De Ik ga stuk! Finalistentour is een bruisende voorstelling van gedreven makers waar de ambitie, urgentie en het plezier vanaf spatten. Het grote publiek – dat het bij het televisieprogramma waarin Vlamousse, Farbod Moghaddam en Gavin Reijnders het tot de finale schopten, blijkbaar behoorlijk liet afweten – vindt hopelijk wel de weg naar deze voorstelling in de theaters. (meer…)
In 2018 won Farbod Moghaddam het Leids Cabaret Festival met een voorstelling waarin hij vertelde over hoe hij op vijfjarige leeftijd in Nederland welkom werd geheten, en hoe dat voor een Iraniër was. In zijn avondvullende programma Vers van de pers gaat hij verder, en vertelt hij hoe het is om Iran te bezoeken, als je Nederland gewend bent.
Farbod Moghaddam staat nonchalant op het podium, en kan zonder veel moeite uiteenlopende accenten en mensen imiteren. In een geslaagd verhaal over de Taarof (Iraanse Etiquette) komen zijn accentjes en beweeglijkheid samen. Daarin legt hij uit hoe het de gewoonte is om bij het ontvangen van gasten een aantal keer het aangeboden eten of drinken af te slaan, voor je het uiteindelijk sputterend aanneemt. Dat hoef je in Nederland niet te proberen – het treiterende dansje van de Gooise Hollander die roept ‘Oké, meer voor mij!’ is een van de hoogtepunten van de avond.
Zo geslaagd als de uitleg van de Taarof is, zo warrig zijn de meeste andere verhalen. ‘Die vergelijking gaat niet altijd op’, zegt hij bijvoorbeeld, zonder eerst een vergelijking te hebben gemaakt. Een verhaal over de waarde van zijn Nederlandse paspoort in Iran heeft veel potentie, maar gaat verloren in grapjes die nog niet helemaal soepel lopen en een ontbrekende clou. Op andere momenten vergeet hij achtergrondinformatie te geven over zaken die voor het Hollandse publiek misschien niet zo vanzelfsprekend zijn, zoals het verschil tussen Arabieren en Iraniërs (zo te horen vergelijkbaar met Duitsers en Nederlanders), die absoluut niet voor elkaar willen worden aangezien.
De belichting, die al niet zo veel voorstelt, werpt een schaduw over de ogen van Moghaddam. Voor zijn nonchalante comedykroegstijl is dat behoorlijk nadelig, want je kunt niet zien wie hij aankijkt en wat hij zelf vindt van wat hij meemaakt. Kijkt hij soms eventjes omhoog, dan zie je dat zijn ogen fris en energiek zijn. Maar met de schaduw over zijn gezicht gaat ongetwijfeld veel van zijn expressiviteit verloren.
In het comedycircuit zijn shows hooguit dertig minuten. De stap naar avondvullend is dan aanzienlijk, en Moghaddam heeft het zichzelf niet makkelijk gemaakt, door het programma zo’n half uur langer te maken dan noodzakelijk, mét een pauze. Bovendien lijkt het erop dat de show grotendeels nieuw materiaal bevat, waar hij steeds naar moet graven. Misschien was het wijs geweest om net als veel van zijn collega’s (meer) materiaal uit zijn prijswinnende show op het Leids Cabaret Festival te recyclen.
Foto: Jan Willem Houweling