven liggen? Wat de relatie is met het thema in- en uitsluiting is niet duidelijk. De dansers schoven ze met elke werveling een stukje meer naar de zijkant van het podium. De kinderen wisten er wel raad mee na de voorstelling.
Foto: Ben van Duin