Mokhallad Rasem, theatermaker bij het Toneelhuis (B) is van Iraakse afkomst. Kuno Bakker, theatermaker bij Dood Paard (NL), is Nederlander. Beiden wonen in Antwerpen, zijn inwijkelingen in ’t Stad. Ze keuvelen en filosoferen samen over diverse onderwerpen. Soms zijn ze het eens, soms niet. Ze overstijgen diversiteit in De verse tijd. (meer…)
Black Grace is het tweede gezelschap uit Nieuw-Zeeland dat speelt op het Holland Dance Festival. Choreograaf en artistiek leider Neil Ieremia heeft zijn wortels in Samoa, maar beperkt zich niet tot de cultuur van Polynesië. Uit Verse 3, de bloemlezing uit het werk van de groep, spreekt de overtuiging dat de kunst van iedereen is en dat je dans als wapen kunt inzetten.
Pati pati betekent klappen, en dat is meteen de titel van de eerste choreografie. Allerlei vormen van klappen en andere lichaamspercussie spelen een grote rol in de stukken die Black Grace laat zien. Choreograaf Neil Ieremia koos ze uit de eenentwintigjarige geschiedenis van de groep, die zijn basis heeft in Auckland.
Ieremia neemt zijn publiek mee van tamelijk traditionele tot moderne stukken. Tussen de choreografieën door vertelt hij met veel liefde over achtergronden van dans en cultuur. Bijvoorbeeld dat kiezen voor dans allerminst vanzelfsprekend is in een land waarin de aandacht vooral uitgaat naar sport en landbouw.
Pati pati combineert principes uit de traditionele sasa (‘seated dance’) en fa’ataupati (‘slap dance’). De zittende dansers slaan op de grond en huppen heen en weer als golfjes op het strand, belicht alsof de zon onder gaat. Als ze opstaan, slaan ze op hun lichaam en maken ze aanzetten tot rennen, om steeds om te keren.
Human Language (2002) gaat over de taal der liefde. Langs vijf mannen paradeert een elegant meisje in een oranje jurk. Aan de ballonnen die de mannen opblazen zie je hun enthousiasme: het eeuwige spel van mannetjes en vrouwtjes. De komische benadering van de liefde krijgt een serieuze tegenhanger in mooie verliefde lyrische duetten. De minnaars huppelen van vreugde. Je blijft er jong bij, zoveel is zeker.
Gathering Clouds had een minder prettige aanleiding. Een econoom schreef over polynesische immigranten in Nieuw-Zeeland dat ze niet erg slim zijn, te veel kinderen maken die ze vervolgens niet goed opvoeden en oververtegenwoordigd zijn in gevangenissen. Ieremia voelde zich aangesproken en besloot te antwoorden in dans. Voor de soundtrack zette hij traditionele Samoaanse muziek, een door zijn vader uitgesproken gebed en delen uit Bachs ‘Goldberg variaties’ achter elkaar.
Het lukt Ieremia goed om de verschillende sferen en karakters van de gekozen variaties in beweging uit te drukken, van strijdbaar tot lyrisch. Gathering Clouds verzamelt mooie, gevarieerde dansen die culturen met elkaar verbinden in plaats van ze tegenover elkaar te zetten. Klappen bij Bach kan prima en een choreografie die in de hele wereld enthousiasme oproept is een mooi tegenwicht tegen negatief oordeel over immigratie.
Mother Mother maakte Ieremia op verzoek van de Nieuw-Zeelandse band Fat Freddy’s Drop. De choreografie voor een videoclip houdt zich in het theater goed staande. Hij liet zich inspireren door de gebaren van zijn eigen moeder, die haar zoon als het ware klaarboetseert voor het leven.
Minoi is een mooie afsluiting op een traditioneel kinderliedje. Het begint met, vrij vertaald, ‘Wiebel wiebel wiebel, wiebel als een mier’. Ieremia laat het op verschillende manieren zingen en dansen. Natassia Wolfgramm doet het prachtig solo, met vertellende armen en handen, en ook de Samoaanse polyfonie van zes mannen is bijzonder en muzikaal. De dans verloopt van lieflijk tot hakka.
Verse 3 is een mooi overzicht van de aardse expressie van Black Grace, met dansers die stoer en hoekig kunnen zijn, krachtig flitsend en vloeiend elegant. Een mooie ontmoeting met een bijzonder dansgezelschap.
Foto: Human Language – Rodrigo Hill