Het gaat goed met de vrouw en haar positie in de samenleving. Zo goed gaat het zelfs, dat sommige mannen zich daardoor bedreigd voelen. Regisseur Ingrid Kuijpers verplaatste zich in dat soort mannen en maakte De oerclub, een voorstelling waarin een viertal mannen de grenzen van hun mannelijkheid verkent. (meer…)
In een sterke fysieke en beeldende voorstelling toont regisseur Jessie L’Herminez hoe het leven van een willekeurige vrouw in zekere zin het verhaal van alle vrouwen vormt. Of van iedereen die zich weleens alleen voelt of vastzit in een leven dat niet meer lijkt op de dromen van weleer. De tragiek van het leven wordt fenomenaal verbeeld door Marie en Lisa Groothof.
Centraal staat een vrouw van een jaar of veertig die op een schijnbaar willekeurige avond thuiskomt met haar boodschappen, een kopje thee zet, tapijt tuft en naar de radio luistert of naar het tiktak van de klok. Haar appartement is klein en ademt in alles de sfeer van de vroege jaren zeventig: bruin en beige is de wereld, met een toefje geel en oranje (vormgeving: Sanne Danz), van de geruite winterjas tot het bloemetjesgordijn aan toe.
Zorgvuldig, tot in het kleinste detail, is de kamer ingericht, inclusief de haakjes voor de theedoek, de spiegel boven het opklapbed en zelfs een petieterige toiletruimte. En ook de vrouw zelf (Lisa Groothof) ziet er piekfijn uit, met haar mooie jurk, bruine panty en schoenen en als enige frivoliteit blauwe oogschaduw. Haar nette schoenen verruilt ze voor gehaakte bruine slofjes.
Ze maakt een opgeruimde indruk en ondanks de minimale afmetingen van haar huis heeft ze voor alles een plekje en bergt ze alles meteen weer keurig op. De kleine tv zet ze snel weer uit als er alleen maar reclameboodschappen klinken waarin het gezinsgeluk wordt verheerlijkt, maar ze zwiert heerlijk mee als in haar favoriete radioprogramma evergreens worden gedraaid, zoals Alle Blumen brauchen Sonne: ‘Alle Blumen brauchen Sonne /um zu blühen und zu leben /Alle Menschen brauchen Liebe’.
Heel knap zoals Groothof hier de aandacht weet vast te houden met bijna niks, vooral als later nog meer populaire schlagers klinken en de vrouw achter de afwas mee staat te swingen en eigenlijk zelf schrikt van de heftigheid van haar bewegingen; Groothof laat met grote lichaamsbeheersing de hunkering van haar personage zien naar liefde en naar aanraking.
Het meest aangrijpend zijn eigenlijk de momenten dat er even iets van onzekerheid of angst doorsijpelt in al haar opgeruimdheid. Met piepkleine bewegingen, een mondhoek die even trekt, een krant die iets te abrupt wordt dichtgeslagen, roept Groothof een wereld op van eenzaamheid. Achter haar opgeruimdheid en de blijheid waarmee ze opveert als haar favoriete nummers klinken, sluimert een diep verdriet.
Verzoeknummer is een radicale bewerking van het tekstloze Wunschkonzert (1973) van de Duitse theaterschrijver en regisseur Franz Xaver Kroetz. Hij staat bekend om zijn engagement: in zijn stukken – die nog steeds geregeld gespeeld worden, zoals Stallerhof (2019) en De drang (2022) – laat hij vooral de uitwassen van het kapitalisme zien en stelt hij sociale ongelijkheid aan de kaak.
In haar enscenering voegt L’Herminez een interessante laag toe aan deze solo van eenzaamheid. Een voor een duiken er tekens nieuwe personages op, vertolkt door Marie Groothof, die van buiten om het piepkleine huisje heen lopen: een vrouw in korte broek die aan het joggen is, een dronken vrouw die zwalkt op haar hoge hakken, een verdwaalde vrouw die wanhopig haar hand uitsteekt.
Gaandeweg begint er iets van interactie te ontstaan, een vrouw die nieuwsgierig naar binnen kijkt, een vrouw die haar met hondenpoep besmeurde laars probeert schoon te krijgen tegen de muren van het huis. Een vrouw die een dansje inzet en opeens precies synchroon beweegt met de vrouw in haar kamertje. Steeds ietsje dichterbij komen de personages.Opeens komt er een keurige dame van achteruit de zaal, gaat op de eerste rij zitten en begint een relaas af te steken waarin ze de handelingen van de vrouw in de kamer als het ware spiegelt: ze komt thuis, ruimt de boodschappen op, zet een kopje thee.
Er komt een hippe kunstvrouw langs, met paars haar en een doordringende blik, die ons vertelt dat dit alweer het derde deel is van Wunschkonzert waarin ‘Kroetz het onvermogen van het individu toont om te ontkomen aan de uitwassen van het kapitalisme’, een vervreemdende ervaring waarmee we uit het realisme worden geslingerd en waarmee nog weer een extra laag wordt toegevoegd aan de voorstelling.
En dan ineens vallen de twee werelden, die van binnen en die van buiten, samen als weer een nieuw personage brutaal het huis binnenvalt en de geest uit de fles gaat. Het is iemand uit het nu want voorzien van een telefoon waaruit een irritante zelfhulp-stem in het Engels hedendaagse teksten debiteert: ‘Being alone can be painful’ en ‘You don’t have to be alone’ en wat je dan allemaal moet doen om je niet meer zo eenzaam te voelen. Het leidt tot een directe confrontatie in een kakafonie van beeld en geluid (mooie soundscape van Wessel Schrik).
Uiteindelijk verwisselen de vrouwen van plek en wordt het hele decor rondgedraaid, een carrousel waarin flarden voorbijkomen van de vrouwen die we eerder hebben gezien, de vrouw met het rode haar, de keurige dame. Het verhaal van de eenzame vrouw wordt een verhaal van ons allen, met een trieste afloop.
Verzoeknummer is een buitengewoon originele voorstelling met een sterke, coherente regie waarin alles klopt: de muziekkeuze, de aankleding en het geweldige spel van de zusjes Groothof. Door er een laag aan toe te voegen wordt het bovendien een verhaal dat ver uitstijgt boven de politieke analyse van Kroetz: een hedendaags verhaal van eenzaamheid dat zowel (af en toe) heel komisch is als uitermate aangrijpend.
Foto: Ben van Duin
Enorm jammer dat de recensent meent de hele voorstelling te moeten beschrijven, ze geeft wel heel veel weg zo. Niet doen.
Jammer dat er zoveel wordt gerookt. De meerwaarde is klein, en het hoestende publiek leidt af van de inhoud van de voorstelling.