In het Javaanse poppentheater zijn de panakawan komische personages die functioneren als dienaren van de held van het verhaal. Er zijn vier vaste panakawan-personages, die zich onder meer onderscheiden door lange of juist heel korte neuzen. (meer…)
Het programma VIER x VIER van Theater aan de Rijn, dat toert sinds afgelopen oktober, biedt vier zeer uiteenlopende korte choreografieën van evenveel nieuwe makers. Zoekend, conventies bevragend en elkaar uitdagend zien we hun dansers in een solo, twee duetten en een trio.
Jefta Tanate opent de avond met een voorstudie van de voorstelling Domeless die afgelopen april in première ging. Een vierkant muurtje van kubusvormige blokken staat in het midden van de dansvloer. Uiterst links en uiterst rechts op die vloer zit publiek op een rij eenvoudige witte stoelen. Een schuchtere figuur sluipt vanuit de coulissen tevoorschijn in regenjas en spijkerbroek en begint aan een reeks sluipende bewegingen, nu eens de ruimte in reikend met uitgestrekte armen en lange, lage passen en dan weer zo klein mogelijk samengepakt. Het lijkt iemand die dan weer niet, dan weer wel contact wil met de medemens, getuige de blik die soms lang de ogen van de kijker zoekt en dan weer abrupt wordt afgewend. De bouwblokken dienen als danspartner, als object om mee te jongleren, op te balanceren en tegen te ageren. Met een gedurfde duik in de muur breekt de energie ineens open.
Opnieuw treedt hierna een figuur aan die zich lijkt te verontschuldigen voor zijn aanwezigheid. In Tales to disturb trippelt Joey de Koning met verwoed knipperende ogen en de armen schichtig opgetrokken tot onder de kin in beeld als een nerveuze debutante uit Bridgerton. Hij wordt gevolgd door een tweede danser, Mireia Varón. Zij neemt zelfbewust de ruimte in en stapt zelfverzekerd rond. Ze beantwoordt ferm de blik van de kijker.
Hoewel de twee identiek gekleed gaan in zwarte doorschijnende jurken en choreograaf Laura Daelemans hen dezelfde passen laat zetten, pakt het dansmateriaal dankzij die verschillende grondhoudingen compleet anders uit. Het is een aardig idee om de stereotype mannenhouding aan de vrouw te geven en andersom, maar op den duur verliezen ze me toch doordat er weinig ontwikkeling in de schichtige expressie zit en er zich tussen die twee niet echt iets ontwikkelt.
De begeleidende tekst vertelt me dat Cheroney Pelupessy in TARI ook speelt met genderopvattingen, maar dan in de traditionele dans. Ze bouwt aan een persoonlijk oeuvre waarin ze haar Indische, Molukse en Nederlandse roots verbindt. Voor dit stuk verdiepte ze zich in de Balinese Trunajaya-dans, een gedanste vertelling waarin het gaat om een jonge man die een jonge vrouw wil veroveren. Met veel gezichtsuitdrukkingen en sierlijk bewegende handen is het een energieke dansvorm.
Pelupessy werkt met drie expressieve dansers. In paars-gouden sarong en met waaiers zetten Simon Mual, Geronimo Huwaë en Yasmin Diktas hun dans in, die elementen meeneemt maar vloeiender is, met fraaie tableaus daartussen. Diktas heeft een vrijere rol, breekt af en toe uit de formaties en zet wat zwaardere passen terwijl de beide mannen lichtvoetig en meer ingetogen blijven.
Mimemaker Charles Pas verraste in 2022 met de knappe, vervreemdende precisiesolo Victory Boogie Woogie. Nu overrompelt hij met het muzikale VAI VAI waarvoor links- en rechtsachter op de vloer twee elektrische gitaren worden klaargezet. Dan staan twee mannen borst tegen borst midden op de vloer. De één lijkt zich beurtelings af te duwen van of vast te klampen aan de ander. Die ander geeft zachte tegendruk en legt zijn handen bedachtzaam om de armen van de eerste. Even legt hij het hoofd op diens schouder, en richt het dan weer op om terug te duwen. Een vriendschap, ja, maar zo een waarin de vrienden zich ook concurrenten voelen. Ergens beginnen ze samen traag te draaien en klinken er krakerige en zoemende geluiden.
Vanuit die traagheid ontspint zich een spannend spel tussen die twee. Terwijl Rint Mennes zijn gitaar omhangt en op de aanzwellende soundtrack invalt, tolt Misha Demoustier betoverd door. Rug aan rug draaien, duwen en schurken ze nu, het gitaarspel van Mennes stuwt de verwarring tussen tederheid en afgunst hoog op, en wanneer ook Demoustier zijn gitaar omhangt lost het duet even op in pure gelukzaligheid. Je moet het zien en geen oordopjes indoen, want de muziek is de derde danser, het is wat tussen hen bestaat en de ruimte om hen heen helemaal vult met al het onzegbare dat voortkomt uit die ontvlambare band tussen twee sterke, bevlogen individuen.
Foto’s: Kevin Canales