De Duits-Nederlandse Sven Ratzke weet precies waar en hoe zijn muzikale talent en androgyne voorkomen het beste tot hun recht komen. Als de seksuele veelvraat Frank-n-Furter in de Rocky Horror Show, als verleider in een rokerige, zwoele Berlijnse nachtclub, als vertolker van het repertoire van David Bowie en nu ook weer met Venus & Mars. (meer…)
Hij heeft de hele dag tevergeefs audities afgenomen, maar de vrouw die Vanda moet spelen blijkt simpelweg niet te bestaan. Vrouwen zijn tegenwoordig niet vrouwelijk meer. Het zijn hoeren of potten, klaagt hij door de telefoon naar zijn verloofde. Dan komt Vanda binnen, geloof het of niet, maar ze heeft toevallig dezelfde naam. Ze ontfutselt hem tegen wil en dank een auditie.
Venus is de Nederlandse bewerking van David Ives’ toneelstuk Venus in Fur, dat in 2011 groot succes boekte op Broadway. Het is de eerste voorstelling van Johan Doesburg na zijn afscheidsvoorstelling bij het Nationale Toneel, waar hij bijna twintig jaar als artistiek leider en regisseur aan verbonden was. Hij haalde Jeroen Spitzenberger erbij, een bekend gezicht voor hem met acht jaar Nationale Toneel op de teller, en Georgina Verbaan, die een stuk minder grote toneelrollen op zich nam. Een risico, dus. Net als de keuze deze tekst te ensceneren; DeLaMar Producties kiest doorgaans voor wat toegankelijker materiaal. Een toe te juichen risico, dus.
David Ives schreef een uiterst intelligent stuk over de jonge ‘toneelschrijver streepje regisseur’ Thomas (Spitzenberger) en de wat ordinaire, ongrijpbare toneelactrice Vanda (Verbaan). Thomas bewerkte Leopold von Sacher-Masochs boek Venus im Pelz, de sterk autobiografische roman over onderwerping en masochisme, met in de hoofdrol zijn gelijkenis Severin, voor toneel. Maar zijn ervaring als toneelschrijver leerde hem dat regisseurs er doorgaans niet in slagen zijn tekst behoorlijk te ensceneren, hij doet het dus maar zelf.
Thomas slaagt er echter maar niet in een goede actrice te vinden. Dan komt Vanda met veel omhaal en gevloek binnen, veel te laat en bovendien niet officieel op de lijst, en weet wonderwel Thomas’ interesse te wekken. Er ontvouwt zich een spannend spel waarin de realiteit van de auditie en die van het stuk-in-het-stuk steeds meer in elkaar overlopen. Bovendien verschuiven continu de machtsverhoudingen, die tussen regisseur en auditant/actrice, man en vrouw, zelfs die van meester(es) en slaaf. Is de slaaf niet eigenlijk degene met de meeste macht? Uiteindelijk worden op prachtige wijze zelfs de rollen die ze spelen gewisseld. Spitzenberger speelt Thomas die speelt dat hij Severin speelt die Vanda speelt – bent u er nog bij?
Het toneelbeeld van Venus is die van een oude loods die als repetitieruimte wordt gebruikt. Wat lampen, een tweetal camera’s, en een regisseurstafel waar een mengpaneeltje voor licht, beeld en geluid op staat. In het midden een sofa op wielen, op de achtergrond een groot scherm waarop steeds de opname van een van de camera’s te zien is. Een sterk toneelbeeld, die alle ruimte biedt om de personages actief hun personage te doen onderzoeken. De camerabeelden zorgen bovendien voor een extra verdubbeling, helemaal conform de thematiek.
Een sterke keuze, die weliswaar wordt ingezet maar helaas niet wordt doorgevoerd, is dat de acteurs theatrale middelen als licht en videoprojectie zelf vanuit de regietafel op het toneel regelen. Waarom dit niet consequent wordt gehandhaafd, bleef mij onduidelijk. De momenten dat er ineens een sluimerende soundscape vanuit de echte regie werd ingestart, sleuren je meteen uit de toneelwerkelijkheid. Hetzelfde geldt voor de over-de-top donderslagen (inclusief stroboscopisch lichteffect) die de scène regelmatig met veel bombast even stilleggen.
De voorstelling komt maar met moeite op gang. De chemie tussen Verbaan en Spitzenberger was op de première, die vier dagen later plaatsvond dan eigenlijk gepland, vaak nogal vergezocht. Waarom Thomas zich laat overhalen om dit opdringerige individu een auditie af te nemen? Het werd niet geloofwaardig. En dan mist de voorstelling een bedding die cruciaal is voor het hele stuk. Bovendien helpt het grote verschil in acteerprestatie ook niet mee: Verbaan wordt vaak echt weggespeeld door Spitzenberger, die zijn rol ondanks de dramatische inslag met subtiel spel reliëf geeft.
Pas op de finale, Thomas in Vanda’s robe vastgeketend in zijn eigen toneelbeeld, alle mogelijke rollen omgedraaid en verwisseld, is het stuk echt spannend. Dan wordt er met plezier en overgave gespeeld. Het anderhalf uur daarvoor is vaak nog te tam, te onbeduidend om echt te beroeren. Het gaat ongetwijfeld groeien, als de voorstelling qua dynamiek meer in balans komt en met name Verbaan zichzelf wat kleiner, mysterieuzer spel gunt. Maar vooralsnog is Venus nog niet wat het kan zijn.
Foto: Leo van Velzen