‘Heeft u mijn zoon gezien?’ Terwijl Joost Oomen en Joep Hendrikx halverwege hun stoomvaart-introductie in Federico García Lorca zitten, worden ze onderbreken door een gesluierde Jos Nargy. De openingsscène van LORCA verwijst naar de slotscène van El Público, een nooit opgevoerd drama van de Spaanse dichter die centraal staat in deze wonderlijke Oerol-voorstelling. (meer…)
Met hun derde voorstelling op rij zijn De Poezieboys inmiddels een vaste waarde binnen de Zaal 3-programmering op de Parade. Onder de vleugels van Het Nationale Theater brengen Jos Nargy en Joep Hendrikx dit jaar een warme, liefdevolle ode aan het leven en werk van Simon Vinkenoog (1928-2009). Wees alsjeblieft wat liever voor elkaar, was zijn motto en in dat kader vonden De Poezieboys dat de wereld wel wat Vinkenoog kan gebruiken.
Ook nu weer wordt hun persoonlijke research naar de dichter versneden met biografische feiten en voorgedragen werk – met ditmaal veel ruimte voor dat laatste. Onder de ‘Totempaal der Nutteloze Dingen’ – een net met bij elkaar verzamelde parafernalia, dat in Vinkenoogs volkstuin in Amsterdam Noord hing – dragen ze voor uit zijn werk en vertellen ze losjes over hun bezoek aan Vinkenoogs laatste vrouw Edith en hoe ze hun zoektocht ervoeren.
Maar waar ze vorig jaar, in hun voorstelling rondom de Russische dichter Joseph Brodsky, niet anders konden dan zich uiteindelijk tegen hun onderwerp te keren, is deze voorstelling in toenemende mate juist een omarming van het leven en werk van de dichter. Een warme golf positiviteit, je moet het maar durven.
‘Het is lang niet altijd makkelijk om zo positief te zijn’, bekent Nargy halverwege, in een kort, persoonlijk uitstapje. De potentieel interessante koppeling naar hun eigen leven en ervaringen (als jonge kunstenaars) blijft in Vinkenoog echter bij een aanzet. Al snel geven ze elkaar een bemoedigende, liefdevolle knuffel en trakteren achtereenvolgens elkaar en het publiek nog maar op een voordracht van een van Vinkenoogs gedichten. In tegenstelling tot bij hun Brodsky-voorstelling, zetten ze zichzelf ditmaal niet op de voorgrond; de prachtige taal van Vinkenoog wint het van elk cynisme en krijgt dan ook alle ruimte, eindigend in een prachtige, ritmische voordracht van Ja!
Vinkenoog wordt dan misschien nergens echt spannend of gevaarlijk, het raakt wel aan de kern van Vinkenoogs levenscredo, die ooit in een interview met de Volkskrant liet optekenen: ‘voor zwaarmoedigheid ben ik te gelukkig’. Deze voorstelling is in alle opzichten een warm badje, een verrassend liefdevol feelgoodminiatuurtje. ‘Zeg ja tegen het kijkplezier in je ogen!’
Foto: Gordon Meuleman